Home>>read Nanny Slaat Terug free online

Nanny Slaat Terug(22)

By:Nicola Emma En Kraus Maclaughlin


‘Komt voor elkaar.’

Hij glimlacht en ik zie onmiskenbaar opluchting in zijn ogen. ‘Mag ik je nummer? Dan sms ik je alle gegevens.’

‘Super.’ Ik wacht terwijl hij zijn mobieltje pakt en het nummer erin zet.

‘Cool.’ Hij reikt me de hand. ‘Dank je wel, ik vind het echt tof van je.’ En ik sla mijn armen niet om hem heen, ik barst niet in tranen uit van opluchting omdat ik een kans krijg om het goed te maken, ik neem gewoon zijn hand aan en schud die voor de tweede keer in twee dagen.

Die avond kijk ik zodra de pijltjes op mijn BlackBerry als uitbundige dansers elk een kant op schieten of ik een bericht van Grayer of Ryan heb gekregen terwijl ik in de ondergrondse zat, maar nee. Ik hoop dat Ryan nog in een bespreking zit en haal opgelucht adem wanneer ik weer rechtstreeks word doorgeschakeld naar de voicemail, want ik weet dat als ik Ryan aan de lijn krijg, ik met geen mogelijkheid kan verzwijgen hoe erg mijn babycrisis is, en hij probeert al een globale crisis te bezweren. Op aanwijzing van de routebeschrijving die Citrine me heeft ge-sms’t, zwenk ik af van de hoofdstraat van Williamsburg, waar het wemelt van de dure winkels, en koers in de richting van het industriegebied langs de East River.

Intussen bel ik Ryan weer. ‘Dag schatje, met mij,’ begin ik na de piep, als de echtgenote die hij nu nodig heeft. ‘Ik weet dat je tot over je oren in de graanschaarste zit – kun je dat zo zeggen? Kun je tot over je oren in schaarste zitten? Nou ja, je klonk uitgeput. Het spijt me dat we elkaar maar steeds niet te pakken kunnen krijgen. Ik ben nu op weg naar een etentje met Citrine en ik hoop dat we elkaar morgen wel aan de lijn krijgen.’ Ik denk even na over de vraag of ik hem in een voicemail over Grayer zal vertellen. ‘En ik vind het echt rot hoe we afscheid hebben genomen. Het spijt me. Zoen.’

Ik sla nog eens links af, een slecht geasfalteerde, onverlichte straat in, vind de met graffiti bespoten deur die Citrine heeft beschreven en bel aan. Een groepje buitenissig getatoeëerde, zwaar gepiercete mensen heupwiegt langs, op weg naar en mogelijk van een café. De schatjes van anderen. Ik denk aan het interieur van groep acht op Jarndyce, dat zo uit Elle wonen lijkt te komen, en aan het wachten bij Haverhill Prep, in een walm van Axe en apathie, en besluit dat als ik er ooit aan toe kom, ik mijn kinderen beslist buiten de stad ga grootbrengen. In de jaren vijftig. Van de negentiende eeuw.

Ik hoor een zoemtoon, duw de deur open en kom in een trappenhuis dat al net zo is volgeklad. Ik beklim de drie trappen en open de branddeur naar Citrines verdieping.

‘Hierheen,’ roept Citrine, die met een kaars aan het eind van de donkere gang staat. ‘De ganglampen hebben het een voor een begeven en mijn huisbaas is een zak.’ Ze dooft de kaars, trekt me in een stevige omhelzing… en weer ruik ik kamperfoelie.

‘Hé! Nog bedankt voor de uitnodiging.’

‘Geen dank, kom binnen!’ Ik volg haar uitgestrekte arm naar haar atelier. Als Citrine de voordeur op slot draait, kijk ik om en zie dat haar entree bestaat uit een ruwhouten constructie met aan de ene kant haar keukentje, aan de andere kant een badkamer en daarboven een slaapzolder. De rest van de ruimte is open, met aan alle kanten ramen. Het ruikt er naar terpentijn.

‘Sorry voor die lucht – ik was doeken aan het opspannen. Ik zou Clark vanochtend helpen met het toezicht op de verhuizers, maar hij werd zo ontzettend hyper over het hele gedoe dat ik weg moest. Wijntje?’ vraagt ze over haar schouder terwijl ze het keukentje in loopt.

‘Graag!’ Ik loop door het atelier om de ruimte in me op te nemen. Tegen de wanden staan stapels voltooide schilderijen en dozen met boeken uit haar halflege kasten. Ik hoor ping in mijn tas, pak mijn BlackBerry en lees de sms. vrijdagmiddag 16.00 park avenue 721/8b dank grayer.

Is het gesprek bij de X’en thuis? Is zij er ook bij? Hij zei dat ze onder de tranquillizers zat. Is ze nog een beetje aanspreekbaar?

‘Kijk eens.’ Citrine loopt met een glas in elke hand naar me toe. Ze draagt een wijde bruine trui op een bruine legging en bruinsuède, hooggehakte laarzen tot over de knie.

‘Je hebt toch geen doeken opgespannen in díé kleren?’ vraag ik terwijl ik mijn BlackBerry voor die avond uitschakel, samen met mijn vroegere en toekomstige angsten. Ik zet mijn tas in een vensterbank.

Citrine lacht. ‘Nee, ik kleed me altijd om voor het eten.’ Ze reikt me een teer glas op een slanke steel aan. ‘Proost.’ Ze klinkt met me, wat een prachtig tinkelend geluid maakt, en het verbaast me dat mijn glas niet aan scherven valt, zo ragfijn is het. ‘Het is een Château Lafite, dus savoureer maar goed. Clark heeft me een doos gestuurd toen hij in de gaten kreeg dat ik mogelijke kopers Australische shiraz aanbood. Hij steunt me echt.’ Ze straalt terwijl ik een welkom slokje wijn neem. ‘Is het geen fantastische naam, Clark? Clark,’ herhaalt ze met overdreven bewegingen van haar tong. ‘Telkens als ik die naam zeg, voel ik me net Lois Lane. Kom, ga zitten.’ Ze ploft op een van de kelimkussens op de vloer en trekt haar lange benen onder zich. ‘Sorry, ik heb mijn bank al via internet verkocht.’