Home>>read Nachtvlucht free online

Nachtvlucht(55)

By:Anita Terpstra


‘Dat zei hij niet.’

‘Natuurlijk niet, omdat hij liegt. Dat is het enige wat hij goed kan. Hij heeft ze niet helemaal op een rijtje. Echt niet,’ liet hij erop volgen, alsof hij bang was dat ik zijn woorden in twijfel trok. ‘Ik weet wel wat iedereen denkt: dat we altijd in de clinch liggen, maar dat is niet waar. Erik laat óns niet met rust.’

‘En die avond dan? Danny kwam naar het café om Erik te sarren. Volgens Nick was het de afgelopen maanden rustig. Er waren met alle partijen goede afspraken gemaakt en iedereen hield zich daar ook aan. Een van de afspraken was dat jullie niet gelijktijdig in het café mochten komen. Die avond besloot Danny wel te gaan. Waarom?’

‘Zomaar,’ zei hij, schouderophalend.

‘Luister, dit is hoe het op mij overkomt. Ik zie twee groepen jongeren die elkaar het leven zuur maken. En de rest van het dorp ook, dat zo langzaamaan genoeg van jullie gedrag begint te krijgen. Jullie machtsstrijd bereikte die avond een hoogtepunt. Met dodelijke afloop. Bijna zoals maffiosi met elkaar afrekenen,’ zei ik. ‘Op dit moment staat Danny er niet zo mooi op. Er zijn talloze getuigen die hebben gezien hoe hij Erik uit zijn tent stond te lokken. Het is jouw woord tegen dat van Erik, en het ziet er niet goed uit voor jullie.’

Michiels blik was behoedzaam, alsof ik een tovenaar was die zijn lievelingskonijn wilde laten verdwijnen en hij iedere stap die ik zette wilde volgen omdat hij me niet vertrouwde.

‘Kies je partij voor Erik?’

‘Ik kies voor niemand partij.’

‘Danny was het gewoon zat. Het moest een keertje ophouden,’ zei Michiel vaag.

‘Wat moest ophouden?’

‘Dat getreiter van Erik en zijn vrienden. Ze vinden het leuk om ons dwars te zitten.’

‘Is er die avond iets gebeurd wat Danny deed besluiten naar het café te gaan?’ vroeg ik weer.

‘Dat weet ik niet, dat moet je aan Danny vragen.’

‘Jij was bij hem.’

Michiel tuurde naar de bladzijden.

‘Vanwaar die achtervolging? Was de knokpartij in het café niet genoeg?’

‘Dat was niet de bedoeling. Hoe konden wij nou weten dat Erik ons achterna zou rijden? Op dat moment leek het wel grappig. Het was gewoon een krachtmeting, maar dan met auto’s. Zoals ze in films doen. Het was niet de bedoeling dat er doden zouden vallen.’ Al na een paar kilometer leek het erop dat ze gingen verliezen, vertelde hij verder. Danny kon niet voorkomen dat Erik hem inhaalde. En toen gebeurde het: Erik probeerde hen van de weg af te rijden. Danny gaf gas om hem voor te blijven, om op de weg te blijven, maar zijn snelheid zakte terug.

‘Hij was vergeten te tanken en de benzine was bijna op. We maakten geen schijn van kans.’

Uit puur lijfsbehoud beukte Danny op de auto van Erik in, om hem te laten ophouden. Dat leek de drift van Erik alleen maar aan te wakkeren. Danny zat luid te vloeken achter het stuur, dat was het laatste wat Michiel zich kon herinneren. Het volgende moment schoof de wagen overdwars op de weg en doemde de sloot op.

Plotseling bekroop me het gevoel dat Michiel iets verzweeg, alhoewel ik dat nergens op kon baseren. ‘Intuïtie is net zo bruikbaar als een auto die op water rijdt,’ zei een van mijn docenten altijd. Ik vroeg me af hoe hij bij het groepje van Danny was beland.

‘Sinds wanneer ben je bevriend met Danny?’ vroeg ik.

‘Dik twee jaar, al kende ik hem niet heel goed. Ik ga meer om met Richard en Tim enzo. Helemaal nadat Lian wat met Danny had gekregen.’

‘Toch stapte je zonder aarzeling bij hem in de auto.’

‘Omdat de politie eraan kwam.’

‘Je zus was eerst met Erik. Gaf dat geen gedoe; jij bij het ene groepje, Lian bij het andere?’

‘We zijn een tweeling, hoor, geen Siamese tweeling. Zij heeft haar vrienden en ik de mijne. Ik vond het allang best. Ze loopt me altijd in alles achterna, doet precies wat ik ook doe. Wat mij betreft, had ze lekker bij Erik kunnen blijven.’

‘Ze werd verliefd op Danny.’

‘Ja, da’s mijn eigen schuld ook nog. Ik gaf een feestje voor mijn verjaardag. We hadden al gescheiden feestjes, zij de vrijdag en ik de zaterdag, maar ze kwam die zaterdag ook nog even en ontmoette zo Danny.’ Het was aan zijn gezicht te zien hoe hij daarover dacht.

‘Zette het kwaad bloed?’

‘Dat is eeuwen geleden. Ga je dit trouwens aan de politie vertellen?’

‘Nee, dat lijkt me niet handig, aangezien wij familie zijn.’

‘Van mij mag het, hoor,’ zei hij grootmoedig. ‘Ik heb geen geheimen.’

‘Ik wil je nog wel iets anders vragen.’

Er kwam een verpleegster binnen. Met trefzekere handelingen bracht ze een bloeddrukmeter rond zijn bovenarm aan. Met een frons in haar voorhoofd keek ze naar haar horloge en telde. ‘Ietsje aan de hoge kant,’ besloot ze. Ik verbeeldde me dat ze me licht verwijtend aankeek. ‘Ik moet u verzoeken te vertrekken. Het bezoekuur is allang afgelopen. Hij heeft rust nodig,’ zei ze, terwijl ze haar bevindingen op een klembord noteerde. Ik wilde van Michiel weten of hij iets wist van de inbraken, maar de verpleegster ging tussen mij en Michiel in staan, alsof ze zich ervan wilde vergewissen dat ik vertrok. Het enige geluid was het ruisen van haar uniform. Ik vraag me altijd af hoe verpleegsters erin slagen hun witte uniform zo schoon te houden. Zodra ik iets wits aanheb, een broek, trui of shirt, is het binnen de kortste keren vies. Jam, thee, roest, iets ondefinieerbaars, maakt niet uit. Wit blijft nooit wit.