‘Ja, haar vriendin Lucy is gisteren getrouwd.’ Joyce knikte en haar grote hoed zakte naar beneden. ‘Het zal niet lang duren voordat Claresta met Lonny trouwt, haar jongeman. Ze zijn heel gelukkig samen. Ze hebben het erover gehad om de bruiloft volgend jaar juni hier in de tuin te houden. Dan staan de bloemen in bloei; het is hier prachtig in die tijd van het jaar.’
‘Ja, ik geloof inderdaad dat ze het over Lonny heeft gehad.’ Het was duidelijk dat Joyce het laatste nieuws niet had gehoord.
Er viel een pijnlijke stilte, of misschien was het alleen pijnlijk van zijn kant omdat hij wist dat er in juni geen bruiloft zou plaatsvinden. ‘Ik heb geen kans gehad om Clare te vragen wat ze voor de kost doet,’ zei hij om de stilte te verbreken.
Joyce richtte haar aandacht op haar rozen. ‘Ze schrijft romans, maar andere dan jouw boek.’
Hij wist niet wat hem meer choqueerde: dat mevrouw Wingate wist dat hij een boek had geschreven, hoewel het geen roman was, of dat Clare schrijfster was. ‘Echt?’ Hij zou gedacht hebben dat ze een professionele vrijwilligster was, net als haar moeder. Maar hij had een vage herinnering dat ze hem saaie verhalen vertelde over een denkbeeldige hond. ‘Wat schrijft ze? Vrouwenfictie?’ vroeg hij.
‘Zoiets,’ antwoordde Joyce, terwijl haar ogen op de vertrouwde manier opvlamden.
Pas later, toen Sebastian en zijn vader samen aan tafel zaten te eten, vroeg hij: ‘En? Wat doet Clare voor de kost?’
‘Ze schrijft romans.’
‘Dat heb ik begrepen. Wat voor soort romans?’
Leo schoof een schaal groene bonen in Sebastians richting. ‘Liefdesromans.’
Zijn hand bleef in de lucht hangen. Kleine Claresta? Het meisje dat dacht dat je van een kus zwanger raakte? Het kleine meisje met het vreemde uiterlijk en de dikke bril dat opgegroeid was tot een mooie vrouw? De mooie vrouw die een kleine roze string droeg die haar fantastisch stond? Een schrijfster van liefdesromans? ‘Jezus.’
‘Joyce vindt het maar niets.’
Sebastian pakte de schaal en begon te lachen. ‘Jezus.’
Drie
‘Hij zei tegen me dat het niets te betekenen had,’ zei Clare, waarna ze een slok van haar koffie nam. ‘Alsof het niet erg was omdat hij geen gevoelens had voor de Sears-monteur. Het was hetzelfde excuus dat mijn derde vriend gebruikte toen ik hem met een stripper betrapte.’
‘Wat een hufter!’ zei Adele terwijl ze room met amandelsmaak in haar kopje schonk.
‘Homo of niet,’ voegde Maddie eraan toe, ‘mannen zijn klootzakken.’
‘Het ergste van alles is dat hij Cindy heeft meegenomen,’ vertelde Clare, verwijzend naar de yorkshireterriër die Lonny en zij vorig jaar samen hadden uitgekozen. Terwijl hij zijn spullen pakte, had ze haar bruidsmeisjesjurk uitgetrokken en een douche genomen. Sommige spullen in huis waren uitsluitend van hem of hadden ze samen gekocht. Hij had het allemaal mogen hebben; ze had geen behoefte aan herinneringen, maar het was niet in haar opgekomen dat hij zou wachten tot ze onder de douche stond om ervandoor te gaan met Cindy.
‘Met het risico om Maddie te herhalen,’ zei Lucy terwijl ze voorover leunde om meer koffie voor zichzelf in te schenken, ‘wat een klootzak.’ Lucy was minder dan vierentwintig uur geleden getrouwd, maar had haar echtgenoot in de steek gelaten toen ze over Clares verdriet had gehoord.
‘Weet je zeker dat Quinn het niet erg vindt dat je hier bent?’ vroeg Clare. ‘Ik vind het vreselijk om jullie huwelijksreis te onderbreken.’
‘Ik weet het zeker.’ Ze ging naar achteren zitten en blies in haar porseleinen kopje. ‘Ik heb hem vannacht zo ontzettend gelukkig gemaakt dat hij niet kan stoppen met glimlachen.’
Haar mondhoeken krulden omhoog terwijl ze eraan toevoegde: ‘Bovendien vertrekken we morgenochtend pas naar Grand Bahama.’
Hoewel Clare Lonny met haar eigen ogen had gezien, kon ze nog steeds niet geloven dat het was gebeurd. Rauwe emotie brandde in haar aderen en ze aarzelde tussen boosheid en pijn. Ze schudde haar hoofd en slikte haar tranen weg. ‘Ik ben nog steeds geschokt.’
Maddie leunde naar voren en zette haar kop en schotel op de salontafel van marmer en mahonie. ‘Liefje, is het echt een complete schok voor je?’
‘Natuurlijk is het een schok.’ Clare veegde over haar natte wangen. ‘Wat bedoel je?’
‘Ik bedoel dat we hem er allemaal van verdachten dat hij homo was.’
Clares vingers stokten en ze keek naar haar vriendinnen, die in haar zitkamer op de bank en stoelen van haar overgrootmoeder zaten. ‘Wat? Jullie allemaal?’
Hun ogen ontweken haar.
‘Hoe lang?’
‘Vanaf het moment dat we hem ontmoetten,’ biechtte Adele op.