Home>>read Nachtvlucht free online

Nachtvlucht(60)

By:Anita Terpstra


Ondanks het late tijdstip wilde mijn moeder per se afwassen en puur ter afleiding bood ik aan om af te drogen. Mijn moeder vroeg hoe het met het vondelingetje was. Zo te horen was ze in het dorp geweest, want ze wilde van alles weten. Of het klopte dat ze veel te klein was, of het waar was dat er overal in de kerk bloed lag, wat er met het meisje ging gebeuren. Ik wierp een rookgordijn van beroepsgeheim op, waar ik me veilig achter terugtrok.

‘Wist je dat Nora weer zwanger wil worden?’ stuurde ik het gesprek in een andere richting.

Mijn moeder knikte.

‘Waarom heb je me dat niet verteld?’ Er zaten nog een paar vlekken op een pan en ik legde hem terug in het water.

‘Ze wilde het je graag zelf vertellen.’

Dat was dus niet gebeurd. Rik had zijn mond voorbijgepraat. Ik verdacht hem ervan dat hij dat met opzet had gedaan.

‘Je kijkt niet erg blij,’ merkte mijn moeder op.

‘Ik ben verrast,’ omschreef ik mijn gevoelens.

‘Je kunt niet van je zus verwachten dat zij hetzelfde is als jij.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat jij zo’n carrièretijger bent, wil niet zeggen dat zij dat ook wil.’

Die woorden stonden haaks op die van Nora, die beweerde dat ik mijn toekomstplannen had vergooid voor die van Ben. Irritatie hield mijn gezonde verstand in een houdgreep.

‘Wie zegt dat ik dat wil? Ik wil alleen dat ze erover nadenkt wat zij zélf wil. Rik is degene die steeds aanstuurde op een tweede zwangerschap, niet Nora. En het gaat niet alleen om dat kind. Ze wil ook nog eens stoppen met werken.’

Mijn moeder was het niet met me eens. ‘Ik ben blij dat ze eindelijk een keuze maakt. Je doet net alsof het moederschap een tweederangs baan is. Dat is het niet, het is een hele verantwoordelijkheid.’

‘Het spijt me als ik zo overkom, dat is niet mijn bedoeling, maar Nora is niet het type om altijd thuis te zijn bij de kinderen. Dat is een verspilling van haar talenten.’

Mijn moeder keek triomfantelijk. Zie je wel, zei die blik.

‘Wie zegt dat? Niet Nora. Je zus heeft aangegeven thuis te willen blijven.’

‘Als Michiel en Danny dat ongeluk niet hadden gehad, vraag ik me af of ze dan deze keuze ook had gemaakt. Bovendien doet ze dit ook omdat Rik het wil,’ hield ik vol.

‘En wat is daar verkeerd aan, om je te voegen naar de wensen van je man? Het is geven en nemen in het huwelijk. O, ik weet wel dat jullie jonge vrouwen van tegenwoordig alles willen, maar dat kan niet altijd. Niet voor niets hebben meiden van jouw leeftijd allemaal een burn-out.’

‘Maar waarom moet de vrouw altijd offers brengen, en niet de man?’ Ik dacht aan Ben.

‘Rik werkt hard. Hij is ’s avonds pas laat thuis en in het weekend is hij vaak ook nog druk bezig.’

‘Niemand dwingt hem,’ wierp ik tegen. ‘Hij kan gerust een dag of wat minder gaan werken; dan nog blijft er genoeg geld over om van rond te komen.’

Mijn moeder pakte een doekje en veegde het water op het aanrecht zorgvuldig weg.

‘Mannen en vrouwen zijn nu eenmaal niet gelijk, hoe graag jij dat ook wilt. Het is meer natuurlijk voor de vrouw om thuis te zijn. Kinderen hebben een moeder nodig,’ betoogde mijn moeder.

‘En een vader. Zo verandert er nooit iets. Neem de moeder van het vondelingetje. Waar was de verwekker van het kind? Zij stond er helemaal alleen voor. Hij heeft zijn pleziertje gehad en zij zit met de gevolgen. Haar leven zal nooit meer hetzelfde zijn en ze wordt er nog om veroordeeld ook zodra we haar identiteit achterhalen. Niemand die met een beschuldigende vinger naar hém wijst. Hij had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, dan was ze misschien niet in paniek geraakt en had ze haar baby niet in een kerk op de wereld hoeven zetten.’ Ik was buiten adem. Kwaad smeet ik de theedoek in een hoek. Mijn moeder bleef rustig en geroutineerd spoelde ze het wasteiltje om. Schuim verzamelde zich rond het afvoerputje.

‘Wat is er toch met je aan de hand? Dat jij in opstand komt tegen Ben, wil niet zeggen dat je zus dat ook maar moet doen. Ben jij er nu zoveel beter van geworden? Je hebt geen geld, woont weer thuis, geen man. Geen…’

‘Je doet alsof mijn leven voorbij is, alsof ik al mijn kansen heb vergooid en als een oude vrijster zal sterven,’ viel ik haar in de rede. Was dat het beeld dat mijn moeder van me had? Had ze medelijden met me?

‘Als je zelf kinderen krijgt, zul je zien wat ik bedoel,’ zei mijn moeder stellig.

‘Ik ga een eindje lopen,’ zei ik.

Het begon koud te worden en ik wreef over mijn blote armen om warm te worden. Het donker slokte me op, waardoor ik onzichtbaar, bijna anoniem werd. Ik nam de route die ik na een dag blokken voor mijn middelbareschoolexamens regelmatig had afgelegd. Destijds fantaseerde ik over wat de toekomst me ging brengen. Waar zou ik over vijftien jaar zijn? Dat wist ik nu: weer terug waar ik was begonnen.