Met een zucht haalde hij de deur van het slot en duwde hem open. 'Ik ben terug,' riep hij, zodat ze zich geen zorgen hoefde te maken over wie er binnenkwam.
Er kwam geen antwoord. De kamer, die nauwelijks groot genoeg was voor de twee eenpersoonsbedden die erin stonden, was leeg. Zijn ogen gingen automatisch naar de geopende badkamerdeur. 'Audrey?'
'Hier,' klonk het onderdrukt vanuit de badkamer.
Waarom klonk haar stem zo zwak, dacht hij bezorgd. Was er iets mis? Snel legde hij de papieren zak op de commode naast de tv en liep zacht de kamer door naar de badkamerdeur. Met zijn zintuigen op scherp leunde hij langzaam naar voren en tuurde naar binnen. Zodra hij haar zag, bleef hij stokstijf staan. Er was niets aan de hand. Ze was in orde. Meer dan in orde. Ze stond voor de badkamerspiegel met haar ogen gericht op haar spiegelbeeld, terwijl ze haar vingers langzaam door haar haar liet glijden. De geur die hij vaag had geregistreerd toen hij de kamer in was gekomen, drong door tot zijn bewustzijn. Het was haarverf. Ze was bezig haar blonde haar donkerbruin te kleuren met de verf die ze hadden gekocht. Ze had het geknipt zodat het nu nauwelijks tot onder aan haar nek reikte, maar het was nog steeds dik. Bijtend op haar onderlip was ze geconcentreerd bezig de verf in haar haar te masseren. Dat was dus de reden dat haar stem gedempt had geklonken.
Nu hij zag dat alles oké was, zou hij zich terug moeten trekken en haar alleen laten. Dat wist hij, maar zijn benen wilden niet in beweging komen en zijn ogen keken niet weg. Ze droeg een dun T-shirt en een korte broek die nauwelijks tot halverwege haar dijen kwam. Het shirt zat strak om haar borsten en haar rondingen waren duidelijk te zien. Terwijl hij dat vaststelde, verplaatste ze haar gewicht waardoor de onderkant van haar korte broek iets omhoog kroop en er nog een paar centimeter dij onthuld werd. Zijn blik ging er automatische naartoe en het duurde veel te lang voor hij erin slaagde zijn aandacht op haar gezicht te richten.
Nog steeds kon hij niet bewegen, de spanning verspreidde zich door zijn lichaam en hield hem op zijn plek. Het leek wel alsof hij nauwelijks kon slikken, zo gespannen was zijn keel. Te oordelen naar haar geworstel met de verf, had ze dit nooit eerder gedaan. Doordat ze van nature blond haar had, een kleur die veel vrouwen graag wilden hebben, had ze waarschijnlijk nooit de noodzaak gevoeld. Er was een beetje haarverf op de schouders van haar T-shirt gedruppeld. Dat was zeker de reden dat ze zo weinig kleding droeg, want hij wist dat ze meer kleren had gekocht dan ze nu aanhad. Ze wilde haar beperkte garderobe natuurlijk niet meteen ruïneren.
Het kwam in hem op naar voren te lopen om aan te bieden haar te helpen. Het was fatsoenlijk om dat te doen, maar de gevoelens die hij had waren niet zo fatsoenlijk. Hij bedacht hoe het zou zijn om vlak achter haar te gaan staan en zijn handen door haar haar te laten glijden, hoe hij het geluid zou horen van haar adem die bleef steken in haar keel terwijl hij dat deed. Hij herkende die gevoelens maar al te goed. Het waren dezelfde gevoelens die hij had gehad toen hij in haar ogen had gekeken voor het huis van Franklin. De hitte. Het strakke gevoel in zijn borst. Ja, hij herkende het, hij wist alleen niet waarom het nu gebeurde. Goed, ze was een aantrekkelijke vrouw. Veel meer dan alleen aantrekkelijk, als hij eerlijk was, dus dat deel begreep hij wel. Maar het was zo lang geleden dat hij iets had gevoeld voor een vrouw, laat staan iets wat zo sterk was. Meer dan twee jaar geleden nu, sinds Lisa was gestorven. Nee, sinds Lisa was vermoord, samen met Megan en Morgan.
De herinnering daaraan raakte hem zoals gewoonlijk als een moker en bracht de pijn terug, het schuldgevoel. Dat zou genoeg moeten zijn om zijn reactie op deze vrouw te laten verdwijnen, maar dat was niet zo. Niet helemaal. Na wat er was gebeurd had hij gedacht dat hij nooit meer iets zou voelen voor een vrouw. Dat had hij ook niet gewild. Toch gebeurde het nu, voor iemand die hij pas net had ontmoet. Hij kon het niet verklaren, en het beviel hem helemaal niet. Des te meer reden om te zeggen wat hij zeggen moest.
'Alles goed?' vroeg ze plotseling, zonder haar ogen van de spiegel te halen. 'Heb je wat eten meegenomen?'
Geschrokken knipperde hij en vroeg zich af hoelang hij daar in gedachten verzonken had gestaan voor ze had besloten iets te zeggen. Hij schraapte zijn keel en wist er geluid uit te persen. 'Ja.'
'Nog iets gezien wat op moeilijkheden wijst?'
'Nee.'
'Waarom klink je dan zo onrustig?'
Hij trok een grimas. Nu moest hij het zeggen. 'Luister, ik heb nagedacht...'
'Ja?' vroeg ze toen hij niet verderging.
'Over wat je zei over hoe riskant het is om naar Barrett's Mill te gaan.'
'Wil je niet meer gaan?'
'Dat wel, maar ik weet niet of jij wel mee moet gaan. Misschien is het te gevaarlijk. Het zou veiliger zijn als we een plek voor je zoeken waar je je een tijdje schuil kan houden totdat ik dit heb uitgezocht.'