Daar had hij gelijk in, dacht ze. Maar ondanks het feit dat ze wat tijd hadden gewonnen, wisten ze nog steeds niet hoe ze konden bewijzen wat ze meenden te weten. Hoe moesten ze nu verder?
9
Richard Bridges stond voor zijn slaapkamerraam te kijken naar de voorbereidingen die werden getroffen op het grasveld achter het huis voor de aankondiging van de start van zijn campagne de volgende dag. Een uur eerder was hij op de boerderij gearriveerd, en hij had nog een hoop te doen. Hij moest de speech oefenen die hij ging geven, de belangrijkste speech in zijn carrière tot nu toe, zijn personeel had instructies nodig, en natuurlijk wilde Dick met hem praten. Dat was niets nieuws; Dick wilde altijd wel ergens met hem over praten, maar de afgelopen maanden was de man nog veeleisender geweest dan gewoonlijk. Hij vreesde dat dat de komende paar jaar alleen nog maar erger zou worden, helemaal als hij won.
Het podium in de tuin was al opgebouwd en op zijn plek gezet. Hij keek naar alle borden en posters, de spandoeken die lagen te wachten om te worden uitgerold. De aanblik van al die zaken vergrootte alleen nog maar de onrust die in de aanloop naar deze dag steeds meer aan hem was gaan knagen. De onrust die werd veroorzaakt doordat hij in plaats van aan de toekomst juist steeds meer aan het verleden dacht. Zodra hij op dat podium ging staan, zodra hij zijn speech had gegeven, zou hij nog kritischer worden bekeken dan voorheen. Zijn verleden zou nog grondiger onder de loep worden genomen. Grote hoeveelheden mensen zouden zich wijden aan het onderzoeken van ieder stukje van zijn levensgeschiedenis, vaak met het doel alles waar ook maar een beetje een luchtje aan zat, naar buiten te brengen. Het was sowieso al een angstige gedachte als mensen probeerden je geheimen te achterhalen, laat staan wanneer je ook echt iets te verbergen had. Hij was er altijd van uitgegaan dat niemand er ooit achter zou komen. Dat kon gewoon niet. De laatste tijd vroeg hij zich echter steeds vaker af of het wel voorkomen kon worden.
Zuchtend wendde hij zich af van het raam. Hij had nooit spijt gehad van de dingen die hij had gedaan in zijn leven, de keuzes die hij had gemaakt. Waarom zou hij? Als mens moest je proberen te doen wat gezien de omstandigheden het beste was, en dat hij altijd gedaan. Hij had gedaan wat hij moest doen; hij had noodzakelijke keuzes gemaakt, moeilijke beslissingen genomen, maar was het dat allemaal waard geweest? Nog niet zo lang geleden zou hij volmondig ja hebben gezegd. Als hij andere keuzes had gemaakt, had hij hier nu niet gestaan, en dit was precies waar hij hoorde te zijn. Hij wist dat hij de juiste man was om het land te besturen, wist hoeveel goeds hij zou kunnen doen. Het was om een hoger doel te dienen en niet alleen voor zichzelf dat hij bereid was te vechten voor het presidentschap. Maar waar kwam dan toch die aanhoudende, groeiende onrust vandaan?
Misschien kwam het doordat hij, nu hij op het punt stond zoveel te krijgen, besefte hoeveel hij te verliezen had. Als iemand achter de waarheid zou komen, als iemand erachter kwam welke keuze hij lang geleden had gemaakt, dan was hij alles kwijt. Daar twijfelde hij niet aan. De mensen zouden het niet begrijpen. Ze zouden oordelen zoals mensen altijd deden. Natuurlijk gold dat alleen als de waarheid uitkwam. Zolang er niets aan de hand was, moest hij gewoon doorgaan. Hij moest zich blijven voorbereiden op het moment waar hij zijn hele volwassen leven naartoe had gewerkt en bidden dat de geheimen die begraven lagen, ook begraven bleven.
De rit terug naar de herberg legden Audrey en Jason in stilte af. Audrey wist dat hij net als zij zocht naar een andere manier om de waarheid te achterhalen. Tegen de tijd dat ze bij de herberg arriveerden, had hij nog niets gezegd, waaruit ze opmaakte dat hij het antwoord ook nog niet had gevonden.
De balie was leeg toen ze naar binnen liepen. Daar was ze blij om, omdat ze op dit moment niet goed in staat was de schijn van de gelukkige, kersverse echtgenote op te houden voor Marybeth.
'Ik ga even douchen en me omkleden,' zei Jason.
Terwijl ze naar zijn kleren keek, die gekreukt en modderig waren geworden toen hij in de greppel was geklommen, rommelde haar maag. Ineens besefte ze dat ze nog niets had gegeten vandaag. 'Ik denk dat ik hier boven blijf,' zei ze. 'Het is bijna lunchtijd, en ik ga eens even kijken of Marybeth iets te eten heeft.'
Met een knikje ging hij op weg naar de trap.
Vechtend tegen de ontmoediging, die zwaar op haar drukte, liep Audrey de eetzaal in. Toen ze door het vertrek heen liep in de richting van de keuken, zag ze wat van het campagnemateriaal van Will Kent uitgespreid liggen op een dressoir. Onwillekeurig ging ze erheen om een kijkje te nemen. Ze pakte een glossy pamflet op. Will was best knap, en erg fotogeniek ook, stelde ze vast, terwijl ze het gezicht in zich opnam dat naar haar glimlachte. Dat was handig voor een politicus. Hij had krachtige trekken, een sterke rechthoekige kaak, en zijn tanden waren recht en bijna oogverblindend wit. De fotograaf was er goed in geslaagd zijn charisma over te brengen, en Wills glimlach was op de foto net zo charmant als in het echt. Hij had een goede fotograaf in de arm genomen.