Ze was al bezig het pamflet terug te leggen, toen het tot haar doordrong dat er iets bekends aan hem was. Het kwam door de vorm van zijn gezicht en door zijn ogen. De ogen zelf waren bruin. Die van Marybeth waren blauw, wist ze, dus moest Will de ogen van zijn vader hebben. Bruine ogen. Ogen die warm en geruststellend waren, vriendelijk en opgewekt. Ogen die erg veel leken op een ander stel ogen dat ze onlangs nogal nauwkeurig had bestudeerd. Verbijsterd bleef ze naar de foto staren, terwijl tot haar doordrong waarom dat gezicht haar zo bekend voorkwam.
Haar eerste reactie was dat ze het zich moest verbeelden. Het kwam gewoon doordat ze het beeld van Richard Bridges continu in haar hoofd had. Het was heel verklaarbaar dat ze hem overal begon te zien. Echter, de trekken van Will die hij niet van zijn moeder had geërfd, leken precies op die van Richard Bridges, dus hij moest zijn zoon wel zijn. De meeste mensen zouden het misschien niet zien omdat Will op zijn moeder leek, maar door haar werk als fotograaf keek ze veel naar gezichten en bestudeerde ze foto's. Ze wist hoe ze een familiegelijkenis kon herkennen. Na al die tijd die ze de afgelopen dagen had besteed aan kijken naar het gezicht van Richard Bridges, kon ze nu duidelijk trekjes van hem zien in het gezicht van Will Kent.
Ze schatte dat Will ongeveer halverwege de dertig was. Het was goed mogelijk dat hij zo'n negen maanden na die zomer van vijfendertig jaar geleden was geboren. Het zou niet moeilijk moeten zijn om zijn geboortedatum te achterhalen. Verwonderd schudde ze haar hoofd. Het leek zo ongelooflijk. Aan de andere kant zou het wel een heel logische verklaring zijn voor Marybeths reactie op de namen Bridges en Julie Ann Foster. Het moest haast wel kloppen.
Ze was nog steeds bezig haar ontdekking tot zich door te laten dringen, toen Marybeth via de klapdeuren van de keuken de eetzaal binnen kwam.
Verbaasd keek de vrouw haar aan. De glimlach die bezig was zich op haar lippen te vormen, vervaagde zodra ze de uitdrukking op Audreys gezicht zag. 'Lila, is alles in orde?' vroeg ze fronsend.
Eerst kon ze de vrouw alleen maar aankijken, niet wetend wat te zeggen. Moest ze vertellen wat ze had ontdekt? Natuurlijk, dacht ze al snel. Jason en zij waren naar Barrett's Mill gekomen om de geheimen van Rich Bridges te weten te komen, dingen die hij koste wat het kost verborgen wilde houden. Daarom moest ze zeker weten of het waar was. Ze wierp een blik over haar schouder. Het laatste wat ze wilde, was dat hun gesprek werd afgeluisterd. 'Kunnen we even ergens onder vier ogen met elkaar praten?'
De frons van Marybeth verdiepte zich, en haar blik kreeg iets behoedzaams. Na een korte aarzeling knikte ze. 'Goed.' Ze draaide zich om en liep terug naar de klapdeuren.
Audrey volgde haar.
In de keuken ging Marybeth bij het aanrecht staan en leunde erop met haar handen. 'Wat kan ik voor je doen?'
Audrey probeerde haar woorden zorgvuldig te kiezen, wetend dat dit moeilijk zou worden. 'Ik wilde je iets vragen over je zoon... en Richard Bridges.'
Marybeth keek verward, maar tegelijkertijd verscheen er schrik in haar ogen. 'Ik begrijp het niet.'
'Is Richard Bridges de vader van Will?'
'Hoe kom je daar nu bij!' riep Marybeth. 'Dat is absurd!'
Misschien dat ze het zich verbeeldde, maar de uitbarsting van de vrouw kwam onecht op haar over. Ze dwong zichzelf verder te gaan. 'Vijfendertig jaar geleden bracht Richard Bridges de zomer hier in Barrett's Mill door voor hij zou gaan studeren, maar aan het einde van de zomer vertrok hij ineens naar Europa. Er gingen geruchten dat hij rond die tijd iets had met een meisje uit de buurt.'
'Julie Ann Foster,' zei Marybeth, terwijl haar ogen zich vernauwden en er een rode blos op haar wangen verscheen van woede.
'Dat zou kunnen,' stemde Audrey in, 'al betekent het feit dat hij verkering met haar had, nog niet dat hij niet ook iets met een ander gehad kan hebben. Wanneer is Will geboren?'
'Dat gaat je niets aan.'
'Misschien niet, maar ik kan er ook zelf achter komen. Ik zou gokken dat het zo'n negen maanden na die zomer was. Will is ongeveer vierendertig, of niet?'
'Dat zegt niets.'
'Marybeth, ik geloof niet dat ik dat heb verteld, maar ik ben fotograaf. Ik maak familieportretten, schoolfoto's dat soort dingen. Ik kijk iedere dag naar gezichten, en toen ik daarnet eens goed naar de promotiefoto van Will keek, zag ik een gelijkenis met Richard Bridges. Als anderen twee foto's van hen naast elkaar leggen, denk ik dat ze het ook zullen zien. Stel bijvoorbeeld dat een van de journalisten hier het ziet. Dan gaat hij zich afvragen hoe dat zit en zal hij naar Wills familiegeschiedenis gaan kijken, naar jouw verleden, om een verklaring te vinden. Wat denk je dat hij dan zal vinden?'
'Niets,' fluisterde Marybeth. 'Hij zal niets vinden.'
'Weet je dat zeker?' vroeg Audrey vriendelijk, hoewel ze aan Marybeths uitdrukking kon zien dat ze daar helemaal niet zeker van was.
Marybeth slikte moeizaam. 'Je bent hier niet op huwelijksreis, hè?' vroeg ze zwakjes.