'Klinkt interessant.'
Clint keek naar de man naast hem die had gesproken. Hij had hem nog niet eerder gezien, of misschien was hij net gaan zitten. Het was een grote man, gespierd en met een heel kort kapsel, alsof hij in het leger zat of zoiets. Hij kende hem niet. Zeker zo iemand van buiten de stad die naar Barrett's Mill was gekomen voor de aankondiging. Clint knikte. 'Geloof me, dat is het.'
'Ik zou er graag meer over horen.'
Met samengeknepen ogen keek Clint naar de vreemdeling. 'Ben jij ook een journalist?'
De man schudde zijn hoofd met een vage glimlach om zijn lippen. 'Nee. Gewoon iemand die van een goed verhaal houdt, en het klinkt alsof jij er een te vertellen hebt.' explosieve onthulling
'Dat heb je goed gezien. Bridges dacht waarschijnlijk dat niemand er ooit nog over zou beginnen of nog eens goed zou kijken naar wat hij heeft gedaan. Hij zal het niet zien aankomen, en dat maakt het nog mooier, weet je.'
De vreemdeling glimlachte. 'Ik ben het helemaal met je eens.'
8
Marybeth Kent haalde een verse lading muffins voor het ontbijt uit de oven en snoof de geur op. Het rijke aroma had niet het effect waarop ze had gehoopt. De spanning in haar buik werd er niet minder van. Neerstarend op de rij perfect gevormde muffins, zuchtte ze diep. Normaal gesproken was dit haar favoriete moment van de dag. Meestal stelden de geuren van de keuken haar gerust. Het huis was stil; de gasten lagen nog in de bedden die zij voor ze had opgemaakt. Ze vond het fijn om mensen die van huis weg waren een gezellig thuis te bieden. Haar hele leven had ze er al van gedroomd dat te doen, omdat zij vroeger toen ze opgroeide nooit een fijn thuis had gehad. Alleen waren de meeste mensen die ze nu in huis had, niet haar gebruikelijke gasten. Het waren journalisten die in de stad waren vanwege Richard Bridges.
Richard Bridges, die verdraaide vent. Bijna knalde ze het blad met muffins op het aanrecht. Op het laatste moment wist ze zich te beheersen. Met trillende handen zette ze het blad voorzichtig neer. Opnieuw ademde ze diep in, dit keer om zichzelf te kalmeren. Toen ze eindelijk stopte met trillen, dwong ze haar verkrampte vingers te ontspannen. Vervolgens trok ze de ovenwant uit en begon de muffins van het blad te halen.
Deze hele beproeving kon haar niet snel genoeg voorbij zijn. Ze wist dat ze blij zou moeten zijn met het geld dat al die gasten in het laatje brachten. Iedere andere eigenaar van een motel of bed and breakfast in de stad was dolblij met het extra geld dat al die bezoekers van het Bridges-circus opbrachten. Geen van hen had echter zoveel reden die naam te haten als zij. Geen van hen had een huis vol verslaggevers die hinderlijke vragen stelden.
Ze was eraan gewend zelfs voor de moeilijkste gasten een hartelijk gezicht op te zetten, maar de afgelopen week was erg zwaar voor haar geweest. Al die mensen die wilden weten of ze Richard Bridges kende, wat ze van hem vond, of ze op hem zou stemmen. Ze snoof. Alsof ze dat ooit zou doen. Anders dan de rest van de wereld - inclusief haar eigen zoon, bedacht ze met een steek van pijn liet zij zich niet voor de gek houden door Richard Bridges. Ze wist precies wat voor man hij was. Daar was ze op een onaangename manier achter gekomen. Ze had haar best gedaan beleefd te blijven tegen de journalisten, terwijl ze hun het liefst zou vertellen wat ze van hun vreselijke vragen vond, en van Richard Bridges.
Helaas was hij niet de enige die geschaad zou worden als de waarheid uitkwam. De angst greep haar bij de keel bij de gedachte alleen al, en ze leunde tegen het aanrecht om rustiger te worden. Nee. Niemand mocht het ooit te weten komen. Daarom werd ze zo zenuwachtig van al die journalisten. Hoe langer ze doorgingen met het stellen van vragen, het rondkijken en loeren, altijd dat loeren, hoe groter de kans dat een van hen haar geheim zou ontdekken.
De enige gasten die geen journalisten waren, was dat aardige pasgetrouwde stel dat in Wills kamer sliep. Eerst had ze niet zeker geweten of ze wel moest geloven dat ze op huwelijksreis waren. Het hadden ook journalisten kunnen zijn die een verhaal hadden verzonnen om medeleven op te wekken, zodat ze een kamer kregen. De manier waarop ze naar elkaar hadden gekeken, die ondefinieerbare energie die tussen hen knetterde, had haar er echter uiteindelijk van overtuigd dat ze de waarheid spraken. Ze glimlachte. Ja, er was beslist iets romantisch aan de hand tussen die twee. Ze zouden die kamer vast goed gebruiken. Gelukkig had ze in ieder geval twee mensen onder haar dak die niet geobsedeerd waren door Richard Bridges.
Over een paar dagen zou deze hele toestand weer voorbij zijn. Aan die gedachte hield ze zich vast als aan een reddingsboei. In de tussentijd was het enige wat ze kon doen blijven glimlachen, haar gedachten voor zichzelf houden en de uren blijven tellen tot alle journalisten, alle bezoekers en vooral die rotzak van een Richard Bridges eindelijk weg waren en haar wereld weer veilig was.