Ze was fysiek uitgeput en emotioneel gekwetst, en als ze eerlijk was tegen zichzelf, was haar kater nog steeds niet helemaal over. Ze legde haar hand op haar pijnlijke hoofd en beloofde plechtig om weg te blijven bij mannen en alcohol, in elk geval tot ze haar leven op de rails had. Tot ze een moment van helderheid had. Het ta-da-moment, als alles duidelijk werd.
Clare stond op en sloeg haar armen rond de bedstijl en de bundel Brussels kant. Haar hart en trots waren aan flarden, maar dat waren allemaal dingen waarvan ze zou herstellen.
Er was iets anders. Iets wat ze morgenochtend meteen moest regelen. Iets wat ernstig kon zijn.
Iets wat haar meer angst aanjoeg dan een onzekere toekomst zonder aanvallen van koopwoede en zoete broodjes. En dat was dat ze helemaal geen toekomst zou hebben.
Vashion Elliot, hertog van Rathstone, stond met zijn handen achter zijn rug terwijl hij zijn blik van de blauwe veer op de hoed van miss Winters naar haar ernstige groene ogen liet dalen.
Clares vingers bleven boven de toetsen hangen terwijl ze naar de tijd keek die rechtsonder op haar beeldscherm stond vermeld.
Miss Winters was knap, ondanks de koppige schuine stand van haar kin. Hij kon buiten schoonheid. De laatste knappe vrouw in zijn leven had een overvloed aan passie bezeten, in bed en daarbuiten, die hij niet snel zou vergeten. Natuurlijk, die vrouw was zijn voormalige minnares geweest. Geen stijve, keurig nette gouvernante.
‘Ik heb hiervoor een dienstbetrekking gehad bij Lord en Lady Pomfrey, als gouvernante van hun drie zoons.’
Haar tengere figuurtje verdween in de bontcape en ze zag eruit alsof een sterke windvlaag haar zo kon meevoeren. Hij vroeg zich af of ze sterker was dan ze leek. Net zo koppig als haar kin suggereerde. Als hij besloot haar in dienst te nemen, had ze dat nodig. Maar het feit dat ze in zijn studeerkamer stond toonde een mate van kracht en vastberadenheid die hij gewoonlijk miste in de andere sekse.
‘Goed, goed.’ Hij zwaaide ongeduldig met zijn hand boven de aanbevelingsbrieven die op zijn bureau lagen. ‘Je bent er, dus neem ik aan dat je mijn advertentie hebt gelezen.’
‘Ja.’
Hij liep om zijn bureau heen en trok aan de manchetten van zijn bruine militaire overjas. Hij was lang en grofgebouwd, wat het resultaat was van vele uren fysieke inspanning, zowel op zijn buitenverblijf in Devon als op zijn schip, de Louisa. ‘Dan ben je je er dus ook van bewust dat ik mijn dochter wens mee te nemen, als zich een gelegenheid voordoet die het vereist om te reizen.’ Hij wist het niet zeker, maar hij dacht dat hij een vonk zag in de serieuze ogen die terugkeken, alsof de gedachte aan reizen haar opwond.
‘Ja, excellentie.’
Clare schreef nog een paar bladzijden voordat ze stopte met het schrijven aan De gevaarlijke hertog, het derde boek in haar gouvernantenserie. Om negen uur pakte ze de telefoon. Ze had het grootste deel van de nacht wakker gelegen omdat ze doodsbang was voor dit telefoontje. Wat ze het meest vreesde, meer dan het opbergen van de paar herinneringen aan Lonny, was de praktijk van dokter Linden bellen.
Ze toetste de zeven cijfers in en toen de telefoniste opnam zei ze: ‘Ik wil graag een afspraak maken.’
‘Bent u een patiënt van dokter Linden?’
‘Inderdaad. Ik ben Clare Wingate.’
‘Wilt u een afspraak met de dokter of met Dana, de praktijkverpleegkundige?’
Ze wist het niet zeker. Ze had dit nog nooit eerder gedaan. Ze deed haar mond open om het er gewoon uit te gooien. Om het gewoon te zeggen. Haar keel werd droog en ze slikte. ‘Ik weet het niet.’
‘Ik zie dat uw jaarlijkse controle in april is geweest. Denkt u dat u zwanger bent?’
‘Nee… nee. Ik… ik ben pasgeleden ergens achter gekomen, ik heb mijn… tja, ik heb ontdekt dat mijn vriend… ik bedoel mijn ex-vriend… me ontrouw is geweest.’ Ze haalde diep adem en legde haar vrije hand op haar keel. Ze voelde haar hart onder haar vingers bonken. Dit was belachelijk. Waarom vond ze dit zo moeilijk? ‘Dus… moet ik getest worden op… u weet wel. hiv.’ Een nerveus lachje ontsnapte aan haar droge mond. ‘Ik bedoel, ik denk niet dat het waarschijnlijk is, maar ik moet het zeker weten. Hij zei tegen me dat hij me maar één keer heeft bedrogen en bescherming heeft gebruikt, maar kun je iemand die ontrouw is echt geloven?’ Hemel. Ze was van stamelen op ratelen overgestapt. ‘Zo snel mogelijk, alstublieft.’
‘Ik zal even kijken.’ Ze hoorde de telefoniste aan het andere eind van de lijn op een toetsenbord typen. ‘Eens kijken, we zullen zo snel mogelijk een afspraak voor u maken. Dana heeft op donderdag een afzegging. Is halfvijf goed?’
Donderdag. Drie dagen. Het was een eeuwigheid. ‘Dat is goed.’ Stilte vulde de lijn en Clare dwong zich om te vragen: ‘Hoe lang gaat het duren?’