‘Het is de waarheid. Ik hou van je, Clare. Ik hou van je en ik wil mijn leven met je delen. Ik heb zelfs naar Pretty in Pink gekeken.’
‘Echt?’
‘Ja, en ik vond elke seconde vreselijk.’ Hij pakte haar hand. ‘Maar ik hou van je en als het je gelukkig maakt, kijk ik tien tienerfilms met je.’
‘Je hoeft geen tienerfilms met me te kijken.’
‘Godzijdank.’ Hij tilde zijn vrije hand op en duwde haar haar achter haar oor. ‘Ik heb buiten in de auto iets voor je. Ik dacht niet dat Joyce het in huis wilde hebben.’
‘Wat is het?’
‘Je zei dat je een man en kinderen en een hond wilde. Dus hier ben ik met een erg wagenzieke yorkshireterriër-pup en de wil om aan het kinderdeel te werken.’
Opnieuw had hij in haar eenzame hart gekeken en haar gegeven wat ze wilde. Plus een hond. ‘Ik heb niets om aan jou te geven.’
‘Ik wil alleen jou. Voor het eerst in een hele tijd heb ik het gevoel dat ik op de plek ben waar ik hoor te zijn.’
De tranen die ze niet eens wilde verbergen, stroomden over haar wangen. Ze ging op haar tenen staan en sloeg haar armen om zijn hals. ‘Ik hou van je.’
‘Niet huilen. Ik haat huilen.’
‘Ik weet het. En winkelen. En de weg vragen.’
Hij sloeg zijn armen om haar heen en hield haar stevig vast. ‘Ik heb mijn appartement verkocht en ik heb geen plek om te wonen. Daarom heeft het zo lang geduurd om hiernaartoe te komen toen ik eenmaal had besloten dat ik hier hoorde te zijn.’
‘Ben je dakloos?’ vroeg ze tegen de zijkant van zijn nek.
‘Nee. Mijn plek is bij jou.’ Hij duwde een kus op haar slaap. ‘Ik heb nooit begrepen wat mijn moeder bedoelde toen ze zei dat ze eindelijk haar plek had gevonden. Ik begreep niet hoe de ene plek anders kon voelen dan de andere. Maar nu weet ik het. Jij bent mijn plek en ik wil er nooit meer weg.’
‘Mooi.’
‘Clare.’ Hij liet haar los en hield een ring voor haar neus met een prinses geslepen, vierkaraats diamant.
‘O mijn god!’ hijgde ze. Ze keek van de ring naar zijn gezicht.
‘Trouw met me. Alsjeblieft.’
Emotie verstopte haar keel en ze kon alleen maar knikken. Ze was een liefdesromanschrijfster, maar ze kon niets romantisch bedenken om te zeggen, behalve ‘ik hou van je’.
‘Betekent dat ja?’
‘Ja.’
Hij liet zijn ingehouden ademhaling ontsnappen, alsof hij daar ooit aan had getwijfeld. ‘Er is nog één ding,’ zei hij terwijl hij de ring aan haar vinger schoof. ‘Ik had een achterliggend motief om de hond te kopen.’
De ring was het mooiste wat ze ooit had gezien. Ze keek naar zijn gezicht en besloot dat hij het op een na mooiste was. ‘Natuurlijk heb je dat.’ Ze veegde onder haar ogen. ‘Wat is het?’
‘In ruil voor die meisjesachtige hond weiger ik om onder meisjesachtig kant te slapen,’ zei hij terwijl zijn mondhoeken omhooggingen en er een glimlach op zijn gezicht verscheen.
Omdat ze haar kanten beddengoed al had weggedaan, was dat een gemakkelijk compromis. ‘Voor jou doe ik alles.’ Ze ging op haar tenen staan en kuste Sebastian Vaughan. Hij was haar minnaar, haar maatje en haar heel eigen romantische held, die bewees dat de ergste nachtmerrie van een vrouw soms kon veranderen in ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.