Home>>read Nachtvlucht free online

Nachtvlucht(72)

By:Anita Terpstra


Het was Nick.

‘Sorry dat ik wat later ben,’ zei hij. Hij hield een klein pakje in zijn handen. ‘Wat koop je voor een puber? Ik heb maar een cd meegenomen, alhoewel hij die vast al illegaal gedownload heeft.’

‘Kom erin. Het feestje is bijna voorbij.’

‘Zo laat ben ik toch niet?’ Hij keek op zijn horloge.

‘Michiel is meteen naar boven gegaan. Maar goed dat je er bent. Er is nog veel taart.’ Voor hij kon protesteren, loodste ik hem mee naar de achtertuin. Ik gaf Nick een stuk taart, dat zo te zien wel iets langer in de oven had gemogen. Het sierde Nick dat hij zonder zijn gezicht te vertrekken een hap nam.

‘Heerlijk,’ mompelde hij en hij kauwde dapper door.

‘Michiel vroeg net naar het onderzoek, of eigenlijk naar de ruzie en waarom jij ernaar blijft vragen.’ Ik twijfelde of ik Nick moest vertellen over het gesprek dat ik net met Lian en Michiel had gevoerd. Beter van niet. Het veranderde niets aan wat er was gebeurd. Het was zoals mijn neefje zei: wie had kunnen voorzien dat Danny en Erik de strijd voort zouden zetten in hun auto’s?

‘Ze beweren dat er geen ruzie was en dat de anderen het verkeerd hebben begrepen.’

‘Hmm.’ Ik probeerde neutraal te kijken.

‘Luister, over laatst… Het spijt me dat ik zo tegen je uitviel. Ik kan alleen als excuus aanvoeren dat het een lange, frustrerende dag was.’

‘Geef mij eens een hapje.’ Na zijn woorden voelde ik een schreeuwende behoefte aan suiker. Met moeite slikte ik de taart door.

‘Lekker?’ grijnsde Nick.

‘Deze is nog erger dan die ik heb gehad. Geef maar hier, dan gooi ik hem weg. Volgens mij moet Nora nog flink aan haar taartvaardigheden werken.’

Sascha begon op te ruimen, geholpen door mijn moeder. Rik klapte de tuinstoelen in.

‘Ik ga er weer vandoor,’ kondigde Nick aan. In het voorbijgaan zwaaide hij naar Nora, die hem bedankte voor zijn komst. Hij vroeg haar het cadeautje aan Michiel te geven. Ik liep met Nick mee naar de voordeur, waar hij bleef drentelen.

‘Wat ik me afvroeg… Weet je al of je blijft?’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Daar heb ik nog niet over nagedacht.

Binnenkort komt Marijn terug van haar verlof en sta ik waarschijnlijk weer op straat. Dan zie ik wel verder.’ Zijn vraag deed me beseffen dat het tijd werd om op zoek te gaan naar een eigen plek. Iets wat ik steeds voor me uit schoof, omdat het grote vragen met zich meebracht. Wilde ik hier in de buurt iets zoeken, dicht bij mijn familie, of ging ik terug naar Amsterdam, om daar een nieuw leven zonder Ben op te bouwen?

‘En Ben?’ vroeg Nick aarzelend.

‘Wat is er met hem?’

‘Is er een kans dat jullie…’

‘Weer bij elkaar komen? Nee,’ zei ik resoluut.

Ik wilde de deur al bijna dichtdoen, toen Nick nog iets zei.

‘Wat zei je? Ik verstond je niet,’ zei ik.

‘Nee, niets.’ Hij glimlachte schaapachtig. ‘Laat maar.’ Hij draaide zich om en liep het tuinpad af.

Verward sloot ik de deur en leunde ertegenaan, tot ik me realiseerde dat Nick me door het glas nog kon zien. Vanuit de keuken dreven de ruziënde stemmen van Nora en Rik me tegemoet.

‘Zei ik niet dat Michiel geen feestje wilde?’ zei Rik.

‘Dat was me nog niet opgevallen. Fijn dat je me er even op wijst. Nou schat, jij had gelijk. Voel je je nu beter?’

‘Hé, het is niet mijn schuld.’

‘Nee, natuurlijk niet, het is mijn schuld. Het is altijd de schuld van de moeder. Wanneer een kind autistisch is of adhd heeft, dan zal het wel komen doordat de moeder tijdens de zwangerschap gestrest of weet ik veel wat was. Dat Michiel bijna dood was, is ook mijn schuld. Ik ben een werkende moeder en dat kan nooit goed zijn. Denk je dat ik niet weet hoe er in het dorp over me gekletst wordt?’

‘Jij bent niet de enige die het hier moeilijk mee heeft.’

‘Je hebt alweer gelijk. Je maakt je vreselijk zorgen over wat dit betekent voor de fabriek. Stel je voor dat klanten erachter komen dat de zoon van de vicedirecteur betrokken was bij een dodelijk auto-ongeluk.’

‘Zullen we proberen ons als volwassenen te gedragen?’ Riks stem klonk bedrieglijk kalm.

‘Waarom? Voordat we dingen gaan zeggen waar we spijt van krijgen? Daar is het al te laat voor.’

Het liefst wilde ik naar Nora toe gaan en mijn armen om haar heen slaan, zoals Michiel net had gedaan bij Lian, maar ik ken mijn zus. Dat zou ze niet op prijs stellen. En dus nam ik de deur naar de woonkamer en liep via de serre de tuin in.

‘Wat zie je rood,’ merkte mijn moeder op.





21

‘Over een paar weken komt de steen. Je vindt ’m vast erg mooi. We hebben hem zelf ontworpen. Hij heeft acht hoeken. Iedere hoek vertegenwoordigt een lid van het gezin – of tenminste, dat is het idee. Wij vijven, en Lucas en Merel. Je zou het misschien niet geraden hebben, daarom vertel ik je het maar,’ zei mijn moeder. Ze nam de bloemen die verlept waren uit de vaas en zette het nieuwe bosje erin. ‘De steen is niet zwart, of grijs, maar een beetje oudrozeachtig. Nou ja, niet echt roze-roze natuurlijk – dat zou wat zijn –, maar een beetje de kleur van het servies dat ik ooit van tante Aaf heb geërfd.’