Home>>read Onbewaakt ogenblik free online

Onbewaakt ogenblik(151)

By:David Baldacci


                 ‘Hoe zit het met jou? Je zei toch dat je weg wilde bij The Agency?’

                 ‘Om me met mijn miljoenen terug te trekken op een eiland.’ Ze glimlachte berustend. ‘Dromen gaan maar al te vaak niet in vervulling. Zeker als je zo oud bent als ik.’

                 ‘Maar als je Bruno weet te vinden ben je toch binnen?’

                 ‘Het geld was maar een deel van die dagdroom.’

                 Toen King haar aankeek, wendde ze snel haar blik af.

                 ‘Ga je hier vaak zeilen?’

                 ‘In het najaar, als de speedboten weg zijn en het wat harder gaat waaien.’

                 ‘Nou, het is najaar. Dus misschien is dit wel een goede gelegenheid.’

                 King keek naar de heldere hemel en voelde de zoele wind over zijn huid strijken. Het zou nog een paar uur duren voordat het donker werd. Hij nam Joan even aandachtig op. ‘Ja, dit zou wel een geschikt moment kunnen zijn.’

                 Ze voeren weg en King liet Joan zien hoe ze met de helmstok moest omgaan. Voor het geval de wind ging liggen, had hij een 5pk-buitenboordmotor achter de zeilboot gehangen. Ze zetten koers naar de vaargeul en voeren voor de wind verder.

                 Joan keek bewonderend naar de bergen rondom het meer. Hoewel het duidelijk herfst begon te worden, trilde de lucht boven de stille groene hellingen nog van de hitte.

                 ‘Had je ooit gedacht dat je na al die jaren de hele nacht op wacht staan in hotels en op luchthavens hier zou terechtkomen?’ vroeg ze.

                 King haalde zijn schouders op. ‘Eerlijk gezegd niet, nee. Ik keek nooit zo ver vooruit. Ik was altijd meer iemand die in het heden leefde.’ Hij dacht even na en zei toen peinzend: ‘Tegenwoordig ben ik meer een langetermijndenker.’

                 ‘En wat is het resultaat van die langetermijngedachten?’

                 ‘Tot dit raadsel is opgelost helemaal niets. Het probleem is dat de schade al is aangericht, ook al weten we de daders te vinden. Het zou best kunnen dat ik hier weg moet.’

                 ‘Weglopen? Dat vind ik niets voor jou, Sean.’

                 ‘Soms is het gewoon beter om je tent ergens anders op te slaan, Joan. Een mens kan het tegen de stroom oproeien moe worden.’

                 Hij ging naast haar zitten en nam de helmstok over. ‘De wind draait. Ik ga overstag. Dadelijk komt de giek over. Ik zeg wel wanneer je moet bukken.’

                 Nadat hij zijn manoeuvre had voltooid, liet hij haar de helmstok weer overnemen, maar hij bleef wel naast haar zitten. Ze droeg een broekpak, maar ze had haar schoenen uitgetrokken en haar broekspijpen opgestroopt tot over haar knieën. Ze had kleine voeten en haar teennagels waren roodgelakt.

                 ‘Acht jaar geleden had je toch liever paarse?’

                 Ze lachte. ‘Rood is altijd in, maar paars zou wel eens een comeback kunnen maken. Ik ben gevleid dat je dat nog weet.’

                 ‘Paarse teennagels en een pistool van kaliber .357.’

                 ‘Dat was een heel verleidelijke combinatie, geef het maar toe!’

                 Hij leunde achterover en tuurde in de verte.