‘Ik ben ontspannen.’
Dat was gelogen, hij voelde haar hart snel en furieus kloppen tegen zijn vingertoppen. Hij keek omlaag en zag dat ze haar ene been om het andere had gevouwen, waardoor ze erbij stond als een flamingo. Haar tenen krulden in haar sandalen. Een glimlach van voldoening verscheen op zijn gezicht, maar toen ze dat zag, trok ze haar hand terug.
‘Het gerucht gaat dat je bijzonder intelligent bent, maar de eerste beste rugbyspeler had het eerder door dan jij. Als ik nee zeg, bedoel ik ook nee.’
‘Ik ben inderdaad best intelligent,’ antwoordde hij bescheiden. ‘Ik zie dus ook waar je mee bezig bent.’
‘O ja? Waarmee dan?’
‘Je speelt een spelletje met me. Je laat me bungelen.’
‘Denk je nou echt dat ik er genoegen in schep je te laten bungelen?’ mompelde ze. ‘Je arrogantie mag er wezen.’
‘Ja, dat denk ik. Vrouwen houden gewoon van manipuleren. Je speelt hard to get terwijl je me net zo graag wilt als ik jou.’ Hij deed nog een stap dichterbij. ‘Wees eerlijk tegen me, Lena.’
‘Je hebt het mis,’ antwoordde ze beslist. ‘Niet alle vrouwen spelen dit soort spelletjes. Ik in ieder geval niet. Ik meen wat ik zeg.’
‘Maar iets in jou wil dat niet zeggen.’ Haar omgekrulde tenen verraadden haar. Dat hoopte hij althans.
‘Denk je dat?’ vroeg ze woest. ‘Ben je echt zo’n vent die denkt dat nee ja betekent? Zo’n macho die denkt: als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks?’
‘Je kunt me zo hard beledigen als je wilt, maar het gaat niet werken.’ Hij grijnsde. ‘Ik ben niet kwaad te krijgen.’ Hij had letterlijk gevochten om te leren zijn emoties in bedwang te houden. Het had hem veel tijd en moeite gekost om zijn woede te leren beheersen, maar op dit moment was hij verre van kwaad, eerder geamuseerd. Nieuwsgierig wachtte hij af wat haar volgende zet zou zijn.
‘Dit is voor jou niet meer dan een spelletje, of wel soms?’
Seth lachte. ‘Het valt niet te ontkennen, Lena. Je was gisteravond zo verhit dat je explodeerde bij de eerste de beste aanraking.’ Hij boog zijn hoofd voorover. ‘Maar volgens mij kwam dat niet alleen door mij. Het is logisch dat je opgewonden raakt als je in een omgeving vol testosteron werkt. Na een tijdje gaat het dan gewoon niet meer. Dan kun je maar beter ontploffen bij iemand als ik dan bij een van de mannen. Je zit tenslotte niet te wachten op gesodemieter op de werkvloer, toch?’
Haar gezicht was lijkbleek geworden. Dit was heel interessant. Was dat waarom ze zo afstandelijk was tegenover de spelers? Was er ooit toch iets gebeurd op de werkvloer? Dat kon bijna niet anders. Zijn nieuwsgierigheid nam met de minuut toe. Hij wilde alles over haar weten, maar op dit moment vooral hoe hij haar weer aan het lachen kon krijgen.
Lena slaakte een diepe zucht. Dacht hij werkelijk dat ze opgewonden raakte doordat ze voor haar werk om moest gaan met de rugbyspelers? Hij was gek. Ze waren knap, maar ze zetten haar hart niet in vuur en vlam. Hij was degene die iets in haar had wakker geschud. Het was echter beter hem in de waan te laten. ‘Het overkomt me maar eens per jaar,’ fluisterde ze ondeugend, toen ze zichzelf weer enigszins in de hand had. ‘Kun je zolang wachten?’
‘Eens per jaar?’ Zijn gelaatstrekken maakten duidelijk dat zijn jachtinstinct weer naar boven kwam. ‘Weet je zeker dat het nu niet wat vaker voor gaat komen? Volgens mij stijgt je temperatuur nog steeds.’
Ze deed een stap naar achteren en zette beide voeten stevig op de grond. ‘Jij hebt last van waanideeën.’
‘Niet waar,’ antwoordde hij hoofdschuddend. ‘Ik voel me gewoon vereerd.’
‘Sorry?’ Ze was de draad even volledig kwijt.
‘Het overkomt je slechts een keer per jaar, zei je.’ De toon waarop hij sprak, was uiterst serieus. ‘Omdat het zo’n zeldzame ervaring voor je is, beschouw ik het dus als een compliment dat je mij gisteravond hebt uitgekozen.’
‘Gisteren ging je er anders nog van uit dat ik hier was om het hele team af te werken,’ merkte ze geërgerd op.
‘Klopt. Raar hoe verkeerd een eerste indruk kan zijn, hè? Wat was jouw eerste indruk van mij?’
‘Dat je een arrogante hufter was.’
‘Zie je wel? Daar klopt ook helemaal niets van.’
Even keek ze hem ernstig aan, maar toen schoot ze in de lach. ‘Je bent… Je bent –’
‘Ermee klaar als jij dat ook bent,’ grapte hij. ‘Kom, laten we hier weggaan.’
Nog altijd lachend schudde ze haar hoofd. ‘Je bent onverbeterlijk, onverschrokken en onmogelijk. Geef het alsjeblieft op.’ Ze meende het.
‘Dat kun je niet van me vragen.’ Hij legde een hand op haar arm en keek haar indringend aan.