Home>>read Onbekend free online

Onbekend(43)

By:Kerry Connor


De gedachte aan alles wat er mis kon gaan, deed hem weer beseffen hoe waanzinnig hun plan was, hoeveel risico ze namen. 'Het lijkt me nog steeds beter als ik dit alleen ga doen,' zei hij.

Ze wierp hem een sardonische blik toe. 'Dat weet ik. Dat heb je al gezegd, maar je kunt het vergeten, want ik laat je niet alleen gaan.'

'Als er is met mij gebeurt, kun jij in ieder geval nog een andere manier zoeken om dit op te lossen.'

'Als er iets met jou gebeurt en ik maak de belastende informatie niet meteen openbaar, dan weet Bridges dat we hebben gebluft en kan ik hem niet meer onder druk zetten. Bovendien, het is gewoon dwaasheid om maar een persoon die tunnel in te laten gaan. Je hebt iemand nodig om je rugdekking te geven, anders is het gewoon een zelfmoordmissie.' Scherp keek ze hem aan. 'Er is in ieder geval een van ons die het iets kan schelen of je leeft of sterft. Ik ga mee.'

Hij deed zijn mond open om verder met haar in discussie te gaan, maar besefte toen dat het geen zin had. Die koppige blik in haar ogen kende hij nu goed genoeg om te weten dat verder discussiëren gewoon een verspilling van energie zou zijn. Eigenlijk wilde hij boos op haar zijn omdat ze haar leven op het spel zette voor dat van hem, maar het enige wat hij voelde was een soort wrokkig respect. 'Prima,' mompelde hij.

'Mooi.' Ze ontspande iets. Na een korte stilte schudde ze haar hoofd. 'Ook als het ons gaat lukken, blijf ik het een vervelend idee vinden dat het geheim van Bridges dat Hal had ontrafeld, niet openbaar zal worden. Stoort het jou niet dat er geen gerechtigheid zal zijn voor Hal, voor Tim Raymer, die keuringsarts en ook voor Clint?'

'Het enige waar ik om geef, is dat jij niet vermoord wordt.'

'Hoe zit het met de waarheid?'

'Geloof me, de waarheid stelt niet veel voor als mensen dood gaan in hun pogingen die te achterhalen. Was dit verhaal het echt waard dat Hal ervoor stierf, of die arts en Clint?'

'Ik denk dat Hal gezegd zou hebben van wel. Bridges gaat waarschijnlijke onze volgende president worden. Verdienen de mensen het niet te weten wat voor man hij echt is?'

'Ik heb al eens de vergissing gemaakt me zorgen te maken over andere mensen in plaats van over degenen die er echt toe deden. Dat overkomt me niet nog een keer.' Pas toen hij het had gezegd, besefte hij hoe het over kon komen. Alsof zij belangrijk voor hem was. Wat ook zo was, realiseerde hij zich onmiddellijk, terwijl zijn borst verstrakte bij de gedachte. Hij wilde niet dat het zo was, maar het gevoel was onmiskenbaar. In de afgelopen dagen was deze vrouw iets voor hem gaan betekenen. Genoeg om ervoor te zorgen dat het idee dat haar iets overkwam, hem vreselijk bang maakte.

Als de implicatie van zijn woorden al tot haar was doorgedrongen, liet ze dat niet merken. Ze keek hem aan met zoveel medeleven in haar ogen dat hij wel weg moest kijken.

'Wat er met jouw gezin is gebeurd, was niet jouw schuld.'

'Jawel,' zei hij ruw. 'Vergis je niet, dat was het wel.'

'Je kon toch niet weten dat er een bom in je auto was geplaatst?'

'Nee, maar ik wist wel met wat voor soort mensen ik te maken had. Ik had kunnen anticiperen op hoe ze zouden reageren op mijn onderzoek. Ik had aan mijn gezin kunnen denken, maar dat deed ik niet. Ik gaf alleen maar om het verhaal, en zij moesten daarvoor boeten.'

'Is dat de reden dat je niet wil leven? Vanwege het schuldgevoel?'

'Ik heb nooit gezegd dat ik niet wilde leven,' zei hij zwakjes.

'Je hebt ook nooit gezegd van wel.'

Dat was waar. Dat herinnerde hij zich maar al te goed. Hij had het niet over zijn lippen kunnen krijgen, net zoals hij dat nu niet kon. Toch wenste hij vurig dat hij dat kon, al was het maar om haar te laten stoppen met praten.

Toen hij niets meer zei, vroeg ze uiteindelijk: 'Denk je niet dat zij gewild zouden hebben dat je leeft?'

Hij ademde scherp uit. 'Ze zijn er niet meer om hun mening te geven, hè? Dat is het punt.'

'Ze hielden toch van je, of niet? Je vrouw? Je dochtertjes? Net zoveel als jij van hen hield.'

Nee, zei hij bijna. Dat kon niet. Niemand kon zoveel van iemand houden als hij van zijn vrouw en van zijn kinderen had gehouden, zelfs zij zelf niet. Het was gewoon niet mogelijk. In plaats van dat te zeggen, zei hij niets.

'Dat deden ze,' zei Audrey uiteindelijk nadrukkelijk. 'En dat zouden ze willen. Dat kan ik je garanderen. Ze zouden willen dat je leeft.'

'Ik weet niet hoe.' Als vanzelf kwamen die woorden eruit, op een gekwelde onherkenbare toon, alsof ze door iemand anders waren uitgesproken. Hoe moest hij leven in een wereld waarin zijn vrouw en kinderen niet meer leefden? Het was een vraag die hem iedere minuut van de dag bezighield. Een vraag waarop hij het antwoord nog moest vinden.

Zijn vrouw Lisa had meer voor hem betekend dan welke andere vrouw ook die hij had gekend. Ze had hem geraakt zoals niemand ooit had gedaan. Behalve Audrey, besefte hij met een schok. Audrey raakte hem op een bijna moleculair niveau. Morgan en Megan, zijn tweelingdochters, waren de twee wonderlijkste wezentjes geweest die hij ooit had gezien in zijn leven. Hij was erbij toen ze hun eerste adem teug hadden genomen, had ze vastgehouden toen ze nog zo klein waren dat ze samen in zijn beide handen pasten. Hoe moest hij de dagen doorkomen, hoe werd hij verondersteld nog iets te voelen, hoe moest hij ademen zonder hen in deze wereld? Hoe?