Home>>read Nachtster free online

Nachtster(22)

By:Alyson Nol


Het is duidelijk dat zij daarachter zit, al kan ik niet inschatten of ze het expres doet of dat het een ongecontroleerde woedeaanval is die ik heb veroorzaakt.

Niet dat het me tegenhoudt. Nu ik weet dat het effect heeft, moet ik wel doorgaan.

Ik loop langs de rij wasbakken en draai kalmpjes elke kraan dicht. ‘Het is gewoon onlogisch, die hele wraakactie van je. Die fantastische romance met Roman stelde niet veel meer voor dan... nou ja, “een paar middelmatige vrijpartijtjes, mate”, zoals hij zou zeggen.’ Ik kijk haar aan met een kleine glimlach om mijn perfecte imitatie van zijn Britse accent. ‘Dus waarom zou je tijd verspillen aan wraak voor een verleden dat nooit echt bestond als je een oneindige toekomst voor je hebt die je helemaal zelf kunt invullen?’

Ik kan die zin amper afmaken voor ze op me springt.

Letterlijk – boven op me.

Ze smijt me door de ruimte, tegen de roze betegelde muur. Ze beukt mijn hoofd er zo hard tegenaan dat de vreselijk doffe plof tegen de muren weerkaatst. Een straaltje warm bloed druipt op mijn jurk vanuit de gapende wond.

Ik wankel en strompel naar voren, maar klap meteen weer tegen de muur. Ik tol van links naar rechts en worstel om te focussen en mijn evenwicht te vinden. Ik ben zo duizelig, wankel en geschrokken dat ik me niet kan verzetten tegen de vingers die in mijn schouders priemen en me op mijn plek houden.

Haar gezicht hangt vlak voor het mijne als ze zegt: ‘Vergis je niet, Ever. Ik zweer niet alleen wraak te nemen voor Roman, maar ook tégen jou.’ Ze kijkt me indringend aan, zo vol haat dat ik me wel weg moet draaien en mijn ogen sluit om het niet te zien. Ik ben me bewust van de prikkeling van haar koude adem op mijn wang, haar lippen vlak bij mijn oor. Ze leunt tegen me aan, bijkomend en genietend van haar overwinning.

Het sanitair komt weer tot rust, de handdrogers stoppen met blazen en de vloeibare zeep kruipt langzaam in de tegelvoegen. Schor en kortaf zegt ze vlak bij mijn oor: ‘Je hebt me alles afgenomen wat me dierbaar was. Jij hebt me bovendien gemaakt tot wat ik nu ben. Dus als iemand verantwoordelijk is, dan ben jij het wel. Jij hebt me onsterfelijk gemaakt. En nu je niet tevreden bent met het resultaat ben je vastbesloten me tegen te houden?’ Ze leunt naar achteren om me beter te kunnen bekijken, terwijl haar vingers gevaarlijk dicht naar de amulet kruipen die rond mijn nek hangt. ‘Dat is dan dikke pech.’ Ze lacht en speelt met de kristallen, waardoor mijn hele lichaam verstijft. ‘Jij hebt ervoor gekozen me het elixir te laten drinken. Jij hebt me onsterfelijk gemaakt. Jij hebt me gemaakt tot wat ik ben en nu kun je niet meer terug.’

Ze daagt me uit het te ontkennen met die blik van haar. Maar ik kijk haar niet aan. Ik probeer uit alle macht de duizeligheid te stoppen en ik smeek mijn genezende gave aan het werk te gaan. Elke ademhaling is een gevecht en mijn woorden komen tussen opeengeklemde kaken door. ‘Je ziet ze niet alleen vliegen, maar je zit er ook nog eens naast.’ Ik vul mijn longen met lucht, omring me in gedachten met het witte licht, wetende dat ik alle beetjes hulp kan gebruiken. Dit loopt niet zoals ik had gepland.

Dat kleine lichaam bevat meer kracht dan ik dacht. Ik heb de kracht van haar haat zwaar onderschat, zeker in combinatie met de adrenaline die door haar heen giert en haar een oneindige bron van woede biedt.

Ik houd mijn gezicht zorgvuldig in de plooi en mijn toon bedaard, zodat ze niet doorheeft dat ik opeens half in paniek schiet. ‘Ik heb je dan onsterfelijk gemaakt, maar de rest heb je zelf gedaan.’ Die woorden doen me denken aan de gemanifesteerde scène van gisteren, al lijkt dit niet op de overwinning die ik heb geoefend.

Plotseling, van het ene op het andere moment, voel ik het. Ik ben er weer. De wond is genezen. Mijn krachten zijn terug. In haar ogen zie ik dat zij het ook merkt.

Opeens is het allemaal voorbij.

Ze heeft me al weggeduwd.

En staat al bij de deur.

Ze werpt nog een laatste blik over haar schouder. ‘Zeg, Ever, voor je mij de les leest over vergiffenis en zo, moet je misschien eerst eens wat dingen uitzoeken. Er is nog zoveel wat je niet weet over Damen – dingen die hij je niet vrijwillig zal bekennen. Echt waar. Ik zou er iets mee doen als ik jou was.’

Ik reageer niet. Dat zou wel moeten, dat weet ik, maar ik ben sprakeloos.

Onze blikken laten elkaar niet los en ze gaat verder. ‘Vergiffenis, Ever. Denk daar eens over na. Het is makkelijker gezegd dan gedaan. Misschien moet je je eens afvragen of je het zelf wel kunt. Of je echt in staat bent Damens zonden te vergeven. Dat wil ik wel eens weten – daarom mag je nog een tijdje rondlopen. Het is zelfs de enige reden dat ik je voorlopig nog in leven laat. Al is het maar omdat het interessant is om toe te kijken. Maar vergis je niet, zodra je me verveelt of irriteert... ach, je weet hoe het werkt.’