Home>>read Nachtster free online

Nachtster(74)

By:Alyson Nol


Ze haalt diep adem, kijkt van de een naar de ander, zucht en schudt haar hoofd. Dan richt ze zich voornamelijk tot Damen. ‘Meent ze dit nou? Is het echt serieus bedoeld?’

Damen knikt, slaat een arm om me heen en trekt me nog steviger tegen zich aan. ‘Ja. Dus je kunt maar beter goed luisteren of zelfs aantekeningen maken als dat nodig is.’

Ze zucht en kijkt even om zich heen naar de leerlingen die ooit tegen haar opkeken, maar die ze nu vreest. Ze is duidelijk niet bekeerd en heeft me vooral laten uitpraten omdat ze erdoorheen zit en ze toch niets te verliezen heeft, omdat ze alleen nog maar verder van haar voetstuk kan vallen. Maar het is een begin.

Voor mij is het goed genoeg.

Ik geef haar nog een ogenblik om alles te laten bezinken en wacht tot ze zich naar mij draait en instemmend knikt. Dan zeg ik: ‘Oké, dit is wat je als eerste moet doen...’



Als ik mijn zin had gekregen, was ze meteen in het diepe gegooid. Dan hadden Damen en ik toegekeken hoe ze rechtstreeks naar Honor liep en het plan in werking zette.

Maar Stacia had meer tijd nodig.

Tijd om erover na te denken en aan het idee te wennen. Ze wil duidelijk dolgraag weer de hiërarchie aanvoeren, maar het concept van verontschuldigingen aanbieden is haar zo vreemd dat ze niet alleen met alle macht overtuigd moest worden, maar ook heel wat hulp nodig had om de juiste woorden te vinden.

Ach, hoe hard ik haar ook dwong en haar probeerde te overtuigen dat dit het enige juiste was, verwachtte ik diep vanbinnen niet dat het zou werken, of in elk geval niet direct. Het ging me er meer om haar te laten wennen aan het idee dat ze aardig kon zijn. En als ik dan toch eerlijk ben, dan moet ik bekennen dat ik haar ook wilde overtuigen – zonder enig restje twijfel – dat ik meende wat ik zei.

Mijn hulp is aan voorwaarden verbonden. Als ze die hulp wil, zal ze die moeten verdienen.

Ik laat me niet langer voor schut zetten.

Tijdens de lunchpauze komen Haven en haar ‘fans’ uit het schoolgebouw en ze treffen mij, Damen, Miles en Stacia aan hun tafel. Ze weten niet wat ze ervan moeten denken.

En Haven weet duidelijk ook niet goed wat ze van mij moet denken.

Maar goed, zo te zien geldt dat ook voor Honor.

Ze staan daar maar, ongemakkelijk treuzelend, vol ongeloof starend als Craig en zijn vrienden langzaam naar ons toe komen en dankbaar gaan zitten op de plek die Damen hun aanbiedt. Ze beantwoorden het gebaar met weinig meer dan een ‘hoi’ en een hoofdknik, wat op het eerste gezicht niet veel voorstelt, maar wat ze voor die tijd nooit zouden hebben gedaan.

Haven blijft staan met bevende handen van woede en ogen die rood en toegeknepen zijn, maar ik doe alsof ik dat niet zie. Ik kijk dwars door de donderwolk van haat heen die rondom haar hangt. ‘Je mag bij ons komen zitten als je wilt. Mits je je gedraagt,’ stel ik voor.

Ze rolt met haar ogen, mompelt een hoop smerige taal en wil zich wegdraaien. Ze verwacht dat haar groep volgelingen meteen meekomt, maar haar macht over hen is niet wat hij geweest is. Ze is zwakker. En om eerlijk te zijn, merk ik dat ze het allemaal een beetje gehad hebben met haar. Wanneer ze Damens aanbod om bij ons te komen zitten aannemen, wendt ze zich met vlammende ogen tot Honor en daagt haar op die manier uit te kiezen.

Net als Honor zich ook wil wegdraaien en naar Haven wil lopen, springt Stacia op van haar plekje en roept: ‘Honor, wacht... ik... het spijt me heel erg!’

De woorden klinken schel en onwennig. Het is zo raar háár dit te horen zeggen dat Miles meteen uitbarst in een lachbui en ik moet heel hard in zijn knie knijpen om hem de mond te snoeren.

Stacia kijkt me aan met haar ogen halfdicht en haar wenkbrauwen gefronst, alsof ze wil zeggen: Zie je nou? Ik heb het geprobeerd, maar het werkt niet!

Ik knik naar Honor als ik zie dat ze stilstaat en zich omdraait. Ze houdt haar hoofd schuin en kijkt vragend, aarzelend naar haar twee zogenaamd beste vriendinnen met wie ze allebei weinig heeft.

Ze aarzelt zo lang dat Haven gepikeerd wegloopt. Ik zou best achter haar aan willen gaan om haar te kalmeren en een manier te vinden haar te helpen of in elk geval te zien of ik tot haar kan doordringen, maar dat doe ik niet. Misschien komt dat een andere keer, maar niet nu. Nu moet ik eerst zorgen dat dit goed gaat.

Dus geef ik Stacia een por, met mijn ogen, mijn geest, en ik duw mijn hele energieveld tegen het hare aan om haar aan te sporen nu niet op te geven. Ze moet doorgaan, ook al is dit haar vreemd en vindt ze het eng.

Een ogenblik later verdwijnen ze.

Ze lopen naast elkaar. Honor schreeuwt en slingert een lange reeks verwijten naar Stacia’s hoofd, alle verdomd goede redenen waarom ze inderdaad wel eens sorry mag zeggen. Stacia luistert geduldig, precies zoals ik haar heb geleerd.

‘Ben je ze aan het afluisteren?’ vraagt Miles met een por van zijn elleboog en een gebaar naar het tweetal.