Hij begon langzaam. Plagend en verleidelijk. Het puntje van zijn tong raakte de scheiding van haar volle lippen, en hij plantte zachte kussen in haar mondhoeken. Ze stond doodstil. Verstard, behalve haar vingers die aan de voorkant van zijn shirt kromden. ‘Kom op, Clare. Je weet dat je het wilt,’ fluisterde hij net boven haar mond.
Haar lippen gingen uit elkaar en ze haalde adem, zijn adem, tot diep in haar longen. Hij maakte er meteen gebruik van en zijn tong gleed langs de binnenkant van haar hete, vochtige mond. Ze smaakte naar chocolademelk en naar het verlangen dat ze probeerde te verbergen. Daarna draaide ze haar hoofd naar één kant en versmolt met zijn borstkas. Haar handen gleden naar zijn schouders en de zijkant van zijn nek. Sebastian voerde de opwinding en de druk een beetje op. Ze antwoordde met een zacht gekreun dat tintelingen over zijn huid verspreidde en zich als een gloeiend hete vuist vastzette in zijn onderbuik. Maar toen de kus net echt lekker begon te worden, ging de voordeur van het koetshuis open en dicht en Clare schrok zich dood. Ze deed een paar stappen naar achteren en Sebastians handen vielen langs zijn zij. Haar ogen waren wijd open en haar ademhaling was onregelmatig.
Sebastian hoorde de voetstappen van zijn vader vlak voordat Leo de keuken in liep. ‘O,’ zei hij terwijl hij aan de andere kant van de tafel bleef staan. ‘Hallo, jongen.’
Sebastian was nog nooit zo blij geweest dat hij een wollen Pendleton-shirt los over zijn broek droeg. ‘Hoe voel je je?’ vroeg Sebastian terwijl hij zijn beker pakte.
‘Beter.’ Leo keek naar Clare. ‘Ik wist niet dat jij hier was.’
Clare glimlachte en veegde de expressie van haar gezicht. ‘Sebastian heeft me geholpen met de lampjes.’
‘Mooi. Ik zie dat hij je iets warms heeft gegeven om je weer op temperatuur te brengen.’
Haar ogen werden groot. ‘Wat?’
Sebastian probeerde niet te lachen – een halve seconde lang. Toen vulde zijn geamuseerde gegrinnik de keuken.
‘Hij is altijd gek geweest op chocolademelk met marshmallows,’ voegde Leo eraan toe en hij richtte zijn aandacht daarna op zijn zoon. ‘Waarom lach je?’
‘O,’ begon Clare met een enorme zucht van opluchting, waarmee ze Sebastian de moeite bespaarde om het uit te leggen. ‘Chocolademelk. Ja, Sebastian was zo lief om chocolademelk te maken.’ Ze liep naar haar jas en pakte hem. ‘Ik moet het linnen uit mijn kofferbak halen en dan denk ik dat ik het voor vandaag voor gezien hou,’ zei ze terwijl ze haar armen in de mouwen stopte. ‘Behalve als mijn moeder nog meer karweitjes voor me heeft.’ Ze sloeg haar sjaal rond haar hals. ‘Wat zeg ik? Natuurlijk heeft ze meer voor me te doen. Dat is altijd zo.’ Ze keek door de keuken. ‘Leo, zorg goed voor jezelf, zodat je verkoudheid niet erger wordt. Ik zie je morgen op het feest van mijn moeder.’ Ze richtte haar blik op Sebastian. ‘Bedankt voor je hulp.’
‘Ik loop even met je mee.’
Ze stak een hand op en haar blauwe ogen werden groot. ‘Nee!’ Haar glimlach wankelde, maar bleef op zijn plaats. ‘Blijf maar bij je vader.’ Ze pakte haar handschoenen en liep de keuken uit. Even later ging de voordeur achter haar dicht.
Leo keek naar Sebastian. ‘Dat was vreemd. Is er iets gebeurd wat ik moet weten?’
‘Nee. Er is niets gebeurd.’ In elk geval niet iets waarover hij met zijn vader wilde praten. Leo mocht absoluut niets weten over de kus. ‘Ik denk dat ze gespannen is door het feest.’
‘Je hebt waarschijnlijk gelijk,’ zei Leo, maar het klonk niet overtuigd.
Twaalf
Clare mengde zich glimlachend en pratend tussen de leden van haar moeders gezelligheidsverenigingen en liefdadigheidsinstellingen. Bing Crosby zong The First Noel, enkele decibellen zachter dan het geroezemoes van de converserende gasten. Ter ere van het jaarlijkse kerstfeest had Clare een takje hulst in het borstzakje van haar pluizige angoravest gestoken. Het vest sloot met parelknoopjes; het onderste viel net onder de tailleband van haar zwarte wollen broek. Ze droeg hooggehakte rode pumps aan haar voeten en haar haar was naar achteren gekamd in een eenvoudige naar binnen gedraaide paardenstaart. Haar make-up was vlekkeloos en haar rode lippenstift paste bij haar vest. Ze zag er goed uit en dat wist ze. Het had geen zin dat te ontkennen. Het was helaas moeilijker voor haar om te ontkennen dat ze zich had gekleed met een zekere journalist in gedachten. Ze kon zich voorhouden dat ze altijd probeerde er zo goed mogelijk uit te zien, wat min of meer de waarheid was. Maar als ze anders naar een van haar moeders feesten ging, trok ze haar eyeliner nooit zo nauwkeurig en scheidde ze haar wimpers nooit zo perfect als ze haar mascara aanbracht.