Het moet iets ergs zijn, dat voel ik. Ik neem aan dat het gaat om nog meer dreigementen van Haven, maar dan zegt hij: ‘Lina is er niet meer.’ De woorden zijn grimmig en simpel, maar de betekenis is duidelijk.
Mijn mond zakt open en met grote ogen staar ik hem zwijgend aan. Ik zou niet weten wat ik moest zeggen, zelfs al zou het lukken.
‘Ze heeft een ongeluk gehad met haar busje in Guatemala, op weg naar het vliegveld. Ze heeft het niet overleefd.’
‘Weet je dat zeker?’ Meteen heb ik spijt van die woorden. Natuurlijk weet hij het zeker, dat was dom van me. Maar slecht nieuws heeft dat effect – onlogische twijfels en ontkenning. Er is hoop voor de onmogelijkste dingen.
‘Ja, ik weet ’t zeker.’ Met zijn droge mouw veegt hij zijn ogen droog, zijn blik vertroebelt als hij denkt aan toen hij het hoorde. ‘Ik zag haar.’ Hij kijkt op. ‘Dat was de afspraak, weet je. We hadden beloofd dat degene die als eerste ging, de ander zou opzoeken om het te vertellen. Zodra ik haar zag verschijnen...’ Zijn stem klinkt moe en schor en hij valt stil voor hij zijn keel schraapt en doorgaat. ‘Nou ja, ze gloeide zo en ze zag er zo... stralend uit. Het kon niet missen. Ik wist dat ze was heengegaan.’
‘Heeft ze nog iets gezegd?’ Ik vraag me af of ze de brug is overgestoken of in Zomerland is gebleven, aangezien Jude – in tegenstelling tot mij – met alle soorten geesten kan communiceren.
Hij knikt en kijkt een heel klein beetje blijer. ‘Ze zei dat ze thuis was. Zo noemde ze het, thuis. Er is zoveel te zien, zoveel uit te leggen. Het is er veel beter dan het Zomerland waarover ik haar vertelde. Voor ze verdween zei ze dat ze op me zou wachten wanneer het mijn beurt is – maar dat ik me niet moest haasten.’
Als hij dat vertelt, lacht hij, voor zover dat mogelijk is als je verteerd wordt door verdriet. Ik slik en kijk naar mijn knieën, speel met de zoom van mijn jurkje en trek de rand omlaag zodat mijn knieën bedekt zijn. Ik denk terug aan hoe ik Riley voor het eerst zag toen ik in het ziekenhuis lag. Hoe dromerig en onrealistisch het leek, waardoor ik dacht dat ik het me maar verbeeldde. Tot het nog eens gebeurde, en nog eens en nog eens, tot ik haar wist over te halen de brug naar het hiernamaals over te steken. Helaas kan ik haar daardoor nooit meer zien, behalve met hulp van Jude.
Ik gluur naar hem en zie zijn wazige aura, de lege blik en het bedroefde gezicht – zo anders dan de schattige, sexy, relaxte surfer die ik leerde kennen. Ik vraag me af hoe lang het duurt voor hij weer zo kan zijn, als hem dat al lukt. Verdriet gaat niet zo vlug voorbij. Er is geen snellere route, geen eenvoudige oplossing en geen delete-knop voor. Na verloop van tijd wordt het beter, maar slechts een beetje. Dat heb ik wel geleerd.
‘Ongeveer een uurtje later,’ gaat hij zo zacht verder dat ik voorover moet leunen om hem te verstaan, ‘kreeg ik het telefoontje dat het nieuws bevestigde.’ Hij haalt zijn schouders op en leunt achterover in zijn stoel, met zijn ogen op mij gericht.
‘Het spijt me,’ zeg ik, al weet ik uit ervaring dat de woorden weinig doen in deze omstandigheden. ‘Kan ik iets voor je doen?’ Ik betwijfel het, maar ik bied het toch aan.
Weer haalt hij zijn schouders op en hij wriemelt aan zijn mouw. Zijn lange, gebruinde vingers rollen de vochtige stof van zijn huid af. ‘Begrijp me niet verkeerd, Ever. Ik huil voor mezelf, niet om Lina. Het gaat goed met haar... prima zelfs. Je had haar moeten zien – alsof ze op het punt stond te beginnen aan haar grootste avontuur ooit.’ Zijn handen glijden door zijn wilde bos haar, pakken de dreadlocks samen tot een staart die hij even vasthoudt en weer loslaat, waardoor de plukken over zijn rug vallen. ‘Ik zal haar echt missen. Het voelt zo leeg zonder haar. Ze was een betere voogd dan mijn eigen ouders. Ze nam me in huis, gaf me voedsel en kleding en nog belangrijker: ze behandelde me met respect. Ze heeft me geleerd dat ik me niet hoef te schamen voor mijn gaven, dat ik ze niet hoef te blokkeren. Zij heeft me laten zien dat het een gave is, geen vloek. Ik moest de vooroordelen en angsten van anderen niet laten bepalen hoe ik leefde, wat ik deed of hoe ik mezelf zag. Ze heeft me ervan overtuigd dat ik echt geen freak ben alleen maar omdat andere mensen dat uit onwetendheid zeggen.’ Hij kijkt opzij naar de overvolle boekenplanken, de verzameling schilderijen aan de muur en dan weer naar mij. ‘Heb je enig idee hoe belangrijk dat voor me geweest is?’
Hij kijkt me zo lang aan dat ik wel weg moet kijken. Zijn verhaal doet me meteen denken aan Sabine, die precies de tegenovergestelde aanpak heeft gekozen en mij alles kwalijk neemt.
‘Je had geluk haar te kennen,’ zeg ik met een dichtgeknepen keel die dreigt mijn ademhaling te blokkeren. Ik weet maar al te goed hoe hij zich voelt. De dood van mijn eigen familie weegt nog steeds zwaar, al kan ik daar niet bij stil blijven staan. Ik moet al mijn energie gebruiken om de crisis met Haven het hoofd te bieden.