‘Weet je wat ook helpt mijn energie weer op te laden?’ Ik grijns en geef hem een dikke kus, waardoor hij geen antwoord kan geven. Hij hoeft het maar te zeggen en we gaan naar de plek waar we echt kunnen zoenen.
De warmte van zijn blik bezorgt me heerlijke tintelingen – een gevoel dat alleen hij me kan geven. Hij maakt zich los en zegt: ‘Oké, jij wint. Maar dat is ook niks nieuws meer, hè?’ Hij glimlacht en onze blikken ontmoeten elkaar.
Hij pakt mijn hand vast en sluit zijn ogen. Zo stappen we samen door de glinsterende poort van zacht, goud licht.
Twee
We landen in het midden van het tulpenveld, omringd door duizenden prachtige rode bloemen. De zachte rode bloemblaadjes glinsteren in de constante nevelige gloed en de lange groene stelen wiegen in het briesje dat Damen zojuist in zijn eentje heeft toegevoegd.
Samen gaan we op onze rug liggen en we staren omhoog naar de hemel. We manifesteren een paar wolken en geven die met onze fantasie allerlei vormen van dieren en voorwerpen, tot we alles weer laten verdwijnen en naar binnen gaan. In het paviljoen laten we ons naast elkaar neerploffen op de grote witte bank die zo zacht is als een marshmallow. Ik zak diep weg in de kussens terwijl Damen de afstandsbediening pakt en lekker tegen me aan kruipt.
‘Oké, waar zullen we beginnen?’ Damens wenkbrauw is zodanig opgetrokken dat ik weet dat hij net zo graag verdergaat als ik.
Ik trek mijn voeten onder me op de bank en laat mijn hoofd rusten in mijn handen terwijl ik hem flirterig aankijk. ‘Hmm... dat is lastig. Welke opties heb ik ook alweer?’ Mijn vingers kruipen alvast onder zijn shirt en het duurt nu niet lang meer voor ik hem echt kan aanraken.
‘Tja, je hebt je leven in Parijs, waarvoor je heel toevallig al passend gekleed bent.’ Hij maakt een hoofdgebaar naar de laag uitgesneden kraaglijn van mijn jurk, waar zijn ogen even blijven hangen bij mijn diepe decolleté voor hij me weer aankijkt. ‘Maar natuurlijk heb je ook nog jouw puriteinse leven, al moet ik heel eerlijk bekennen dat dat niet een van mijn favorieten is...’
‘Komt dat door de kleding? Al die donkere, saaie kleuren en hoge kragen?’ Ik kan me de lelijke jurken uit die tijd nog goed herinneren, hoe ongemakkelijk ze zaten, hoe de stof prikte op mijn huid. Nee, het is ook niet mijn lievelingsperiode. ‘Want in dat geval moet je me in mijn Londense leven wel erg leuk hebben gevonden. Als de verwende dochter van een rijke grootgrondbezitter had ik een fantastische garderobe vol glimmende, laag uitgesneden jurken. En kasten vol geweldige schoenen.’ Die incarnatie is in elk geval een van mijn favorieten, al is het maar vanwege mijn ongecompliceerde dagelijkse leventje. Alle problemen die ik toen meemaakte, had ik tenminste helemaal zelf veroorzaakt.
Hij kijkt me aan, laat zijn blik over mijn gezicht gaan en streelt met een hand over mijn wang. De dunne laag energie hangt nog steeds vastberaden tussen ons in, maar die zal verdwijnen zodra we een scène hebben uitgekozen.
‘Als je het echt wilt weten, dan moet ik bekennen dat mijn voorkeur uitgaat naar Amsterdam. Toen ik de schilder was en jij de muze en...’
‘...en ik voornamelijk halfnaakt rondliep, bedekt door niet meer dan mijn lange, rode haar en een dun zijden jurkje.’ Ik schud mijn hoofd en lach erom. Zijn keus verbaast me totaal niet. ‘Maar ik durf te wedden dat dat niet de echte reden is, hè? Dat is toch alleen maar stomtoevallig? Ik bedoel, het ging jou vast veel meer om de artistieke aspecten ervan en zo...’
Ik leun naar hem toe en leid zijn aandacht af met een vlugge zoen op zijn wang. Dan gris ik de afstandsbediening uit zijn hand. Zijn gezicht toont gespeelde ergernis en ik vermaak me door de afstandsbediening steeds net buiten zijn bereik te houden als hij ernaar grijpt.
‘Waar ben je mee bezig?’ Het klinkt bezorgd en Damens poging het ding terug te krijgen is opeens een stuk serieuzer.
Maar zo gemakkelijk geef ik het niet op, ik geef me niet zo snel al gewonnen. Elke keer als we hier komen, heeft hij de controle over de afstandsbediening en nou wil ik wel eens degene zijn die hém verrast.
Ik houd het ding hoog boven mijn hoofd, eerst in de ene hand, dan in de andere en ben vastberaden het buiten zijn bereik te houden. Ik hijg een beetje van de inspanning als ik hem aankijk en zeg: ‘Nou ja, als we het niet eens kunnen worden over een favoriete scène, dan kan ik net zo goed lukraak op een knop drukken. Dan zien we wel waar we uitkomen...’
Damens gezicht verliest alle kleur en hij kijkt me aan met een onverbiddelijke blik. Zijn gezichtsuitdrukking – nee, sterker nog, zijn hele houding – is opeens ernstig en geschrokken. Als je het mij vraagt is dat wel een heel overdreven reactie op de situatie. Ik sta op het punt hem de afstandsbediening terug te geven, maar ik bedenk me en druk op een knop.