‘Weet je, soms ben je echt een beetje te bijdehand, Sean.’
Hij zette zijn kopje neer en ging heel dicht bij haar zitten. ‘Ik zal het even heel duidelijk voor je op een rijtje zetten. Er lag een lijk in mijn kantoor en die man was vermoord met mijn pistool. Ik heb geen alibi en er zit een behoorlijk doortrapte marshal achter me aan. Hij hecht wel enig geloof aan mijn theorie dat ik erin geluisd ben, maar hij is zeker niet overtuigd van mijn onschuld, en hij zal er geen traan om laten als ik voor de rest van mijn leven achter de tralies verdwijn of een dodelijke injectie krijg. En dan kom jij plotseling langs, zomaar, stom toevallig, en je vergeet ook nog eens te vertellen dat je niet langer bij de Secret Service werkt. Je verontschuldigt je heel uitgebreid, je doet heel vriendelijk, en dus laat ik je maar bij me logeren. Vervolgens doe je je best om me op mijn eigen keukentafel te verleiden. Ik begrijp nog steeds niet waarom, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat het iets te maken heeft met een acht jaar lang niet bevredigd verlangen. Terwijl ik in mijn bootje op het meer zit, ben jij alleen in mijn huis en nadat mijn pistool merkwaardig genoeg diezelfde ochtend nog in beslag is genomen, blijkt dat het wapen te zijn waarmee de moord is gepleegd. Nou, Joan, ik ben misschien wat argwanender dan de meeste andere mensen, maar ik zou wel met een slangetje in mijn neus op de intensive care moeten liggen om van zo’n reeks gebeurtenissen niet een beetje paranoïde te worden.’
Ze keek hem ergerniswekkend kalm aan. ‘Ik heb je pistool niet gepakt. Ik heb geen idee wie dat wél gedaan zou kunnen hebben. Daar heb ik geen bewijs voor. Alleen mijn erewoord.’
‘Goh, dat is ook al zo’n opluchting.’
‘En ik heb nooit gezegd dat ik nog bij de Secret Service zat. Daar ben je gewoon van uitgegaan.’
‘Je hebt ook niet gezegd dat je er weg was!’ snauwde hij.
‘Je hebt het me nooit gevraagd!’ Even later voegde ze daaraan toe: ‘En ik deed mijn best niet.’
Er verscheen een verwarde blik op Kings gezicht. ‘Wát?’
‘Je zei dat ik mijn best deed om je te verleiden, maar ik kan wel beter, hoor. Dat wil ik toch even gezegd hebben.’
Ze lieten zich nu tegen de rugleuning zakken, alsof ze allebei niet meer wisten wat te zeggen, geen lucht meer konden krijgen of erger nog.
‘Goed,’ zei hij. ‘Wat je ook voor een spelletje met me speelt, ga er maar gewoon mee door. Ik laat me niet veroordelen voor de moord op Jennings, want die heb ik niet gepleegd.’
‘Ik ook niet en ik probeer niet om jou daarvoor op te laten draaien. Wat zou ik daar nou voor een motief voor hebben?’
‘Als ik dat wist,’ zei King, ‘dan zou ik hier toch zeker niet zijn?’ Hij stond op. ‘Bedankt voor de koffie. Volgende keer iets minder cyanide graag. Ik moet er winden van laten.’
‘Zoals ik je al eerder heb gezegd,’ zei ze, ‘kwam ik met een heel specifiek doel naar je toe.’ Hij keek haar verbaasd aan. ‘Maar daar kwam ik niet aan toe. Ik denk dat het weerzien met jou, na al die jaren, meer in me losmaakte dan ik had verwacht.’
‘Wat was je dan van plan?’
‘Ik wilde je een voorstel doen… Een zákelijk voorstel,’ voegde ze daar snel aan toe.
‘Waarover?’
‘Over John Bruno.’
Hij kneep zijn ogen half dicht. ‘Wat heb jij nou te maken met een vermiste presidentskandidaat?’