Home>>read Onbekend free online

Onbekend(6)

By:Kerry Connor


'Luister, ik heb iets bedacht,' zei ze. 'Als politicus en senator staat Bridges al jarenlang veel en vaak in de belangstelling. Hij is ook al jaren bezig zich voor te bereiden op zijn kandidatuur, dus sinds hij heeft besloten dat hij president wil worden, is hij zeker voorzichtig geweest. De pers heeft veel onderzoek naar hem gedaan, maar nooit iets over hem gevonden. Als hij een duister geheim heeft, dan stamt dat dus niet uit zijn recente verleden. Ik weet dat Hal van plan was de hele levensgeschiedenis van Bridges te behandelen in zijn boek, inclusief zijn kindertijd en tienerjaren. Het lijkt voor de hand te liggen dat als er iets te vinden valt, het in die periode is geweest.'

Stone nam een slokje van zijn koffie. 'Dat klopt met wat Hal me heeft verteld. Hij wilde meer weten over de vroege jaren van Bridges. Ik weet zelf niet zoveel over zijn jeugd, behalve het voor de hand liggende. Wie zijn vader is, waar hij is opgegroeid, dat soort dingen.'

Ja, dat waren feiten waarvan maar weinig mensen niet op de hoogte waren. Rich Bridges kwam uit een machtige familie die al langer politiek actief was in de staat Virginia. Zijn vader Richard Bridges Sr., die Dick werd genoemd, was eveneens senator geweest. Dick had ook ambities gehad om president te worden, alleen was hij er nooit in geslaagd zijn populariteit uit te breiden tot buiten de staat. Zijn zoon was hem de baas wat charisma betrof en leek de droom waar te gaan maken die hij zelf nooit had kunnen vervullen. Het ouderlijk huis van Richard, een grote boerderij, lag in een klein stadje in Virginia, genaamd Barrett's Mill, en vanaf die plek zou hij over drie dagen starten met zijn campagne. Rich Bridges had zijn jonge jaren op de boerderij doorgebracht tot hij naar een dure kostschool was gestuurd. Later was hij gaan studeren aan de Universiteit van Virginia, vervolgens aan Harvard. Hal moest iets hebben ontdekt dat had plaatsgevonden voor Bridges ging studeren.

'Wat heeft Hal je nog meer verteld?' vroeg ze.

'Hij wilde weten of ik iemand wist die Bridges nog van vroeger kende, iemand die met hem zou willen praten,' antwoordde Stone. 'Ik heb gezegd dat hij contact moest opnemen met Gabe Franklin.'

Ze fronste. 'Wie is dat?'

'Een advocaat, met een grote naam op het gebied van staatsrecht. Hij woont hier in Washington en geeft les in Georgetown, maar het belangrijkste is dat hij met Bridges op kostschool heeft gezeten. Ik weet niet of Franklin Hal iets heeft verteld. Om daar achter te komen, zullen we zelf met hem moeten gaan praten. Als hij iets heeft gezegd, is het misschien iets wat we moeten weten.'

'Klinkt goed.' Het klonk meer dan goed. Dit was precies waarop ze had gehoopt. Dat Stone kon voorzien in kennis en contacten die zij niet had, zodat ze dit tot op de bodem konden uitzoeken.

'Natuurlijk rest de vraag hoe Bridges erachter is gekomen dat Hal iets wist. Dat is vreemd, gezien Hals geheimzinnige houding ten opzichte van zijn werk.'

'Misschien zat er een lek bij zijn agent of uitgever.'

'Misschien,' zei hij.

Zuchtend schudde ze haar hoofd. Zoveel vragen, en na drie dagen was ze nauwelijks dichter bij de antwoorden. Die gedachte maakte haar onrustig, en automatisch keek ze weer naar het raam. Toen zag ze hem. Buiten stond een man, die haar recht aanstaarde. Het was een grote man van in de veertig met een heel kort kapsel en grove trekken. Zodra hij haar zag kijken, wendde hij zich af, maar ze zag nog net de harde blik in zijn ogen. Zonder enige twijfel wist ze wie hij was; hij had hen gevonden. Met enige inspanning dwong ze haar mond in beweging te komen om te spreken. 'Jason -

'Ik heb hem gezien,' zei hij voor ze verder iets kon zeggen. 'Laten we gaan.'

'Wat...' Verbaasd keek ze hem aan, maar hij was al bezig geld op tafel te leggen en van de bank te glijden. Voor ze de kans kreeg te vragen waar ze heen gingen, stond hij met uitgestoken hand naast haar. Zijn ogen hield hij op het raam gericht. Ze volgde zijn blik. De man die ze had gezien was weg, maar ongetwijfeld stond hij hen ergens op te wachten.

'Kom mee,' drong Stone aan.

Haastig pakte ze haar tas, en ze schoof naar het einde van de bank in de nis. Zodra ze stond, pakte hij haar bij de arm en trok haar mee. In plaats van naar de uitgang te lopen, zoals ze had verwacht, ging hij naar de achterkant van het café. Een gang leidde naar de toiletten en naar een deur die eruitzag als een nooduitgang. Er hing echter een bordje op waarop met felrode letters stond geschreven dat er een alarm zou afgaan als de deur openging. Ze wilde net vragen of het wel verstandig was via die weg naar buiten te gaan, toen hij zich abrupt omdraaide en haar meetrok door een klapdeur links van hen. Erachter bleek de keuken te zijn. 'Mogen we hier wel komen?' vroeg ze automatisch.

'Maakt dat uit?' zei hij kortaf, zich naar een deur aan de andere kant van het vertrek haastend.

Achter een aanrecht stond een kok die opkeek toen ze langsliepen. Zijn mond viel iets open. Te oordelen naar zijn uitdrukking, mochten ze hier zeker niet komen, maar voor hij iets kon zeggen, waren ze al bij de deur. Daar stond gelukkig geen waarschuwing op.