Hij pakte zijn zwarte Ray-Ban, die op het dashboard lag. Hij was moe, dat was alles. Hij was vijfendertig en verdomd moe. Hij zette zijn zonnebril op en startte de suv. Hij was nu twee dagen in Boise, nadat hij aan één stuk door vanuit Seattle hiernaartoe was gereden. Als hij maar genoeg slaap kon krijgen – minstens acht uur – zou alles in orde komen. Hij hield zichzelf voor dat dat was wat hij nodig had, hoewel hij wist dat het onzin was. Hij had op heel wat minder slaap gefunctioneerd, en het had hem nooit in zijn werk belemmerd. Of het nu tijdens zandstormen of stortregens was – in Zuid-Irak was het een keer allebei tegelijkertijd voorgekomen – het was hem altijd gelukt om zijn werk af te maken en zijn deadlines te halen.
Het was nog niet eens middag en de temperatuur in Boise was al dertig graden toen hij van de parkeerplek af reed. Hij zette de airconditioning aan en zette hem zo dat deze in zijn gezicht blies. Hij had de afgelopen maand een volledig medisch onderzoek gehad. Hij was overal op getest, van griep tot hiv. Hij had een perfecte gezondheid. Fysiek was er niets met hem aan de hand.
Er was ook niets mis met zijn hoofd. Hij hield van zijn werk. Hij had keihard gewerkt om te komen waar hij nu was. Hij had voor elke centimeter gevochten en was een van de succesvolste journalisten van het land. Er liepen niet veel jongens zoals hij rond. Mannen die aan de top waren gekomen, niet door hun achtergrond of cv of een graad van Columbia of Princeton, maar door wat er in hen zat. Natuurlijk hadden talent en de liefde voor het vak een rol gespeeld, maar hij had het voornamelijk gemaakt met hard werken en aanpoten en de honderd procent vastberadenheid die door zijn aderen stroomde. Hij was ervan beschuldigd dat hij een arrogante klootzak was, wat volgens hem inderdaad min of meer klopte. Wat zijn critici echter het meest dwarszat, was dat die waarheid hem ’s nachts niet wakker hield.
Nee, er was iets anders wat hem wakker hield. Iets wat hem vanuit het niets had getroffen. Hij was overal ter wereld geweest, voortdurend verbaasd over wat hij zag. Hij had verslag gedaan over de meest uiteenlopende zaken, van prehistorische kunst in de grotten van Oost-Borneo tot felle branden in Colorado. Hij had de zijderoute gevolgd en op de Chinese Muur gestaan. Hij had het voorrecht gehad om gewone en ongewone mensen te ontmoeten, en hij had van elke minuut genoten. Als hij een moment de tijd nam om zijn leven te overdenken, was hij opnieuw uitermate verbaasd.
Ja, hij had ook nare dingen meegemaakt. Hij was ingekwartierd geweest bij het Eerste Bataljon Vijfde Regiment van het Korps Mariniers toen ze Irak vierhonderdvijftig kilometer in waren getrokken, helemaal tot Bagdad. Hij had het heetst van de strijd meegemaakt en hij kende de geluiden van vechtende mannen die vlak voor hem stierven. Hij kende de smaak van angst en cordiet in zijn mond.
Hij kende de geur van hongersnood en misstanden, had de vlammen van fanatisme zien branden in de ogen van zelfmoordbommengooiers en de hoop van moedige mannen en vrouwen die vastbesloten waren om op te komen voor zichzelf en hun gezinnen. Wanhopige mensen die naar hem keken alsof hij hen kon redden, terwijl het enige wat hij kon doen het vertellen van hun verhaal was. Een artikel schrijven en dat onder de aandacht van de wereld brengen. Maar als het erop aankwam kon het de wereld helemaal niets schelen, behalve als het in hun eigen achtertuin gebeurde.
Twee jaar voor 9/11 had hij een artikel geschreven over de Taliban en de strikte interpretatie van de sharia onder leiding van Mullah Muhammed Omar. Hij had gerapporteerd over openbare executies en het geselen van onschuldige burgers, terwijl machtige landen – de kampioenen van de democratie – aan de zijlijn stonden en weinig deden. Hij had een boek geschreven, Twintig jaar oorlog in Afghanistan, over zijn ervaringen en de consequenties die voortvloeiden uit een wereld die de andere kant op keek. Het boek had goede recensies gekregen, maar de verkoop was bescheiden geweest.
Dat was allemaal veranderd op die dag met een helderblauwe hemel in september toen terroristen vier passagiersvliegtuigen hadden gekaapt en de mensen hun aandacht plotseling richtten op Afghanistan en er duidelijkheid kwam over de gruweldaden die uit naam van de islam door de Taliban werden begaan.
Een jaar na de publicatie van zijn boek stond het nummer één in de bestsellerlijsten en plotseling was hij het populairste jongetje van de school. Elke mediale uitlaatklep, van The Boston Globe tot Good Morning America, wilde een interview. Hij had in sommige toegestemd, maar had de meeste afgewezen. Hij hield er niet van om in het middelpunt van de belangstelling te staan, en hij was niet geïnteresseerd in politiek of politici. Hij stond geregistreerd als niet-partijgebonden en was geneigd om onafhankelijk van partijbeleid te stemmen. Hij was het meest geïnteresseerd in het boven water halen en publiceren van de waarheid, zodat de wereld het kon zien. Het was zijn werk. Hij had zich een weg naar de top gevochten – en had soms getrapt en geduwd – en hij genoot ervan.