'Vertel eens iets over ze?'
Langzaam tilde hij zijn hoofd op om haar aan te kijken. Het medeleven in haar ogen was bijna onverdraaglijk. 'Waarom?'
'Omdat ik denk dat je over hen moet praten,' zei ze eenvoudig. 'Dat heb je nooit gedaan, toch? Sinds ze zijn gestorven?'
Zijn zwijgen was veelzeggend.
'Ik weet hoe het is,' zei ze. 'Toen mijn ouders stierven, had ik niemand met wie ik over hen kon praten, terwijl ik dat zo nodig had. Hal bracht me naar een school waar ik niemand kende, weg van hem, weg van mijn vrienden. Er waren daar wel counselors, maar dat waren ook vreemden. Met hen wilde ik niet praten, dus praatte ik met niemand. Dat was heel moeilijk, en ik denk dat het voor jou ook alleen maar moeilijker is als je niet over hen praat. Bovendien, ik weet niets over je gezin, en dat zou ik wel graag willen. Dus vertel me eens iets over hen.'
Hij had inderdaad met niemand over hen gesproken. Dat kon hij niet. Dat deed te veel pijn. Niet wetend wat hij moest zeggen, staarde hij neer op zijn handen. We gaan de straat nu oversteken. Houd papa's hand vast, echode het ineens in zijn hoofd. Het was zijn eigen stem die hij hoorde. Hij had geen idee waar die woorden vandaan kwamen, maar ineens waren ze er, onmiddellijk gevold door een gevoel. Het gevoel van een klein handje, tengere vingers die in zijn palm gleden, zonder aarzeling, vol vertrouwen. Hij staarde naar zijn rechterhand. Wat hij zag, was de leren handschoen die zijn littekens bedekte, maar hij voelde het leer of de littekens niet op zijn huid. Hij voelde het gewicht van een klein warm handje dat in zijn palm rustte. Daarmee gepaard ging een golf van beschermingsdrang, van de pure liefde die altijd door zijn borst stroomde als hij zijn kinderen aanraakte.
De lucht werd uit zijn longen geperst alsof iemand hem een stomp had gegeven, en hij hapte naar adem. Hij was het vergeten. God, hij was vergeten hoe het had gevoeld, de handjes van zijn dochters in zijn grote handen, de manier waarop ze naar hem hadden geglimlacht, hoe blij ze altijd waren geweest hem te zien. Na hun dood was hij het op de een of andere manier vergeten.
Trachtend het gevoel vast te houden, vouwde hij zijn vingers naar binnen. Hij wilde het niet weer vergeten, ook al volgden er snel andere herinneringen, de een na de andere. Zijn hoofd stroomde over, en als vanzelf begon hij te praten.
'Mijn dochtertjes heetten Megan en Morgan. Lisa had de namen bedacht. In eerste instantie vond ik het geen goed idee om een tweeling bijpassende namen te geven. Ik vond het wat al te schattig, maar Lisa wilde het graag. Ze zei dat ze het gevoel had dat ze de meisjes al kende, wist wie ze waren. Ik vond dat zij als moeder meer te zeggen had over hoe ze gingen heten, dus ging ik niet dwarsliggen. Toen ze eenmaal geboren waren, had ik er niet lang voor nodig om te zien dat ze gelijk had. Die namen pasten precies bij hen. Dat was wie ze waren.'
Hij zag weer voor zich hoe Lisa in het ziekenhuis had gelegen met hun pasgeboren meisjes in haar armen. Blij, uitgeput, mooier dan ooit. De eerste keer dat hij haar had gezien, op een feestje, had hij onmiddellijk geweten dat ze een vrouw was met wie hij moest gaan praten. Ondanks het feit dat hij vele vrouwen had gekend in zijn leven, was hij heel nerveus geweest. Toen ze naar hem had geglimlacht, had hij het gevoel gehad dat hij in de hemel was beland.
Zijn lippen bewogen, hij hoorde geluiden uit zijn keel komen en wist dat hij nog steeds aan het praten was, maar hij was vooral bezig zich dingen te herinneren, dingen te voelen. Het ene na het andere beeld verscheen in zijn hoofd, leidde weer tot een volgende serie beelden, bijna sneller dan hij kon verwerken. Hij probeerde alles vast te houden, probeerde de emoties te absorberen die aan de beelden vastzaten, ook al volgden er telkens nieuwe.
Audrey zei niets. Dat hoefde ook niet. Het was genoeg dat ze er was en luisterde naar ieder woord. Hij wist dat ze dat deed, want hij kon haar onafgebroken aandacht voelen rusten op zijn gezicht, kon haar glimlach voelen bij iedere grappige herinnering en haar meeleven bij de liefdevolle.
De herinneringen bleven komen, de een na de ander, zo levendig en helder alsof het allemaal net was gebeurd in plaats van jaren geleden. Voor het eerst voelde hij geen verdriet terwijl hij aan zijn vrouw en kinderen dacht, maar alleen vreugde over het feit dat dat hij zoveel geluk en liefde had mogen ervaren. Iets wat niemand hem ooit meer kon afnemen.
11
Juist op momenten dat Audrey haar rust het hardst nodig had, bijvoorbeeld omdat ze de volgende dag vroeg op moest, had ze er altijd moeite mee in slaap te vallen. Het was daarom geen verrassing dat deze nacht, misschien wel de laatste nacht dat ze ooit nog zou slapen, de slaap niet wilde komen.
Ze had haar pogingen om in slaap te vallen allang opgegeven en staarde naar het donkere plafond. Jason had haar niet hoeven herinneren aan de risico's van wat ze gingen doen. Dat hun plan levensgevaarlijk was, wist ze maar al te goed. Bij aankomst in Barrett's Mill had ze het gevoel gehad dat ze een vijandelijk territorium betrad, maar dat was nog niets vergeleken met een directe confrontatie met Bridges. Hun lot zou in handen komen te liggen van de man die hen dood wilde hebben. Als het goed uitpakte, waren hun problemen opgelost. Als het niet goed uitpakte... Tja, dan hadden ze ook geen problemen meer.