'Voel je je wel goed?' fluisterde ze.
Woede vonkte in zijn buik en brak door de verdoving heen. Hij wilde 'nee' roepen, haar vragen wat voor stomme vraag dat was. Natuurlijk voelde hij zich niet goed. Hij voelde zich al meer dan twee jaar niet goed. Waarschijnlijk zou hij zich nooit meer echt goed voelen. De irrationele woede doofde toen hij besefte wie hij voor zich had en dat de droefheid in haar blik niet alleen voor hem was. Hal was thuis geweest toen zijn huis in brand was gevlogen, dus de kans was groot dat hij ook was verbrand, als hij niet al dood was geweest voor het huis vlam vatte.
'Ja, het gaat wel,' dwong hij zichzelf te zeggen. Hij wist dat hij haar ook zou moeten vragen hoe het ging, een troostend gebaar moest maken of iets dergelijks, maar hij kreeg het niet voor elkaar. De band tussen hen was al te sterk, en hij wilde die niet nog verder verdiepen.
Haar hand rustte nog steeds op die van hem, en zelfs door de leren handschoen heen voelde hij haar warmte. In een poging het te negeren, keek hij weg van de gedeelde pijn in haar ogen en richtte zijn aandacht weer op het scherm. 'Ik vraag me af of Bridges en Tim Raymer elkaar kenden.' Hij voelde dat haar blik een tijdje op hem bleef rusten voordat ze haar hand eindelijk terugtrok en ook weer naar het artikel keek.
'Nou, volgens dit stuk was Tim Raymer zeventien jaar toen hij stierf, dus zo ongeveer van dezelfde leeftijd als Bridges. De kans is groot dat ze elkaar kenden.'
'Dat lijkt inderdaad waarschijnlijk. Er is niet veel te doen hier, dus ligt het voor de hand dat een paardenliefhebber als Bridges een leeftijdgenoot die op de boerderij werkt, kent.'
'Maar er is niets dat erop wijst dat dit met het geheim van Bridges te maken heeft,' zei ze.
'Misschien niet, maar op dit moment is het het enige wat we hebben, en we moeten ergens beginnen. En ik denk dat we met iedereen moeten gaan praten die Bridges toen kende om te kijken of iemand ons iets meer over hem kan vertellen. Tim is er natuurlijk niet meer, maar misschien zijn ouders wel. Zij zouden ons kunnen vertellen of Tim het wel eens over Bridges had of ons op het spoor kunnen zetten van iemand anders die die zomer op de boerderij werkte.'
'Hier staat dat Tim bij zijn oom woonde, Clint Raymer. Er wordt niets gezegd over zijn ouders.'
'Dan gaan we daar langs, als hij nog in de buurt woont. Het is het proberen waard. Zoveel bruikbaars staat er niet in de krant.'
'Nee, inderdaad,' stemde ze in. 'Oké, dan beginnen we met Clint Raymer. Laten we straks maar eens kijken of we hem kunnen opsporen.'
Nadat ze het artikel hadden uitgeprint, namen ze de rest van de kranten door, daarbij speciaal lettend op eventuele vervolgartikelen. Die waren er niet. Noch Tim Raymer, noch de familie Bridges werd genoemd in de krant gedurende de rest van de zomer of in de maanden die daarop volgden.
Toen ze de film inleverden bij de bibliothecaresse, vroegen ze meteen om het telefoonboek van Barrett's Mill en omstreken. Er stond wel een C. Raymer in, maar er stond geen adres bij. Nadat Audrey zijn nummer had genoteerd, keerden ze terug naar de bibliothecaresse, een vrouw van in de dertig.
'Mag ik nog wat vragen?' zei Jason. 'We zijn op zoek naar Clint Raymer. Weet u toevallig waar hij woont?'
De vrouw keek hem met haar ogen knipperend van verbazing aan. 'Clint Raymer?'
'Dat klopt. Kent u hem?' vroeg hij, al was aan haar reactie al te merken dat dat zo was.
De vrouw knikte langzaam. 'Zeker. Waarom zijn jullie op zoek naar hem, als ik vragen mag?'
'Voor mijn oudtante,' zei Audrey, Jason daarmee de moeite besparend een verhaal te verzinnen. 'Hij is een verre neef van haar, een van de weinige familieleden die ze nog heeft, en we hebben haar beloofd dat we zouden proberen hem te zoeken nu we hier zijn. Ze heeft hem al jaren niet gesproken en wil graag weer met hem in contact komen.'
De wenkbrauwen van de bibliothecaresse gingen een beetje omhoog. 'Goh, ik wist niet dat Clint nog familie had. Dat is leuk. Die kan hij waarschijnlijk wel gebruiken.'
'Hoezo?' vroeg Jason.
De vrouw beet op haar lip en koos haar woorden zorgvuldig. 'Hoeveel weten jullie precies over Clint?'
'Niet zo heel veel,' gaf Audrey toe.
De vrouw trok een grimas en ging toen zachter praten. 'Clint heeft een beetje een... drankprobleem, en zelfs als hij niet te veel gedronken heeft, is hij niet de aardigste persoon om in de buurt te hebben. Zoals ik al zei, het zou leuk voor hem zijn contact te hebben met familie. Ik weet alleen niet precies hoe leuk het zal zijn voor jou of je tante.'
'Ik begrijp het,' zei Audrey. 'Daar was mijn tante al bang voor. Bedankt voor de waarschuwing. Misschien zal een bezoekje van een familielid hem goed doen. Kunt u ons misschien vertellen waar hij woont?'
Na een korte aarzeling pakte de vrouw een potlood en een stukje papier. 'Zijn huis ligt net buiten de stad. Het is het enige huis aan die weg, dus het zal weinig moeite kosten het te vinden. Het is alleen lastig de weg te vinden. Ik zal wel even een kaart tekenen.'