Ik rechtte mijn rug. Er klonk getoeter. De auto van Nora draaide het erf op.
4
Nog nooit had het getik van de klok zo opdringerig geklonken als op dit moment. Peter zou pas over een kwartier komen, maar toch zaten we hier allemaal al op hem te wachten. In de voorkamer, die grensde aan de hoger gelegen keuken en bereikbaar was via een trappetje. We zaten er zelden, alleen op zondagen of als er visite was. Ik keek het kringetje rond. De opstelling deed me denken aan de ochtend van Rons begrafenis, toen we allemaal netjes gekleed in deze zelfde ruimte zaten te wachten.
Mijn moeder had het servies dat normaal gesproken dienstdeed als decoratie uit de kast gehaald. Sascha boog zich naar voren om haar kopje te pakken, tot ze bedacht dat er nog geen koffie was ingeschonken. Qua uiterlijk leken de kinderen Tessel weinig op elkaar, alsof het dna van onze voorouders bij elkaar was gegooid, vervolgens door elkaar was gehusseld en er voor ieder kind lukraak iets uit was gekozen. Nora had steil, bijna rossig haar, terwijl ik donkere krullen had. Sascha had ook krullen, maar dan weer in dezelfde kleur als het haar van Nora. Ron viel helemaal buiten de boot met zijn blonde, af en toe zelfs witte haar. Maar we konden alle vier met het puntje van de tong onze neus aanraken. Voor ons gold dat als voldoende bewijs dat we aan elkaar verwant waren.
Tijdens mijn studie kreeg ik eens een artikel onder ogen over de invloed van je plek in het gezin op je leven. Het klopte angstvallig precies. Als oudste kind had Ron veel verantwoordelijkheidsgevoel. Jegens zijn werk, maar ook ten opzichte van ons. In de periode dat hij geen contact meer had met onze ouders bleven wij hem wel zien en spreken, en fungeerden we als doorgeefluik van elkaars wel en wee. Mijn ouders en Ron waren ergens de weg kwijtgeraakt en wij waren de draad die ze alleen maar hoefden te volgen om elkaar weer terug te vinden. Nora was de perfectionist. Ze was zelfs een keer helemaal naar België gereden voor die ene kast die ze op de terugreis van een vakantie in een antiekwinkel had gespot en die precies was wat ze wilde. Op jonge leeftijd kreeg ze verkering met Rik. Toen ze twintig was, raakte ze onbedoeld zwanger. Na de geboorte van de tweeling waren ze getrouwd. Nora wilde beslist haar studie geschiedenis afmaken en daarna was ze aan de slag gegaan bij museum ’t Visserhuisje, in een dorp een kleine twintig kilometer verderop. Het dorp bezat vroeger een belangrijke vissersvloot. Er stonden nog verschillende vissershuisjes die volledig waren gerestaureerd. Nora had het museum zowat in haar eentje gemaakt tot wat het nu was, met veertigduizend bezoekers per jaar, en ze zat nog vol plannen. Verschillende keren had ze aanbiedingen gehad van musea elders in het land, maar die had ze altijd afgeslagen. Ik vroeg me weleens af hoe haar leven eruit zou zien als ze niet zo jong al kinderen had gekregen.
Sascha was als jongste, zoals viel te verwachten, het meest verwend. Of misschien was ‘zorgeloos’ een beter woord. Als Ron, Nora of ik jarig waren, kreeg zij ook altijd een klein cadeautje. Omdat het anders zo sneu voor haar was. Zelf was ik zoekende naar mijn plek. Ik was niet de oudste, niet de jongste, noch de eerste dochter.
Tik. Tik. Tik . Nog vijf minuten. Mijn aandacht werd getrokken door Rik, die met zijn vinger het ritme van de klok meetikte op de houten leuning van de stoel. Vanaf de allereerste ontmoeting mochten we elkaar niet. En dat was lastig, aangezien Nora tot over haar oren verliefd was. Terwijl Nora en Rik op zachte toon met elkaar praatten, probeerde ik hem door de ogen van een ander, onpartijdig iemand te zien. Een knappe man, net over de veertig, misschien ietsje gezet, goed gekleed, vicedirecteur van een van de koekjesfabrieken. Het dorp telde twee koekjesfabrieken en een fabriek die bakkerijproducten produceerde. De drie fabrieken vormden een belangrijke bron van werkgelegenheid in het dorp en omliggende dorpen. Vroeger had ik tijdens de zomervakanties regelmatig aan de lopende band gestaan om een zakcentje te verdienen. Als ik al niet van plan was geweest om een opleiding te volgen, dan was mijn vakantiewerk een goede motivatie om dat wel te doen. Ik begreep niet hoe sommige vrouwen het al vijfentwintig jaar volhielden om dag in dag uit koekjes in te pakken. De eerste paar dagen dat ik er werkte, droomde ik er ’s nachts van.
Mijn moeder beschouwde Rik als een soort god. Nora mocht in haar handjes knijpen met een man als Rik, vond ze. Terwijl het eerder andersom was. Nora was veel te goed voor hem en gaf hem in alles zijn zin. Bijna alles dan. Rik had altijd gewild dat ze huisvrouw zou worden en fulltime voor de kinderen ging zorgen, maar dat weigerde ze. En gelijk had ze. In mijn ogen was hij een opschepper. Zijn huis was altijd net ietsje groter dan dat van een ander, zijn tuin had meer vierkante meters en zijn auto had net wat meer vermogen. Ook had hij altijd en overal een mening over. Politiek, milieu of vrouwen aan de top: hij praatte erover alsof hij er al jaren studie naar verrichtte en leek pas tevreden als hij zijn mening met de nodige decibellen kon verkondigen.