De moordaanslag op Clyde Ritter had veel stof doen opwaaien, en nadat dat was neergedaald had hij de Secret Service verlaten, zijn studie afgemaakt en daarna in zijn eentje een praktijk in Wrightsburg geopend. De praktijk was inmiddels uitgegroeid tot een maatschap met twee advocaten en er begon nu eindelijk eens wat schot in Kings leven te komen. Hij was een vooraanstaand advocaat, die op goede voet stond met veel notabelen in de wijde omgeving. Hij gaf ook veel terug aan de gemeenschap, zowel als vrijwillige hulpsheriff als op andere manieren. Als een van de meest aantrekkelijke vrijgezellen van de streek wist hij altijd wel iemand te vinden om mee uit te gaan, en als hij daar geen zin in had, kon hij het zich ook veroorloven om rustig thuis te blijven. Hij beschikte over een brede vriendenkring, al zaten daar weinig echte intimi bij. Hij hield van zijn werk, genoot van zijn vrije tijd en liet zich niet vaak uit zijn evenwicht brengen. Zijn leven marcheerde voort in een zorgvuldig opgebouwd, onspectaculair ritme, en dat beviel hem uitstekend.
Toen hij uitstapte, zag hij een vrouw staan en even dacht hij erover om snel weer in te stappen, maar ze had hem al gezien en kwam haastig naar hem toe gelopen.
‘Hallo, Susan,’ zei hij en hij pakte zijn koffertje van de passagiersstoel.
‘Je ziet er moe uit,’ zei ze. ‘Ik snap niet hoe je dat volhoudt.’
‘Wat?’
‘Overdag druk in de weer als advocaat, en ’s nachts als politieman.’
‘Vrijwillige hulpsheriff, Susan, en niet meer dan één nacht per week. Eigenlijk was het meest opwindende wat me gisteravond is overkomen dat ik moest uitwijken voor een opossum.’
‘Ik durf te wedden dat je toen je bij de Secret Service zat dagen achter elkaar niet sliep. Opwindend, maar ook wel heel uitputtend.’
‘Niet echt,’ zei hij en hij zette koers naar zijn kantoor. Ze liep achter hem aan.
Susan Whitehead was begin veertig, gescheiden, aantrekkelijk, rijk en ze was er kennelijk absoluut op gebeten om hem tot haar vierde echtgenoot te maken. King had haar laatste scheiding afgehandeld en wist uit ervaring hoe groot het aantal onverdraaglijk irritante eigenaardigheden was waarover de vrouw beschikte, en hoe haatdragend ze kon zijn. Hij stond dan ook helemaal aan de kant van haar arme echtgenoot nummer drie. Dat was een timide, teruggetrokken man, die zich zo had laten vermorzelen onder de ijzeren vuist van zijn vrouw, dat hij uiteindelijk naar Las Vegas was gevlucht en zich daar vier dagen lang te buiten was gegaan aan drank, gokken en seks. En dat was het begin van het einde geweest. De man was nu armer, maar ongetwijfeld een stuk gelukkiger en King was beslist niet van plan om zijn plaats in te nemen.
‘Zaterdag geef ik een feestje en ik hoop dat jij ook kunt komen.’
In gedachten keek hij even in zijn agenda, zag dat hij de zaterdagavond nog vrij had, en zei zonder ook maar even te aarzelen: ‘Het spijt me, maar ik heb al andere plannen. In elk geval bedankt, hè? Misschien een andere keer.’
‘Je hebt wel véél plannen, Sean,’ zei ze gemaakt schuchter. ‘Ik hoop echt dat ik daar ook ooit eens deel van kan uitmaken.’
‘Susan, het is niet goed voor een advocaat en zijn cliënte om te nauw bij elkaar betrokken te raken.’
‘Maar ik ben toch geen cliënte meer?’
‘Toch is het geen goed idee, neem dat nou maar van me aan.’ Hij kwam bij de voordeur en maakte die open, voordat hij eraan toevoegde: ‘Fijne dag verder.’ Hij ging naar binnen en hoopte maar dat ze niet achter hem aan zou komen. In de foyer bleef hij een paar seconden staan wachten. Toen bleek dat ze niet op hoge poten achter hem aan kwam, slaakte hij een zucht van opluchting en liep de trap op naar zijn kantoor. Hij was bijna altijd de eerste die binnenkwam. Zijn partner, Phil Baxter, hield zich bezig met de procesvoering, terwijl King alle andere zaken afhandelde: de testamenten, de regelingen voor het beheer van allerlei gelden en onroerend goed, verschillende zakelijke transacties… kortom, de vaste geldmakers. Er was een hoop rijkdom verborgen in veel stille hoeken en gaten in en om Wrightsburg. Filmsterren, grote zakenlieden, schrijvers en andere rijkelui hadden zich hier gevestigd. Ze waardeerden deze omgeving vanwege haar natuurschoon, rust en privacy, en vanwege de vele plaatselijke voorzieningen voor rijke mensen, in de vorm van goede winkels en restaurants, een bloeiend cultureel leven en een eindje verderop in Charlottesville een universiteit van wereldklasse.