Jennings had al snel het licht gezien en meegeholpen om een stel gevaarlijke criminelen veilig achter slot en grendel te krijgen. Enkelen van de allergevaarlijksten hadden echter door de mazen van het federale net weten te glippen, zodat hij zijn toevlucht bij het witsec had moeten zoeken.
Nu was hij overleden, en dat wilde zeggen dat King zwaar in de problemen zat. Als voormalig federaal agent die beschikte over toegang tot hooggekwalificeerde staatsgeheimen was King betrokken geweest bij een paar gemeenschappelijke projecten van de Secret Service en de US Marshal’s Service. Toen Jennings bij hem was komen solliciteren, hadden het antecedentenonderzoek en de andere manieren waarop een advocaat als King de achtergrond van nieuwe medewerkers natrok, hem doen vermoeden dat de man bij het witsec betrokken was. Hij wist het natuurlijk niet zeker – de US Marshal’s Service zouden hem over zoiets heus niet in vertrouwen nemen – maar al had hij daar nooit tegen wie dan ook iets over gezegd, hij had zo zijn vermoedens gehad. Dat kwam doordat Jennings’ cv zo bescheiden was en de man over zo weinig referenties beschikte. Van iemand die zijn voormalige bestaan volledig had uitgewist, viel zoiets natuurlijk te verwachten.
King had te horen gekregen dat hij geen verdachte was, en dat wilde natuurlijk zeggen dat hij ergens boven aan het lijstje stond. Als hij de rechercheurs nu ging vertellen dat hij wel had vermoed dat Jennings meedeed aan het witsec, was het heel goed mogelijk dat hij binnen de kortste keren in staat van beschuldiging werd gesteld, en dus besloot hij zich voorlopig maar op de vlakte te houden.
De rest van de dag was hij bezig zijn partner tot bedaren te brengen. Baxter was een grote, forsgebouwde footballspeler die was uitgekomen voor de University of Virginia en zelfs een paar jaar op het reservebankje van de National Football League had mogen zitten voordat hij zich tot een agressieve en uiterst competente strafpleiter had ontwikkeld. Lijken in zijn kantoor was hij echter niet gewend en hij voelde zich er duidelijk niet erg prettig bij.
Toen hij bij de Secret Service werkte had King zich vele jaren beziggehouden met valsemunterij en fraude, en daarbij had hij met heel gevaarlijke misdadigersbenden te maken gehad. Bovendien had hij zelf natuurlijk ook mensen gedood. Daarom was hij er beter op toegerust om met moord om te gaan dan zijn zakenpartner.
Zijn receptioniste, Monica Hall, had hij vandaag maar naar huis gestuurd. Ze was een tenger en nerveus type en de aanblik van een bloederig lijk zou haar niet goed bekomen zijn. Ze was echter ook een verwoed roddelaarster, en King twijfelde er dan ook niet aan dat de lokale telefooncentrale nu roodgloeiend stond van alle wilde speculaties over de moorddadige toestanden ten kantore van King & Baxter. In zo’n rustig plaatsje als Wrightsburg kon dat nog maanden-, zo niet jarenlang hét onderwerp van gesprek blijven.
Omdat hun kantoorgebouw inmiddels door federale agenten was afgezet en 24 uur per etmaal werd bewaakt, moest King & Baxter zijn werkzaamheden tijdelijk uitoefenen vanuit de woningen van beide partners. Die avond droegen de twee advocaten dozen vol dossiermappen naar hun auto. Terwijl de forsgebouwde Phil Baxter wegreed in zijn al even forse auto leunde King tegen de motorkap van zijn eigen auto en keek omhoog naar zijn kantoor. Door de vensters scheen een fel licht naar buiten. De rechercheurs waren nog steeds druk bezig en keerden het hele vertrek binnenstebuiten om iets te vinden waaruit ze zouden kunnen opmaken wie Howard Jennings een kogel in zijn borst had geschoten. Achter het gebouw zag King de bergen liggen. Daar stond zijn huis, een huis dat hij eigenhandig had opgetrokken op de puinhopen van zijn vorige bestaan. Het was een goede therapie voor hem geweest. Maar nu?
Hij reed naar huis en vroeg zich af wat de volgende dag voor hem in petto had. Hij ging met een kom soep aan de keukentafel zitten en keek naar het plaatselijke nieuws. Ze lieten foto’s van hem zien en er werd verwezen naar zijn loopbaan bij de Secret Service – inclusief de manier waarop hij daar in ongenade was gevallen – en naar zijn carrière als advocaat hier in Wrightsburg. Daarnaast waren er ook een hoop gissingen over de vermoorde Howard Jennings. Hij zette de tv uit en probeerde zich op het werk te concentreren dat hij mee naar huis had genomen. Hij kon er echter zijn aandacht niet bij houden, zodat hij enige tijd later maar wat voor zich uit zat te staren in zijn studeerkamer, omgeven door zijn wereldje van wetboeken en saaie documenten, tot hij plotseling opschrok uit zijn gemijmer.