‘Lians hart is gebroken omdat haar vriendje is verongelukt. Michiel was bijna dood geweest. Ik had nooit moeten toestaan dat ze met die lui omgingen. Ik dacht dat het allemaal wel meeviel. Tuurlijk, er zaten er een paar bij die zich misdroegen, maar dat was omdat ze zich verveelden, hield ik mezelf voor. Wat valt er tenslotte voor ze te beleven in een dorp als dit? En met de komst van de twee caravans ging het al stukken beter. Mijn kinderen deden zulke dingen niet. Bovendien zouden Michiel en Lian niet in zeven sloten tegelijk lopen. Mijn kinderen waren verstandig opgevoed. Tuurlijk maakte ik me zorgen toen Lian verkering kreeg met die raddraaier van een Erik en later met Danny, maar verbieden kon ik het niet. Daarmee zou ik haar alleen maar in zijn armen drijven. Nee, zei ik tegen mezelf, mijn kinderen waren op weg naar volwassenheid en daar hoorde geen moeder bij die ze bij iedere stap controleert. Wat een kolder. Laatst las ik dat pubers meer dan kinderen van welke leeftijd ook ouderlijk toezicht nodig hebben. Ik wilde het gewoon niet zien. Ik was allang blij dat ze niet meer zo afhankelijk van mij waren, dat ik eindelijk mijn handen weer wat vrij had om me meer op mijn werk te kunnen richten.’
Een van de apparaten rondom Michiels bed piepte. Nora leek het niet eens meer op te merken.
‘Je kunt niet alles hebben. En je kinderen goed opvoeden én fulltime werken,’ ging Nora verder. ‘Een van de twee gaat eronder lijden.’ Ze veegde een traan weg.
‘Noor, toe nou,’ zei ik.
‘Misschien hebben ze het gevoeld.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Dat ik ze niet wilde. Na de geboorte was dat gevoel meteen weg, maar tijdens… Ik heb zo vaak gewenst dat ze… je weet wel… zodat ik verder kon met mijn leven.’
‘Dat soort gevoelens is heel normaal. Je was twintig,’ hield ik haar voor.
‘Ik heb ergens gelezen dat sommige dingen al in de baarmoeder kunnen ontstaan.’
‘Dingen?’
‘Dat je als moeder negatieve gevoelens doorgeeft, die later voor problemen zorgen.’
‘Je leest te veel,’ zei ik.
Een flauw glimlachje volgde.
‘Deze hele situatie is niet jouw schuld. In de regels van het universum staat nergens dat zij moeten boeten voor jouw keuzes, zo werkt het niet,’ ging ik verder.
Ze knikte. Meer om me te laten ophouden, niet omdat ze het met me eens was, vermoedde ik. ‘Zou je eens met Lian willen praten? Ik maak me vreselijk veel zorgen om haar.’
‘Was Danny vaak bij jullie?’
‘Eerlijk gezegd zagen we hem nauwelijks. Ze hingen voortdurend rond in die caravan.’
Op dat moment kwam Rik binnen.
‘Sorry schat, dat ik zo laat ben.’ Hij gaf Nora een kus.
‘Wat doe jij hier? Jij hoeft vanavond pas,’ zei Nora geïrriteerd.
‘Dan heb ik niet goed gekeken.’
‘Ik heb het nog rood gemaakt voor je,’ zei Nora.
‘Nu ik hier toch ben, kan ik net zo goed blijven. Liv, anders ruilen we. Dan ga jij nu met Noor mee naar huis en kom je vanavond weer. Het zou me heel goed uitkomen. Er is vanavond een vergadering waar ik eigenlijk bij moet zijn.’
‘Sorry, ik kan niet. Ik heb net met Nora afgesproken dat ik vanavond bij Lian zou gaan kijken.’
Als kind had ik de uitdrukking ‘Rust zacht’ nooit begrepen. Het idee dat ik tot in de eeuwigheid moest rusten en niet mocht spelen, rennen of schommelen tot ik misselijk werd van het gezwiep, leek me ronduit verschrikkelijk. Ik stelde me de dood voor als een koud, grijs bed, waar ik voor altijd onbeweeglijk op moest blijven liggen.
Voor de begrafenis van Danny was zowat het halve dorp op de been. Nick was er ook. Hij hief zijn hand ter begroeting. Na de dienst werd de kist naar het kerkhof gebracht. Het duurde lang voordat iedereen buiten was. De aanwezigen verdrongen zich rond het gat. Ik werd tegen de warme stenen van de kerk gedrukt. Nauwelijks een paar meter verderop lagen de graven van Susan en de kinderen. Dat van Ron bevond zich helemaal aan de andere kant. Het verschil tussen de begrafenissen van Ron en Susan kon niet groter geweest zijn.
Bij die van Susan en de kinderen was de kerk bijna te klein om plek te bieden aan alle familieleden, vrienden, kennissen en ongetwijfeld andere geïnteresseerden. Overal stonden bloemen. Een van Susans zussen las een stukje voor uit de Bijbel, een vriendin droeg een gedicht voor. Klasgenootjes van Merel zongen een liedje. Hun breekbare stemmetjes weerkaatsten tegen het ribgewelf van de kerk. Er hingen kleurige tekeningen aan een lint. Af en toe klonk er luid gesnik vanaf de eerste banken. De kisten waren gesloten. Afgezien van het verdriet om de overledene, was de begrafenis van Ron in geen enkel opzicht hetzelfde. Er waren nauwelijks drie kerkbanken gevuld. Er werd met geen woord gerept over Rons depressie, de moord op zijn gezin of zijn zelfmoord. Alleen dat hij werd geplaagd door ‘een zwaar gemoed’, maar zich daarin gesteund wist door zijn gezin en zijn familie. Ik keek om me heen, naar mijn ouders en zussen, maar de uitdrukking op hun gezicht was even neutraal als die van Jozef en Maria op het schilderij voor me.