Home>>read Nachtvlucht free online

Nachtvlucht(43)

By:Anita Terpstra


‘Hij moest vanwege familieomstandigheden naar Turkije. Zijn moeder is overleden en wilde in haar thuisland begraven worden,’ deelde ze mee. ‘Kan iemand anders u misschien helpen?’

Alleen als ze met Ron Tessel hebben gesproken, dacht ik. Ik bedankte de vrouw en hing weer op. Met lichte tegenzin hield ik stil bij het huis van Hannah, Danny’s moeder. Nog voordat ik op de bel kon drukken, deed ze de deur al open, alsof ze op me had staan wachten. Wat waarschijnlijk ook het geval was. Misschien zag ze wel net zozeer tegen dit gesprek op als ik. Ze zette koffie en dat gaf me de kans om haar te bestuderen. Ik schatte dat ze tegen de vijftig liep. Haar huid was glad, afgezien van een paar rimpels rond haar ogen, mondhoeken en neus die haar leeftijd verrieden. Het huis stond in een van de duurdere buurten van het dorp. Vrijstaand, met een grote tuin eromheen. Het interieur leek regelrecht afkomstig uit een antiekwinkel. Een immense, vergulde spiegel hing boven de marmeren schouw, er stond een glazen kast vol serviezen uit grootmoeders tijd en een secretaire vormde de blikvanger van de woonkamer. Alles blonk en glom en ik kon bijna mijn spiegelbeeld in de lichte gelakte houten vloer zien. Tegenover me, aan een van de muren in de woonkamer, hing een foto van Danny. Te oordelen naar het korte haar en de beugel moest die enkele jaren geleden zijn genomen.

‘Dat is een van mijn lievelingsfoto’s,’ zei Hannah, die mijn blik volgde. ‘Net die leeftijd dat ze zich stapje voor stapje van je losmaken, maar ook nog niet helemaal zonder je kunnen. Soms, wanneer ik op de bank zat, kwam hij bij me zitten en legde zijn hoofd in mijn schoot. Dan streelde ik zijn haar, zoals ik altijd deed toen hij klein was. Hij was een driftige baby en dat was het enige wat hem kalmeerde.’

Ze schonk de koffie in en ging op een stoel tegenover me zitten. ‘Bedankt dat je wilde komen,’ zei ze. ‘Ik vond het fijn dat je er was tijdens de begrafenis.’ Op tafel lag een pakje sigaretten, dat ze naar zich toe trok. ‘Ik ben vijftien jaar geleden gestopt en onlangs weer begonnen. Tot grote ergernis van mijn omgeving. “Je kunt eraan doodgaan,” roepen ze steeds. Je kunt overal aan doodgaan, is het niet? Misschien valt er morgen wel een bloempot op mijn hoofd, terwijl ik volgens mijn dna pas over tien jaar kanker zou krijgen.’ Ze tikte een sigaret uit het pakje en stak die aan. ‘Je was er als eerste bij, vlak na het ongeluk. Ik heb dit ook aan die politiemannen gevraagd, maar ik geloof niet dat ze helemaal eerlijk tegen me waren. Jij bent een vrouw, jij moet weten hoe belangrijk het is voor een moeder om de waarheid te kennen.’ Ze staarde uit het raam. ‘Ik wilde je vragen of hij nog leefde… toen het vuur…’ Ze inhaleerde diep.

Nick had me al gewaarschuwd voor deze vraag.

‘Ik.. .We hebben gekeken of we nog iets konden doen. Geloof me, Danny was dood, of op z’n minst buiten bewustzijn. Hij heeft geen pijn gevoeld.’ De waarheid was dat ik het niet wist, net zomin als Alex en Nick, maar het maakte niet uit. Ik zag aan de manier waarop haar gezicht vertrok dat mijn woorden geen verlichting brachten. Het maakte dat ik me afvroeg hoe vaak ze ’s nachts wakker lag en zichzelf kwelde met die laatste momenten uit het leven van haar zoon. Er is geen gemakkelijke manier om je kind te verliezen.

‘Ik mocht hem niet meer zien, wist je dat? Ik heb het gevraagd, in het ziekenhuis, waar zijn lichaam was, maar volgens de patholoog was het beter als ik me Danny herinnerde zoals hij was. Hij was onherkenbaar verbrand. En hij was zo ijdel, mijn Danny. Hij had zulk mooi, dik haar. Van die volle lippen. Die had hij van zijn vader.’ Haar vingernagels waren afgekloven. ‘Neem me niet kwalijk.’ Ze zuchtte diep in een poging zichzelf te hervinden. ‘Weet je wat het gekke is? Ik kan me ons laatste gesprek niet meer herinneren. Ik heb hem die ochtend nog gezien, alhoewel dat een groot woord is. Ik had een nachtdienst gedraaid. Het was weer een van die rare, hectische nachten waarbij ik van hot naar her vloog. Eenmaal thuis wilde ik niets liever dan mijn bed in duiken. Wat ik ook deed. Ik geloof niet eens dat ik hem aangekeken heb. Ik zou je niet kunnen vertellen welke kleren hij droeg toen hij de deur uit ging?’ Ze schoof haar stoel abrupt naar achteren. De poten schraapten over de stenen vloer. Hannah snoot haar neus in een stuk keukenrol.

‘Heb jij kinderen?’ vroeg ze me.

Ik schudde mijn hoofd.

‘Doe het beter dan ik,’ waarschuwde ze me. ‘Er wordt toch beweerd dat je persoonlijkheid uit tien procent nature en negentig procent nurture bestaat, of zoiets? Ik heb het ergens in de opvoeding verkeerd gedaan. Misschien had ik niet moeten gaan werken toen hij jong was, misschien had ik niet moeten scheiden en hertrouwen… Het ging mis toen ik weer in het dorp kwam wonen. Ik woonde eerst in het zuiden van het land, wist je dat? Ik ben hier opgegroeid en had gezworen om nooit meer terug te keren, maar de gezondheid van mijn vader ging steeds verder achteruit. Hij wilde het dorp niet verlaten en daarom ben ik teruggekomen.’