Behoedzaam kijkt ze me aan, uitgaande van het ergste.
‘Die voorwaarde is dat als ik jou terug aan de populaire tafel weet te krijgen, je die populariteit gebruikt voor goede, niet voor gemene dingen.’
Ze schudt haar hoofd en laat een nerveus lachje horen dat even vlug ophoudt als begint. Ze kan niet inschatten of ik nou serieus ben of niet en kijkt Damen aan voor het antwoord. Maar hij haalt slechts nonchalant z’n schouders op en gebaart naar mij.
‘Het is geen geintje. Ik meen het honderd procent. Mocht je het niet gemerkt hebben of het al vergeten zijn, jij was vanaf mijn allereerste dag op deze school een vreselijke bitch tegen me. Je vond het veel te leuk om mijn leven tot een hel te maken. Ik durf zelfs te wedden dat je meer tijd besteedde aan rotgeintjes bedenken voor mij dan aan het doornemen van examenstof.’
Ze staart naar haar knieën, schrikt van mijn waslijst vol beschuldigingen en loopt rood aan als ik haar nauwlettend bekijk. Ze doet er verstandig aan niets te zeggen. Ik ben nog lang niet klaar en ik heb nog veel meer te zeggen.
‘Laten we niet vergeten hoe je probeerde mijn vriendje af te pakken – en dat meer dan eens.’ Ik knijp mijn ogen toe en kijk haar zonder enig medelijden streng aan. ‘Maar laten we vooral niet doen alsof ik de enige was die je treiterde, want we weten allebei dat dat niet waar is. Zo’n beetje iedereen die jij zwakker vond of op een of andere manier minderwaardig achtte, of nou ja, die ook maar een beetje een bedreiging vormde, was voor jou al een doelwit. Zelfs je zogenaamd beste vriendin kreeg de volle laag.’ Met opgetrokken neus en toegeknepen ogen kijkt ze me niet-begrijpend aan. ‘Eh... hal-lo? Honor?’ Ik schud mijn hoofd. Verdoe ik mijn tijd? Is het wel mogelijk door te dringen tot iemand die zo ijdel, egoïstisch en emotioneel gehandicapt is als zij? ‘Waarom denk je dat ze zich tegen je heeft gekeerd? Denk je soms dat het alleen maar Havens schuld is? Nou, niet dus. Ze is dit al een hele tijd van plan, voornamelijk omdat je haar afschuwelijk behandelde – zoals je dat bij iedereen doet. En omdat je haar vriendje probeerde te verleiden. Voor zover ik weet, was dat de laatste druppel.’
Ze slikt en kamt met haar vingers door haar haar, waardoor het zo valt dat het haar gezicht half verbergt. Ze wil me absoluut niet aankijken en vindt het al erg genoeg dat ik haar kan zien, maar in elk geval probeert ze de waarheid niet te ontkennen.
‘Ik hoorde ook dat je daarmee even succesvol was als toen je Damen probeerde af te pakken.’ Ik kijk haar venijnig aan en schud mijn hoofd. Daar laat ik het bij; ik heb het haar nu wel genoeg ingewreven.
‘Ondanks het feit dat jouw gedrag zo gemeen en berekenend en nergens voor nodig was, ga ik je toch helpen je oude plekje te heroveren.’
Nu bestudeert ze mijn gezicht om te zien of het echt waar is. Zodra ik het bevestig, bestudeert ze haar namaakbruine knieën weer aandachtig.
‘Niet omdat ik je aardig vind, want dat is echt, echt niet het geval. En ook niet omdat ik vind dat je het verdient, want ik wéét dat dat niet zo is. Maar omdat Havens gedrag, geloof het of niet, nog erger is dan wat jij deed. Ik heb er zelf totaal geen behoefte aan haantje de voorste te zijn hier op school, dus mag jij die plek van mij weer hebben. Maar, zoals ik al zei, daar zijn voorwaarden aan verbonden. De belangrijkste is dat je vanaf nu een andere manier moet vinden om jezelf goed te voelen. Je moet ermee ophouden iedereen neer te sabelen zodat jij je beter en boven hen verheven voelt. Want dat is wel het laagste, goedkoopste wat iemand kan doen. En als deze ervaring, deze omgekeerde situatie van je sociale status, je dat nog niet geleerd heeft, dan weet ik niet of dat ooit nog gaat lukken. Ik bedoel, nu je weet hoe het voelt aan de andere kant te staan, nu je zelf ervaart hoe het voelt om verstoten te worden, behandeld te worden zoals jij dat bij iedereen deed... Ik kan me niet voorstellen dat je iemand dat nu nog wilt aandoen. Maar goed, misschien ook wel. Je weet het maar nooit met jou.’
Ze zit daar maar met haar schouders opgetrokken en haar haar als een gordijn voor haar gezicht tussen ons in. Haar hoofd schommelt terwijl ze de neuzen van haar dure designersandalen tegen elkaar aan tikt – het enige teken dat ze luistert en me serieus neemt. Meer heb ik niet nodig om door te gaan.
‘Want weet je, je bent slim en knap en je hebt alles wat iemand zich maar kan wensen. Eerlijk gezegd moet dat genoeg zijn om je zelfvertrouwen op peil te houden. Dus misschien, heel misschien, kun je ophouden je te gedragen als een hebberig pokkewijf en stoppen alles van iedereen af te pakken, ook al weet je dat je het niet mag hebben, en kun je je erop richten je gaven te gebruiken om een positieve invloed op anderen te hebben. Je vindt het vast afgezaagd klinken en misschien vind je mij belachelijk, maar ik meen het wel. Als je weer de nummer één wilt zijn hier op school, dan zul je dat moeten veranderen. Anders wil ik je helemaal niet helpen. Wat mij betreft mag je ook gewoon de rest van het jaar zo blijven zitten, zonder dat Damen en ik ook maar iets doen om je te helpen.’