‘Dat is een… verrassing,’ zei ik.
‘Waarom zouden we nog langer wachten? We zijn geen pubers meer. Alex zoekt woonruimte, maar hij is toch al bijna de hele tijd bij mij. Bovendien is het zonde om dubbele woonlasten te betalen.
Dat geld kunnen we beter opzijleggen voor een reis.’ Ze haalde een toetje – tiramisu – uit de koelkast. ‘Heeft Alex gemaakt. Hij kan fantastisch koken,’ vertrouwde Sascha me toe. Terwijl ze mij een bordje en een vork gaf, vertelde Alex dat Ida had gebeld.
‘Ze heeft het erg naar haar zin en vroeg naar de katten.’
De vork bleef halverwege mijn mond steken.
‘Wat is er?’ vroeg Sascha, en ze keek van mij naar Alex.
Ik vertelde haar wat er die nacht was voorgevallen.
‘Jezus,’ was alles dat Sascha wist uit te brengen.
‘Moet ik Ida ook bellen om te vertellen wat er gebeurd is?’
‘Doe maar niet. Wat heeft het voor zin?’ zei Alex.
Sascha schoof het laatste restje tiramisu weg. ‘Ik plof.’ Toen: ‘Wie gooit er nou een baksteen door je raam?’
Alex trok haar bord naar zich toe en at de rest op.
‘Peter denkt dat het kwajongens waren,’ zei ik.
‘Dat zou me niks verbazen. Heb je het gehoord van de buurvrouw verderop? Dat oude mens? Toen ik hier kwam wonen, vond ik haar al oud en sindsdien is ze niets veranderd, maar goed, dat doet er niet toe. Haar tuin is haar trots, ze is er jaren mee bezig geweest om hem zo te krijgen, met een heuse vijver waar goudvissen in zwemmen. Op een nacht heeft iemand, of verschillende personen, dat is nog altijd niet bekend, die hele tuin vernield. De vissen waren dood en het overgrote deel van de beelden was vernield. Zo zonde. Het sneue is dat het arme mens geen fut meer heeft om die hele tuin weer onder handen te nemen,’ zei Sascha.
‘Ik ben het niet met Peter eens, ik denk niet dat het louter een kwajongensstreek was,’ zei Alex.
‘Dat denk ik ook niet.’ Opnieuw zette ik, aarzelend, mijn theorie uiteen. Sascha zette grote ogen op.
‘Is dit niet een beetje vergezocht?’ stamelde ze toen ik uitgesproken was. Ze blikte opzij naar Alex, voor steun.
‘Waarom is het zo onmogelijk? Onmogelijker dan onze broer die zijn kinderen vermoordt?’ zei ik fel.
‘Er is nog een mogelijkheid,’ kwam Alex tussenbeide.
‘En die is?’ vroeg ik.
‘Je was toch met dat ongeluk bezig?’
‘Denk je dat een van hen dit heeft gedaan? Kan niet. Ik werk er niet meer aan, weet je nog? Met Eriks arrestatie is de zaak opgelost.’
‘Precies, Erik is gearresteerd,’ prikte Alex met zijn vork in mijn richting. ‘Het zou me niet verbazen als zijn vrienden denken dat jij er meer mee te maken hebt.’
‘En zo de score willen vereffenen?’ zei ik.
‘Het zijn bepaald geen lieverdjes, dat wisten we al. Ik kan eens met ze gaan praten.’
‘Hou op, Alex,’ zei Sascha. ‘Je doet het klinken alsof ze het op Liv hebben gemunt.’ Om aan te geven dat ze het er verder niet over wilde hebben, stapelde ze de dessertbordjes op elkaar en bracht ze naar de keuken.
‘En de autobanden dan? Dat was voordat Erik werd opgepakt.’ Ik zweeg verward.
‘Dat kan Steven evengoed wel gedaan hebben. Wie weet zit ik er helemaal naast, maar wees voorzichtig. Het lijkt me beter dat je je een tijdje gedeisd houdt.’
‘Schat, jij hebt gekookt. Liv en ik wassen wel af,’ riep Sascha vanuit de keuken. Alex protesteerde niet, stond op en installeerde zich voor de televisie.
‘Ik was, jij droogt,’ instrueerde Sascha en ze vulde een wasteiltje met water. ‘Hoe gaat het met jou en Nick?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Heb je hem nog gesproken sinds het etentje?’
‘Niet echt.’ Ik zei niets over zijn bezoekje een paar dagen terug.
‘Heb ik me vergist dan? Ik dacht dat jullie elkaar leuk vonden.’
Ik haalde mijn schouders op. Ik moest aan Ben denken. Wat er ook mis was tussen ons, hij kende me door en door. Hij weet dat ik in het gezelschap van vreemden eerst de kat uit de boom kijk. Ik heb zelfs de afwijking om me niet voor te stellen, iets wat hij niet sociaal vindt, wat ik op mijn beurt weer ontken. Ik weet wel dat hij gelijk heeft en hij weet dat ik dat weet. De waarheid was dat ik niet wist of ik zin had om een nieuwe man in mijn leven toe te laten, om te beginnen aan een nieuwe stoelendans. Misschien. Ooit. Iets zei me dat Nick net zo onbereikbaar was als Ben, alleen dan op een andere manier, en ik was niet van plan om dergelijke patronen te gaan herhalen.
‘Nou?’ drong Sascha aan.
‘We zijn niet allemaal zo snel als jij,’ zei ik.
‘Ik wist het wel,’ zei Sascha triomfantelijk terwijl ze een vork mishandelde.
‘Wat?’