Die les heeft hij lang geleden geleerd tijdens gevechten waarvan ik nooit had gedacht dat die symbool zouden staan voor mijn leven.
Damen heeft me nog zo gewaarschuwd, maar ik kan mijn verontschuldigingen niet voor me houden. De woorden ‘vergeef me’ stralen rechtstreeks uit mijn gedachten naar haar toe. Ik zie haar reageren in een flits van medelijden. Heel eventjes verzacht haar blik, maar dan verschijnt de gebruikelijke combinatie van haat en minachting weer.
Ze tilt haar vuist op en mikt – maar ze is te laat. Mijn hand zwaait al door de lucht naar voren, vol kracht. Ik ram mijn vuist tegen haar navel en smijt haar naar achteren. Ze tolt en zakt in elkaar, op weg naar die oneindige leegte.
Schaduwland.
De eeuwige rustplaats voor verloren zielen.
Ik hoor mezelf naar adem snakken als ik zie hoe snel ze vergaat tot stof. Ze stort zo snel in dat het moeilijk te geloven is dat ze ooit uit tastbare materie bestond.
Mijn maag draait zich om, mijn hart bonst als een razende en mijn keel is zo droog dat ik niets kan uitbrengen. Mijn lijf reageert alsof deze gebeurtenis – de gruweldaad die ik zojuist heb begaan – niet alleen maar nagespeeld is, maar de afschuwelijke waarheid.
‘Je hebt het goed gedaan. In één keer raak, precies in de roos,’ zegt Damen, die in een oogwenk vanaf de andere kant van de kamer bij me komt staan. Hij slaat zijn armen om me heen en houdt me stevig vast. Zachtjes fluistert hij verder in mijn oor. ‘Toch moet je er serieus over nadenken die verontschuldiging achterwege te laten tot ze is verdwenen. Geloof me, ik weet dat je je schuldig voelt, Ever, en dat kan ik je niet kwalijk nemen. Maar we hebben het hierover gehad. In dit scenario is het eenvoudig: jij of zij. Een van jullie overleeft dit. En als het jou niet uitmaakt, dan heb ik liever dat jij dat bent.’ Hij laat zijn vingertopje langs mijn wang gaan en stopt een losgeraakte pluk van mijn lange, blonde haar achter mijn oor. ‘Je kunt het je niet veroorloven haar op die manier te waarschuwen. Dus alsjeblieft, bewaar je schuldgevoelens tot na afloop, oké?’
Nog steeds buiten adem knik ik en ik maak me los. Over mijn schouder zie ik het hoopje zwart leer en kant nog op de grond liggen. Dat is alles wat er overgebleven is van de Haven die ik heb gemanifesteerd. Ik knipper en laat alles verdwijnen.
Ik beweeg mijn hoofd opzij om mijn spieren te rekken en schud mijn armen, handen en benen. Dat kan zijn om stoom af te blazen, of als voorbereiding. Damen interpreteert het als die laatste optie en glimlacht. ‘Klaar voor een tweede ronde?’
Ik kijk hem aan en schud mijn hoofd. Vandaag heb ik wel genoeg gehad. Zo leuk is het niet, om te doen alsof je de zielloze, spookachtige incarnatie van je ex-beste vriendin vermoordt.
Het is de laatste dag van de zomer en dus ook de laatste dag vol vrijheid. Die kunnen we wel op een betere manier doorbrengen.
Ik staar naar de halflange, golvende donkere haren die over Damens voorhoofd vallen en voor zijn stralende, bruine ogen hangen. Vervolgens naar het botje van zijn neus, de lijnen van zijn jukbeenderen en de zachte rondingen van zijn lippen, waarnaar ik lang genoeg kijk om me te herinneren hoe fijn ze aanvoelen, op de mijne gedrukt.
‘Kom, we gaan naar het paviljoen.’ Ik kijk hem hoopvol aan en laat mijn ogen dan gaan over zijn eenvoudige zwarte T-shirt, het zijden koord met daaraan de verzameling kristallen die hij onder zijn shirt verbergt, en verder omlaag naar de verschoten spijkerbroek en de bruine rubberen sandalen aan zijn voeten. ‘Tijd voor wat plezier,’ zeg ik met nadruk, voor ik mijn ogen sluit en een nieuwe outfit laat verschijnen voor mezelf. Mijn T-shirt, korte broek en sportschoenen voor de training maken plaats voor een kopie van een van de mooiste, laag uitgesneden jurken met korsetlijfje die ik soms droeg als mijn Parijse incarnatie.
Aan Damens dromerige blik kan ik zien dat ik mijn zin krijg. De aantrekkingskracht van het paviljoen is zelfs voor hem te sterk.
Het is namelijk de enige plek waar we elkaar kunnen aanraken zonder tussenkomst van het beschermende laagje energie. Op die plek mogen onze huid en ons DNA elkaar wel raken, zonder dat Damens ziel meteen gevaar loopt.
Het is de enige plek waarnaar we kunnen ontsnappen, een dimensie zonder alle gevaren van deze wereld.
Ik zit er niet meer zo mee dat we met die beperking moeten leven. Ik stoor me er niet meer zo aan nu ik weet dat het een gevolg is van de juiste keus – de enige keus die ik had. Doordat ik Damen heb laten drinken van Romans elixir, is hij nu nog steeds bij me. Dat heeft hem gered van een eeuwig bestaan in Schaduwland. Daarom ben ik al tevreden met elke vorm die zijn aanraking toevallig aanneemt.
Maar ja, nu we een plek hebben waar het nog beter aanvoelt dan hier, wil ik daar dolgraag naartoe. Als het kan nu meteen.
‘Moet je niet nog extra trainen? Morgen begint het nieuwe schooljaar en ik wil niet dat ze je overvalt,’ brengt hij naar voren – duidelijk in tweestrijd tussen doen wat juist en verstandig is en meegaan naar het paviljoen, ook al zie ik dat de laatste optie het wint. ‘We weten niet wat zij van plan is, dus moeten we op het ergste voorbereid zijn. Bovendien zijn we nog niet eens toegekomen aan tai chi en dat lijkt me wel belangrijk. Het zal je verbazen hoe het je helpt je energie in evenwicht te brengen en haar weer op te laden...’