Home>>read Nanny Slaat Terug free online

Nanny Slaat Terug(33)

By:Nicola Emma En Kraus Maclaughlin


‘Ik schijn al begonnen te zijn. Ik ben op afroep beschikbaar voor… We zullen wel zien waarvoor. Ik bedoel, de leerlingen waren een beetje té, maar die docente was super. Als ik voor haar en haar collega’s in de bres kan springen, of ze in elk geval door die “aanpassinkjes” kan helpen manoeuvreren, ben ik al dolblij. En in de tussentijd laat ik me steriliseren.’

‘God, als dat zou kunnen…’

‘Ja, hè?’ Ik voel dat het begint te miezeren en kijk op naar het zilverige waas dat neerdaalt uit de laaghangende donkere wolken die tussen de gebouwen door zichtbaar zijn. Als ik weer naar beneden kijk, zie ik dat Citrine, die haar nieuwe knot strak trekt, opeens somber kijkt.

‘Gaat het wel?’

Ze knikt en kijkt langs me heen naar het pakhuis achter ons, waar oude elementen uit gesloopte huizen worden verkocht; ze wilde er dolgraag met me naartoe. Ze hijst haar tas over haar schouder en zegt, weer met een sprankeling in haar stem: ‘God, we gaan er echt heen. Ik vind het zo spannend. Ben je al in Brideshead begonnen?’

‘Ja.’ Het is waar. Eén bladzij is een beginnetje.

‘Spectaculair, hè? De thematiek heeft me in 2004 de inspiratie gegeven voor een serie litho’s over religieuze versus seksuele passie. En de laatste keer dat ik hier was, hadden ze een latei die de essentie van Waugh weergaf. Ze zullen hem wel uit een paleisje aan Fifth Avenue hebben getrokken. Zonde.’ Ze duwt de glazen deur open, die een messing bel erboven in werking zet, en ik loop achter haar aan het muffe, schemerig verlichte pakhuis in. We blijven even stokstijf staan, als twee sterren op een poster van een actiefilm, om de vloer van bladderend hout en de collectie porselein in snoepkleurtjes op ons in te laten werken.

‘Ongelooflijk,’ prevel ik. Ik leg mijn hoofd in mijn nek om de glas-in-loodpanelen uit het Tiffany-tijdperk te bewonderen die aan het plafond hangen, samen met zo te zien alle soorten industriële lampen en verkeersborden die de afgelopen twee eeuwen ten oosten van de Hudson hun diensten hebben bewezen.

‘Ik haal hier al mijn materiaal voor mijn installaties. Ik ben weg van deze winkel.’ Ze maakt haar donsjack open, waaronder ze haar nog vochtige yogakleding aanheeft. ‘Al die geschiedenis.’ Ze kucht.

Ik klop op haar rug. ‘Voorzichtig,’ zeg ik. ‘Volgens mij is die geschiedenis beschimmeld.’

‘Maar vind je het niet schitterend?’ zegt ze zodra ze weer kan praten.

‘Zet er nog een werkende wc en een magnetron in en je hebt mijn huis zo ongeveer.’

‘Je boft maar.’ Ze pakt haar tas en we slaan een smal gangpad in. ‘Clarks architect sleept ons van de ene roestvrijstalen toonzaal naar de andere, maar ik vind dat die spullen geen hart hebben. Ik wil geen huis dat eruitziet alsof alles, tot de inhoud van de koelkast aan toe, door een vreemde is uitgezocht. Maar dit!’ Ze loopt naar een barokke houten schoorsteenmantel die tegen een stapel andere spullen geleund staat. ‘Dit heeft karákter.’ Ze leunt ertegen, met een been in zwarte legging elegant opzij, en doet alsof ze een cocktail in haar hand houdt.

Ik wijs naar de verdwaalde spijker die gevaarlijk dicht bij haar donsjack uit het hout steekt.

‘Je vindt er niks aan,’ stelt ze vast.

‘Wel waar! Sorry, maar weet je, nu ik drie traptreden en een aannemer mis, droom ik eigenlijk van iemand die alles voor me uitkiest, tot de inhoud van de koelkast aan toe. Ik zou zelfs in de zevende hemel zijn als ik bij thuiskomst een vers pak melk en draaiende deurknoppen aantrof.’

‘Je hebt gewoon even geen inspiratie.’ Ze pakt mijn hand. ‘Kom mee, beneden hebben ze echt fascinerende dingen.’

Een uur later zijn we door de van schimmel vergeven catacomben met de restanten van vooroorlogse New Yorkse bouwelementen gezigzagd. Citrine juicht bij elke gebarsten tegel, gehavende deurknop en zwart uitgeslagen letter die we tegenkomen.

‘O, mijn god, is het niet fantástisch!’ hoor ik weer eens terwijl ik in een bak met stoffig deurbeslag rommel. ‘Nan, moet je kijken.’ Ik draai me om naar de andere kant van het gangpad, waar Citrine, met haar vondsten onder beide armen geklemd, een metalen plaquette tussen haar gestrekte vingers houdt. ‘Dit is van de fabriek naast mijn atelier! Nou ja, het is nu een bouwput, maar er zat een handschoenenfabriek. Ik moet het hebben. Ben jij al geslaagd?’ Ze schuifelt voorzichtig naar me toe om niets te laten vallen.

‘Nog niet.’ Ik wroet nog steeds in de stoffige bak. ‘Ik zoek deurbeslag voor onze slaapkamerdeur.’

‘Wat is dat?’

‘We willen de oorspronkelijke glazen knop houden, maar de deur sluit niet goed. Daarom moet ik het originele beslag zien te vinden, heb ik me laten vertellen. Vervolgens heb ik veel te lang op Wikipedia over de geschiedenis van deurbeslag zitten lezen. Die kennis ben ik voor eeuwig kwijt, samen met het deel van mijn brein dat nu helemaal gevuld is met de hellingshoeken van trappen, randen van badkuipen en alles wat erbij komt kijken.’