Ze vertelde dat Danny een leeftijd had waarop een verhuizing er behoorlijk inhakte. Hij was twaalf en moest ineens elke dag op en neer fietsen naar de middelbare school die vijftien kilometer verderop in de stad was. Het bleek lastig om aansluiting te vinden bij de jongens in het dorp. Hij miste zijn oude vrienden, kon zijn draai niet vinden. Op dat moment kwam hij in contact met die asociale kinderen.
Ik knipperde verrast met mijn ogen bij het horen van die woorden.
‘Je hoeft me niet zo beschuldigend aan te kijken. Dat zijn ze: asociaal. Hij was de enige die het atheneum deed, de rest ging allemaal naar de mavo of het lbo, of hoe het tegenwoordig ook maar mag heten. Danny bleef zitten en moest uiteindelijk ook naar de mavo. Ik ben ervan overtuigd dat hij met opzet slechte cijfers haalde. En vanaf dat moment ging het bergafwaarts met hem. Mijn man, Danny’s stiefvader, en ik hebben van alles geprobeerd. Straffen, negeren, belonen, noem het maar op. Ik, we, hadden strenger moeten zijn. “Het loopt wel los,” zei mijn man. Maar dat deed het niet. Mijn god zeg, je had de buren moeten zien kijken de allereerste keer dat de politie hier op de stoep stond.’
Was het aanvankelijk haar man die Danny de hand boven het hoofd hield, later veranderde dat, vertelde Hannah. ‘Edward heeft gedreigd hem het huis uit te schoppen als hij zich niet zou gedragen. Het deerde niet. Danny lachte hem gewoon recht in zijn gezicht uit.’ Met vlakke stem vertelde ze over die ene ruzie, waarbij uiteindelijk klappen vielen. Edward, tot het uiterste getergd, haastte ze zich te zeggen, haalde als eerste uit en Danny sloeg terug, met de vuist. Het resultaat was een blauw oog. ‘Edward kon een week lang niet werken. Zijn oog zat helemaal dicht en hij wilde niet dat z’n klanten hem zo zagen.’ Hoewel de sigaret pas half op was, drukte ze die uit in de asbak en stak een volgende op.
Danny spijbelde, schold zijn ouders verrot. Haar man en zij kregen steeds vaker ruzie over Danny en het leidde uiteindelijk tot een scheiding. ‘Ergens kan ik het hem niet eens kwalijk nemen dat hij is weggegaan. Het is anders, denk ik, dan wanneer het je eigen kind is. Ik begreep niet hoe hij van mij kon verlangen dat ik mijn enige kind de deur uit zou zetten en hij begreep niet waarom ik het gedrag van Danny tolereerde. Zijn biologische vader en ik hebben toen besloten dat hij dan maar een tijdje bij hem moest komen logeren. Ik was helemaal op, zag geen uitweg meer.’
Dat hielp, maar na een tijdje wilde Danny terug. Hij miste zijn vrienden en beloofde beterschap, maar na een paar weken begon het weer van voren af aan. Hannah ging door met vertellen, waarbij ze ervan uit leek te gaan dat ik alles al wist, wat niet het geval was. Net als het dossier van Erik was ook dat van Danny gesloten, aangezien hij meerderjarig was. Alles wat ik van hem wist, had ik via anderen vernomen. Ik hoorde nieuwe dingen. Zo was Danny een tijdje verslaafd geweest. Nadat hij al zijn spaargeld erdoorheen had gejaagd, begon hij geld van zijn ouders te jatten. Hannah en zijn biologische vader hadden hem naar een afkickkliniek gestuurd. Dat was bijna een jaar geleden. Sindsdien was hij clean.
‘Het ging beter met hem. Echt. Hij had een baan in de fabriek, betaalde kost en inwoning – een idee van mijn ex trouwens. Het zou hem verantwoordelijkheid bijbrengen. Het was jammer dat hij werd ontslagen, maar hij was op zoek naar nieuw werk. Hij jatte geen geld meer, was niet meer verslaafd.’ Ze trok de koffiemok naar zich toe en nam een slok. Er stond i love mama op.
‘Er waren momenten dat ik hem dood heb gewenst, echt waar. Ik schaam me zo.’ Ze boog haar hoofd. ‘Ik heb ontelbare malen tot God gebeden voor hulp, maar Hij luisterde nooit. En deze ene keer wel,’ klonk het gesmoord.
Ik wilde opstaan en haar troosten, haar zeggen dat God bij het verhoren van gebeden geen Russische roulette speelt, maar alles wat ik zei of deed zou ontoereikend zijn. Verdriet is een eenzame voettocht. Je kunt iemand bij je hebben om naar je te luisteren, om je moed in te praten, om je van eten en drinken te voorzien, maar jij zult de stappen moeten zetten.
De telefoon rinkelde.
‘Laat maar gaan,’ snoof Hannah. ‘Vast weer iemand die wil weten hoe ik me voel. Als ik de waarheid vertel, dat het slecht gaat, weten ze niets meer te zeggen. Ik ben jaloers op ze. Aan het einde van het gesprek leggen ze de telefoon neer, kijken naar hun man en kinderen en prijzen zich gelukkig dat iedereen er nog is.’
In de achtertuin liep een zwarte kat, die een vlinder probeerde te vangen. Het was een komisch gezicht hoe hij opsprong en telkens weer uithaalde met zijn pootjes.
‘Je weet dat er mensen zijn met wie je kunt praten?’
Hannah knikte, maar ik kon er niet uit opmaken of ze mijn suggestie ter harte wilde nemen of naast zich neerlegde. Ze snufte een paar keer en zei toen: ‘Kom mee, ik wil je iets laten zien.’