‘Ik ga me aankleden. Ruim jij deze rommel even op, wil je?’
Terwijl hij wegliep, hoorde hij haar lachen. Tegen de tijd dat hij boven aan de trap was, riep ze hem na: ‘Je bent eindelijk volwassen, Sean. Ik ben erg onder de indruk, hoor.’ Hij schudde het hoofd en vroeg zich af uit welk gekkenhuis ze was ontsnapt.
‘Bedankt voor het ontbijt,’ riep hij terug.
Toen King na het douchen met schone kleren aan de trap af kwam, werd er op de deur geklopt. Hij keek uit het raam en zag tot zijn verbazing een politieauto, een auto van de US Marshal’s Service en een zwarte terreinwagen voor de deur staan. Hij deed open.
Hij kende Todd Williams, de sheriff, want hij was een van Todds vrijwillige hulpsheriffs. Todd leek nogal van streek toen een van de twee fbi-agenten een stap naar voren deed en hem zijn identiteitskaart onder de neus duwde alsof het een stiletto was.
‘Sean King? We hebben vernomen dat u een wapen op uw naam hebt staan.’
King knikte. ‘Ik ben vrijwillige hulpsheriff. De mensen willen graag dat we gewapend zijn, voor het geval dat we boosdoeners moeten neerschieten. Wat is daarmee?’
‘Dat willen we graag zien. We willen het zelfs meenemen.’
King wierp Todd Williams een scherpe blik toe. Todd keek hem aan, haalde zijn schouders op en deed toen een grote, symbolische stap naar achteren.
‘Hebt u een huiszoekingsbevel?’
‘U bent een voormalig federaal agent. We hadden gehoopt dat u uw medewerking zou verlenen.’
‘Ik ben ook advocaat. En die zijn niet zo behulpzaam.’
‘U moet het zelf maar weten. Ik heb het bij me.’ Als federaal agent had King dat trucje ook wel eens uitgehaald. Zijn ‘huiszoekingsbevel’ was vaak niet meer dan een keurig opgevouwen fotokopie van de kruiswoordpuzzel uit de New York Times geweest. ‘Laat dan maar zien,’ zei hij.
Het huiszoekingsbevel werd tevoorschijn gehaald en het was echt. Ze wilden zijn dienstpistool hebben.
‘Mag ik vragen waarom?’
‘Dat mag u vragen, ja,’ zei de agent.
Nu deed de US marshal een stap naar voren. Hij was een jaar of vijftig, met een lengte van ongeveer 1 meter 65 en de lichaamsbouw van een bokser: brede schouders, lange armen en grote handen.
‘Zullen we nou maar gewoon ter zake komen?’ zei hij tegen de fbi-agent voordat hij zijn blik op King richtte. ‘Ze willen het pistool vergelijken met de kogel die in Jennings is aangetroffen. Ik neem aan dat u daar geen bezwaar tegen hebt?’
‘Denken jullie soms dat ik Howard Jennings in mijn eigen kantoor heb neergeschoten en dan nog wel met mijn eigen dienstpistool? Waarom zou ik dat nou doen: omdat dat het gemakkelijkst was of omdat ik te krenterig was om een ander pistool te kopen?’
‘We willen gewoon alle mogelijkheden uitsluiten,’ zei de man vriendelijk. ‘U weet hoe het gaat. U bent per slot van rekening zelf agent van de Secret Service.’
‘Was. Ik wás agent van de Secret Service.’ Hij draaide zich om. ‘Ik haal het wel even.’
De forsgebouwde man legde een hand op Kings schouder. ‘Nee. Laat ze gewoon maar zien waar het ligt.’