‘Voel jij je verdwaald?’ Ik snuit mijn neus en kijk naar de naad tussen het marmer en het glanzende beton onder de deur. ‘Jokkebrok!’
‘Dat is juist spannend, Nan! Ik ben bang voor mensen die altijd weten waar ze naartoe gaan.’ Ze loopt langs me heen om in de spiegel te kijken of haar lippenstift nog goed zit. ‘Die denken niet genoeg na.’
‘Maar als dat kleine meisje nu eens…’
‘Lieverd, ik zet je niet onder druk.’ Ze pakt een linnen gastendoekje van de ring en reikt het me aan.
‘Je zet me niet onder druk? Je werkt een jaar aan een speelkamer voor mijn ongeboren kind – mijn ongeboren dóchter…’
‘Ik discrimineer niet. Kom op, we gaan taart eten.’
Ik knik en sta op om haar een knuffel te geven voordat ze wegloopt. Ik spat wat water op mijn gezicht en probeer niet te kijken naar die volwassene met rode oogjes in de spiegel waarvoor ik vroeger op mijn tenen moest gaan staan. Met een diepe zucht hang ik het gastendoekje netjes terug en voeg me weer bij de anderen.
‘O!’ Sarah kijkt me bezorgd aan als ik weer ga zitten. ‘Gaat het?’
‘Ja, prima. Ik heb gewoon veel aan mijn hoofd.’
‘God, wat is het lang geleden dat iemand van ons moest janken.’ Sarah wrijft over mijn schouder. ‘Eigenlijk baal ik ervan dat je het niet hier hebt gedaan.’
‘Het was niet mijn bedoeling een kettingreactie te veroorzaken,’ zeg ik. Ik pak een punt pruimentaart en schenk mezelf nog een glas wijn in.
‘Dank je,’ zegt Josh, en hij aait over het donzige bolletje dat aan zijn borst ligt te slapen.
‘Nan, het spijt me dat ik zulke absurd lange dagen maak dat ik je niet vaker heb kunnen zien.’ Sarah geeft een klopje op mijn hand. ‘Ik vind het heel erg dat ik je in de armen van Citrine Kittridge heb gedreven.’
‘O, mijn god, maak je niet druk, dat is het helemaal niet.’ Ik schud mijn hoofd en geef een klein stukje taart aan Pepper door. ‘Alleen, we zijn nog maar een minuutje terug. We leven uit verhuisdozen, alles is chaotisch en bedekt met asbeststof, ik heb nog maar één cliënt kunnen strikken, Grace piest eindelijk niet meer zodra er iemand een boor aanzet en nu overvalt Ryan me vandaag opeens met zijn dringende kinderwens.’
‘Super,’ juicht Josh terwijl Pepper op haar taart aanvalt. ‘Gewoon doen. Jen wilde vicepresident worden voordat ze het zelfs maar in overweging wilde nemen, maar het leven had andere plannen. Zij heeft een flitsende carrière in de effectenhandel en ik heb me nog nooit zo goed vermaakt.’
‘Echt? Heb je het niet moeilijk met de zwangerschapsstriemen en tepelkloven?’ Ik hou mijn hoofd schuin.
‘Is je epi goed genezen?’ valt Sarah me bij.
‘Man.’ Ik zwaai dreigend met mijn vork naar Josh. ‘Ryan is altijd aan het werk; ik héb geen Josh en we hebben niet zoveel geld dat ík thuis kan blijven, dus ik zou echt niet weten waar we het van zouden moeten doen.’
Oma geeft de slagroom door. ‘O, hemel, en dan kom ik ook nog eens met mijn badkamer… Je hebt het zwaar te verduren.’
Sarah leunt naar me over en schenkt zichzelf nog eens bij. ‘Nou, ik heb dit kalenderjaar nog geen s-e-k-s gehad, dus ik zou het al een voorrecht vinden om te weten wie de vader van mijn kinderen werd.’
‘Ja, dat is ook zo,’ krabbel ik terug, ‘alleen…’
‘Wat?’ Oma knikt me bemoedigend toe.
‘We zijn zo vaak verhuisd dat we het er nog nooit serieus over hebben gehad. Ik bedoel, we hebben niet afgesproken wanneer we beginnen. Toen we dit huis kochten, wist ik eigenlijk wel dat dat het volgende gesprek zou worden, maar om dat nou aan Park Avenue 721 te voeren? Het is heel vreemd dat we het plotseling zo oneens zijn, helemaal als het om iets zo belangrijks gaat, en wat nog vreemder is, is dat ik niet weet waarom we het zo oneens zijn.’
‘Die tepelkloven misschien?’ zegt Sarah.
‘Ik ga er niet over liegen…’ zegt oma wrang terwijl ze de koekenpan pakt en ermee naar de keuken loopt.
Sarah en ik proppen Josh, Wyatt en een bewusteloze Pepper in een taxi en terwijl we naar station Franklin Street lopen, luister ik mijn voicemail af. ‘Hé, schatje, ik hoopte echt je aan de lijn te krijgen. Ik moet het laatste vliegtuig naar Washington nemen – graanrellen. Het spijt me ontzettend. Maar ik heb Grace uitgelaten en ik bel je als ik morgen even tijd heb, goed? Ik mis je nu al. Droom maar lekker.’ Balend omdat ik ben vergeten mijn mobieltje na de training weer aan te zetten sms ik Ryan dat het goed met me gaat, dat ik vol Provençaals lam zit en dat hij ook lekker moet dromen. Thuis tref ik een doos marshmallows en een bos bloemen in een verfemmer vol water aan. En ik zwijmel.