Home>>read Nachtvlucht free online

Nachtvlucht(42)

By:Anita Terpstra


‘Kom, we gaan Sascha gezelschap houden,’ zei Nick.

‘Ga jij maar. Ik wil nog even dobberen.’

Weinig charmant hees ik me op het luchtbed. Het bikinibroekje verschoof richting mijn bilnaad en onhandig draaide ik me op mijn rug.

Het geklots van het water om me heen had een geruststellende uitwerking op me. Ik dreef op het water, gewichtloos, er waren geen zorgen die me naar beneden wilden trekken. Een lome moeheid deed mijn lichaam tintelen en ik besloot dat het beter was om uit het water te gaan voordat ik in slaap zou vallen.

Sascha lag te slapen en Nick luisterde naar zijn iPod. Ik ging op mijn buik liggen. Onder mijn oor klonken geluiden en ik verbeeldde me dat het mensen aan de andere kant van de wereld waren. Thuis kan ik nooit slapen als ik ergens geluid hoor, maar op het strand maakt dat niet uit. Overal om me heen was herrie, van kinderen die gilden dat ze een ijsje wilden en een groepje mannen dat even verderop aan het volleyballen was, maar ik voelde desondanks hoe de slaap me langzaam overviel.

Waterdruppels op mijn rug maakten me wakker. Het was Sascha.

‘Denk je erom dat je niet verbrandt? Misschien moet je je even op je rug draaien.’

Ik gaapte en kwam overeind. Mijn mond voelde droog aan en zand knarste tussen mijn tanden. Nick en Alex waren aan het voetballen. In de koelbox vond ik een flesje water. In de verte kwam een man aanlopen die me vaag aan Ron deed denken. Sascha volgde mijn blik.

‘Ik mis hem,’ zei ze.

‘Ik ook.’

‘Het is niet hetzelfde, hè?’

‘Nee, maar we doen ons best.’

Om ons heen begonnen strandgasten hun boeltje bij elkaar te zoeken. Onder luid protest werd een meisje in haar jurkje gehesen. Ze blèrde dat ze haar zandkasteel mee wilde nemen.

De ontspanning had me hongerig gemaakt. ‘Zullen we nog ergens iets eten?’ vroeg ik daarom.

‘Goed idee.’

Sascha zette haar vingers aan haar lippen en liet een keihard fluitje horen. Met trage bewegingen pakten we onze spullen in. Ik wurmde me in mijn kleren. Mijn huid was een beetje verbrand en de stof schuurde over de pijnlijke plekken. Het was alsof de zon zich voedde door aan ons energie te onttrekken. Stilletjes en luid gapend liepen we naar de boulevard en gingen een pizzeria binnen. We bestelden pasta en pizza en veel wijn. Voordat de bestelling arriveerde, was er al een fles doorheen. De alcohol brandde in mijn keel en verspreidde een aangename warmte in mijn buik, alsof de zon eindelijk ook mijn binnenste bereikte. De drank maakte onze tongen weer los. Ik besefte dat ik dit de afgelopen jaren te weinig had gedaan. Omdat we vanwege Bens coschappen naar de andere kant van het land waren verhuisd, was ik vriendinnen uit het oog verloren en ik deed weinig moeite om nieuwe te maken. Het leek me fijn om bij mensen te zijn die weten van wie je je allereerste zoen kreeg, dat je hebt overgegeven in de struiken na een ritje in de achtbaan en dat je altijd een kwartier te laat komt voor een afspraak.

Alex informeerde naar mijn huizenzoektocht.

‘Het schiet niet echt op. Weten jullie misschien nog iets waar ik zo in kan, al is maar tijdelijk?’

Alex prikte met een vork in mijn richting. ‘Je kunt in het huis van mijn ex, Ida. Over een paar dagen gaat ze met een vriendin een halfjaar door Azië reizen en het zou mooi zijn als je op haar huis kunt passen. Het enige wat ze van je verlangt, is dat je de katten eten en wat aandacht geeft.’

‘Wil je er zelf niet in?’

‘Dat heeft ze gevraagd, maar het voelt niet goed. Dan zit ik weer tussen al onze oude spullen. Alsof ik een stap terugdoe. Bovendien zit ik mijn ouders niet in de weg.’

Het aanbod overviel me, maar ik knikte, blij met het vooruitzicht een eigen plek te hebben, al was het maar een paar maanden.

Na het eten sloeg onvermijdelijk de tweede dip toe. Onderweg naar huis werd er niet veel gezegd. De radio stond aan en zachtjes neurieden we mee. Bij de boerderij aangekomen, liet ik me moe uit de auto rollen. Mijn huid trok van de zon en het zout. Luid toeterend gingen ze ervandoor. Ik zwaaide en bleef staan tot ik de auto niet meer zag.

Plotseling overviel me hetzelfde gevoel als toen Ben en ik door onze geliefden op Schiphol werden uitgezwaaid en ik niet wist wanneer ik hen terug zou zien. Ik wilde geen afscheid van deze dag nemen, van het gevoel dat alles misschien toch goed ging komen, dat het leven bestond uit mogelijkheden en niet uit onmogelijkheden.





13

‘Ik ben op zoek naar meneer of mevrouw Airdogar.’

Er volgde een vriendelijk, zacht lachje op mijn vraag. ‘U bedoelt meneer Aydogan. Mesut Aydogan.’

‘Neem me niet kwalijk.’

‘Geeft niks, u bent niet de eerste. Het spijt me, meneer Aydogan is niet aanwezig.’

‘Wanneer is hij terug?’

‘Over twee weken.’

‘Twee weken?’ riep ik uit.