Ze bracht het blad naar de salon. ‘Canapés?’
‘Dank je, liefje,’ zei haar moeder terwijl ze naar het blad keek. ‘Ze zien er prachtig uit.’ Ze verschikte de hulst in Clares borstzak. ‘Herinner je je mevrouw Hillard nog?’ vroeg ze.
‘Natuurlijk.’ Clare hield het blad aan een kant en kuste de lucht naast Ava Hillards wang. ‘Hoe is het met u?’
‘Prima.’ Ava pakte een canapé. ‘Je moeder vertelt me net dat er deze maand een nieuw boek van je uitkomt.’ Ze nam een hapje en spoelde dat weg met chardonnay.
‘Ja.’
‘Ik vind het fantastisch. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om een heel boek te schrijven.’ Ze keek door haar dunne schildpadbril naar Clare. ‘Je moet wel heel creatief zijn.’
‘Dat probeer ik in elk geval.’
‘Clare is altijd een heel creatief kind geweest,’ zei haar moeder terwijl ze de canapés herschikte alsof ze nog niet helemaal goed stonden. De oude passief-agressieve Clare zou het blad expres scheef hebben gehouden zodat ze naar één kant gleden. De nieuwe Clare glimlachte gewoon en liet haar moeder haar gang gaan. Hapjes verplaatsen was niet iets om geïrriteerd over te raken.
‘Ik vind het heerlijk om te lezen.’ Ava was de laatste vrouw van Norris Hillard, de rijkste man van Idaho en de op drie na rijkste man van het land. ‘Je moeder stelde voor dat ik je om een exemplaar van je laatste boek zou vragen.’
Dat haar moeder gratis boeken beloofde was behoorlijk irritant. ‘Ik geef geen exemplaren van mijn boeken weg, maar u kunt ze in elke boekwinkel kopen.’ Ze keek naar haar moeder en glimlachte. ‘Ik ga deze opwarmen,’ zei ze terwijl ze het blad omhooghield. ‘Excuseer me.’
Ze laveerde tussen haar moeders vriendinnen door, deelde een paar canapés uit en bereikte de keuken zonder haar kalmte of haar glimlach te verliezen. Ze verwachtte Leo te zien kokkerellen. In plaats daarvan stond Sebastian bij het aanrecht, met zijn rug naar de keuken terwijl hij naar de achtertuin keek. Hij droeg een wit T-shirt onder een grove grijze trui en zijn gebruikelijke cargobroek. Zijn haar leek nat tegen de achterkant van zijn hoofd en ontblote nek. Toen hij haar schoenen op de tegelvloer hoorde, draaide hij zich om en keek naar haar. Zijn groene ogen boorden zich in de hare en ze bleef plotseling staan.
‘Waar is Leo?’ vroeg ze terwijl er een paar canapés gevaarlijk dicht naar de rand van het blad gleden.
Sebastian had het zich gemakkelijk gemaakt met de rode wijn van Joyce en hield een glas bij zijn heupen. ‘Hij zei dat hij even rust nam.’
‘In het koetshuis?’
‘Ja.’ Sebastians blik ging van haar ogen naar haar mond en gleed toen langzaam naar het takje hulst. Hij wees met zijn glas naar haar. ‘Rood staat je goed.’
‘Dank je.’ Ze deed een paar stappen naar voren en zette het blad op het kookeiland in het midden van de keuken. Hij zag er ook goed uit, op een absoluut smakelijke manier, en ze hield expres afstand. Haar maag was licht en zwaar tegelijkertijd en ze deed een poging om een beleefd gesprek te voeren. ‘Wat heb je sinds gisteren gedaan?’
‘Ik heb de hele nacht gelezen.’ Hij nam een slok van zijn wijn.
Door de afstand tussen hen kalmeerde haar maag en ze haalde opgelucht adem. ‘Waarover dit keer?’
Hij keek haar over zijn glas aan. ‘Piraten.’
‘Internetpiraten?’
‘Internet?’ Hij schudde zijn hoofd en glimlachte scheef. ‘Nee. Zeepiraten. De echte uit de avonturenromans.’
Haar eerste twee boeken waren over piraten gegaan. Het eerste ging over kapitein Jonathan Blackwell, bastaardzoon van de hertog van Stanhope, en het tweede over William Dewhurst, wiens liefde om de Stille Zuidzee te plunderen net iets minder groot was dan zijn liefde om lady Lydia te plunderen. Tijdens haar onderzoek voor die boeken had ze geleerd dat piraterij nog steeds een probleem was. Het was zeker niet zo wijdverspreid als het een paar honderd jaar geleden was geweest, maar het was nog net zo meedogenloos. ‘Schrijf je een artikel over piraterij?’
‘Nee. Dat niet.’ Hij liep naar haar toe en zette zijn glas naast het zilveren blad, waarmee hij de prettige en veilige afstand tussen hen doeltreffend wegnam. ‘Hoe is het feest?’
Clare haalde haar schouders op. ‘Berni Lang vertelde me dat mijn eitjes verschrompelen.’
Hij keek met zijn intens groene ogen naar haar en had er duidelijk geen idee van waarover ze het had. Natuurlijk wist hij dat niet. Mannen hoefden zich geen zorgen te maken over tikkende klokken en verschrompelende eitjes.
‘Ze zegt dat ik moet opschieten, omdat ik anders niet meer zwanger kan worden zonder petrischaal.’