Home>>read Nachtster free online

Nachtster(61)

By:Alyson Nol


Dit is Haven!

Mijn voormalige vriendin Haven.

Met wie ik uitging en plezier had. De enige naast Miles die mij bij zich liet zitten op mijn eerste dag op school.

Ze zit in moeilijkheden en heeft hulp nodig – dat is duidelijk. Ik moet haar zien te bereiken en helpen. Ik moet haar uit haar hoofd praten wat ze van plan is voor het te laat is en ik haar voorgoed kwijt ben.

‘Haven, toe nou.’ Ik houd mijn handen in de lucht en ik praat en kijk nu een stuk vriendelijker. Ze moet begrijpen dat ik haar nu anders benader dan daarnet, dat ik het meen, dat ik het goed bedoel. ‘Dit hoeft niet zo te lopen. Je hoeft dit niet te doen. We kunnen er een eind aan maken, hier en nu. Wat je van plan bent maakt van een tragische gebeurtenis alleen maar een nog rampzaliger scenario. Alsjeblieft... denk daar alsjeblieft nog eens over na.’

Ik haal diep adem en verzamel zoveel mogelijk licht in mij voor ik langzaam uitadem en het doorstuur naar haar. Ik omhul haar in zachte, kalmerende golven van een groene, genezende energie. Ik zie de golven in de lucht hangen; ze proberen door te dringen, maar worden afgeketst. Haar uitstraling vol haat en woede houdt ze tegen.

‘Het is nog niet te laat voor een wapenstilstand,’ zeg ik op lage, beheerste toon, alsof ik iemand die van een hoog gebouw wil springen probeer om te praten. Ik hoop dat het ook werkt om Jude te kalmeren, zodat hij niet overgaat tot weet ik wat voor levensgevaarlijke stunt hij bedacht heeft. ‘Je ziet er niet zo best uit. Je bent de controle kwijt. Neem het van mij aan, ik kan het weten. Het hoeft niet zo te zijn – er is een oplossing. Ik zou je dolgraag helpen die te vinden, als dat mag van jou.’

Ik kan het nog zo kalm en geruststellend zeggen, ze lacht me recht in mijn gezicht uit. Het klinkt wreed, agressief en ze kijkt om zich heen als een waanzinnige. Ze kan zich niet stilhouden en niet inhouden. ‘Jij? Mij helpen? Kom nou.’ Ze rolt met haar ogen en beweegt haar hoofd heen en weer. ‘Wanneer heb jij mij ooit geholpen? Je hebt me altijd alleen maar dingen afgepakt. Steeds weer. Maar helpen? Ja, vast wel. Je maakt zeker een geintje.’

‘Dan niet.’ Ik haal mijn schouders op, vastberaden tot haar door te dringen, haar zelfvernietiging tegen te gaan. ‘Als je denkt dat je me niet kunt vertrouwen, laat je dan door iemand anders helpen. Je hebt nog steeds een familie, hoor. En vrienden – echte vrienden die om je geven. Niet dat zootje dat je gemanipuleerd hebt om je vrienden te zijn.’

Ze kijkt me vlug knipperend aan en schommelt zachtjes heen en weer. Diep steekt ze haar hand in haar tas, op zoek naar het elixir, maar ze treft alleen een toenemend aantal lege flesjes aan die ze alle kanten op gooit.

Ik realiseer me dat ik moet opschieten. Ik moet me haasten en mijn punt maken. Veel tijd is er niet meer, ze kan elk moment doordraaien. Vlug zeg ik: ‘En Miles dan? Die wil je dolgraag helpen. Of je jongere broertje, Austin. Die kijkt naar je op, hij heeft je nodig. En ik durf zelfs te wedden dat Josh nog steeds gek op je is. Zei je niet dat hij zelfs een liefdesliedje heeft geschreven om je terug te winnen? Dan denk ik echt niet dat hij je al vergeten is. Ik weet zeker dat hij binnen no time voor de deur staat als je hem belt. En...’ Ik wil over haar ouders beginnen, maar dat slik ik snel weer in. Die hebben nooit voor haar klaargestaan. Dat heeft ook in redelijke mate bijgedragen tot de situatie zoals die is.

Maar nu heb ik te lang geaarzeld. Lang genoeg voor haar om me vragend aan te kijken. ‘En wie nog meer, Ever? Wie wil je aan dat lijstje toevoegen? De huishoudster?’ Hoofdschuddend rolt ze met haar ogen. ‘Sorry hoor, maar het is al veel te laat voor die onzin. Jij hebt de enige persoon om wie ik echt gaf van me afgenomen. De enige die ook om mij gaf. En nu moet je daarvoor boeten. Jullie zullen er allebei voor boeten. Want vergis je niet – geen van jullie zal deze winkel nog verlaten, behalve in een lijkenzak. Of in jouw geval, Ever, een vuilniszak.’

‘Daarmee krijg je hem niet terug.’ Het is al te laat – ik ben haar kwijt. Ze is weg. Ze luistert niet meer. Ze is al teruggekropen in het diepst van haar verwarde, duistere gedachten.

Dat zie ik aan haar ogen, die opeens wazig staan, en de manier waarop haar hele lijf tot rust komt. Ze gehoorzaamt de withete woede die binnen in haar raast.

Ik merk het aan de muren die spontaan beginnen te schudden.

Boeken die van de planken vallen.

De verzameling van engelenbeeldjes die door de ruimte vliegen en tegen een muur terechtkomen voor ze in scherven op de grond vallen.

Er valt niet meer tot haar door te dringen.

We kunnen niet meer terug.

Met vlammende ogen staat ze voor me. Haar haren komen overeind nu haar hele lichaam siddert van razernij. Ze balt haar vuisten stevig, gaat op haar tenen staan en richt zich op Jude.