Hij wist waar Lena naar op zoek was, namelijk naar een man die er voor de volle honderd procent voor haar was. Een man die haar de aandacht kon geven die ze van haar ouders nooit had gehad. Afgelopen weekend had hij samen met haar de Facebookpagina van haar moeder bekeken. Tussen alle foto’s van haar kinderen stond er slechts één van Lena, die van haar ontmoeting met Cliff Richard. Ze had erom gelachen, maar in een onbewaakt ogenblik had hij de pijn in haar ogen gezien.
Ze verdiende het niet in de schaduw te moeten staan van haar broer en zus. Ze was zo mooi, vanbinnen en vanbuiten. Ze verdiende betere ouders, en meer dan hij haar kon geven. Onvoorwaardelijke aandacht en veiligheid. En hoewel ze het nooit naar hem had uitgesproken, zelfs ooit had ontkend, wist hij dat ze uiteindelijk wilde trouwen.
Een benauwd gevoel bekroop hem, want een huwelijk kon hij haar niet bieden. Hij wist door zijn ouders wat voor neptoestand dat kon opleveren. Het huwelijk was een valkuil om langer bij elkaar te blijven dan goed was voor mensen en kinderen te produceren. Hij was absoluut niet van plan om daaraan mee te doen. Hun idealen over de toekomst botsten botsten dus. Het zou het beste zijn om haar niet meer te zien. Als hij zich eenmaal teruggetrokken had, was ze vrij op zoek te gaan naar een man die wel in al haar behoeften kon voorzien. Ondanks het feit dat ze een teamplayer was die andere mensen graag steunde, had ze immers zelf ook steun nodig.
Hijzelf hield er wel van om alleen te leven en nooit op anderen te hoeven rekenen. Bovendien was hij niet goed in staat om anderen emotioneel bij te staan. Hij had Lena er zelfs niet toe kunnen brengen hem te vertellen over de man die haar gekwetst had. Dat zat hem vreselijk dwars. Hij moest en zou er alles over weten. Eerder kon hij zijn relatie met haar niet beëindigen.
Na aankomst, ver na middernacht, kroop hij stilletjes naast haar in bed.
‘Seth?’
‘Sst, het is al laat.’ Hij drukte zacht een kusje op haar lippen en werd overvallen door een gevoel van tederheid.
Lena mompelde iets. Hij verstond het niet, maar aan de glimlach op haar gezicht kon hij zien dat ze gelukkig was. Dat raakte hem. Hij trok haar warme lichaam tegen zich aan. Opnieuw mompelde ze iets, nu iets duidelijker…
De vier woorden die hij opving, echoden door zijn hoofd, bezorgden hem energie en evenveel angst. Wel vaker had hij die woorden gehoord, ook van vrouwen die klaarwakker waren. Hij had er nooit waarde aan gehecht. Die vrouwen waren stuk voor stuk uit geweest op zijn succes en status. Maar Lena was anders, wist hij. Hij voelde zich nu zo vreemd dat hij wilde dat hij niet naar haar toe was gekomen.
Toen Lena wakker werd, was ze verbaasd Seth in diepe slaap aan te treffen in haar bed. Hij werd toch geacht in Wellington te zijn? Had hij zo naar haar verlangd? Ze bestudeerde zijn prachtige, ontspannen gelaatsuitdrukking. Hij was zo knap. Ineens herinnerde ze zich weer dat hij midden in de nacht naast haar in bed was gekropen, en dat ze zo had genoten van zijn warmte dat ze had gezegd… O, nee.
Voorzichtig, om hem niet te wekken, stapte ze uit bed. Onder de douche vocht ze tegen haar tranen. Het was al erg genoeg dat ze haar zwakte tegenover zichzelf had toegegeven, maar nu had ze hem er ook van op de hoogte gebracht. Ze herinnerde zich nu ook weer zijn reactie op haar liefdesbetuiging. Doodse stilte.
De minuten voordat ze naar haar werk moest vertrekken, tikten weg. Terwijl Seth nog lag te slapen, kleedde ze zich aan en nam een ontbijt. In gedachten formuleerde ze een plan. Ze zou gewoon doen alsof ze het nooit had gezegd, doen alsof ze gedroomd had. Een nachtmerrie was het sowieso.
‘Waarom ben je nog niet uit bed? Had jij geen vergadering?’ Ze legde een hand op zijn voet en kietelde hem. ‘In Wellington?’ Omdat ze geen reactie kreeg, schudde ze hem stevig heen en weer.
‘Het heeft uren geduurd voordat ik in slaap viel,’ antwoordde hij uiteindelijk kreunend. ‘Lena…’
‘Wat?’ Geen antwoord. Ze pakte haar tas en draaide zich weer naar hem om.
Seth ontweek haar starende blik, kwam overeind zitten en bedekte zijn lichaam met het laken. Dat deed hij anders nooit.
‘Ik moet gaan,’ zei ze beslist, maar vanbinnen bestierf ze het. Nog altijd keek hij haar niet aan. ‘Je zult jezelf uit moeten laten.’ Haastig liep ze naar de deur. ‘Ik ben al laat.’
Na haar vertrek liet Seth zich weer achterover vallen in de kussens en staarde naar het plafond. In zijn hoofd echode nog altijd haar hese, fluisterende stem. Misschien had hij het alleen maar gedroomd. Hij was ook zo moe geweest.
Het was hoe dan ook beter geweest als hij die nacht niet hierheen was gekomen. Die avond zou hij wegblijven. Hij had tijd en ruimte nodig om helder te kunnen nadenken. Al kon hij er niet onderuit die avond naar de thuiswedstrijd van de Silver Knights te gaan, bedacht hij kreunend. De jongeren waarmee hij in het stadion had getraind, waren allemaal ook uitgenodigd, als beloning voor hun harde werken.