Home>>read Nachtster free online

Nachtster(17)

By:Alyson Nol


Ik zucht, hard genoeg voor haar om het te horen. De over­moedige blik beantwoord ik met een uitdrukking van verveling als ik zeg: ‘Ja, dat heb ik gemerkt.’ De triomfantelijke grijns verdwijnt direct van haar gezicht als ik toevoeg: ‘Jammer genoeg is het nep. Ik bedoel, dat weet je zelf toch ook, hè? Jij láát ze dat doen. Jij trekt ze expres naar je toe en ontneemt hun hun vrije wil en keus, net als Roman destijds. Het is hartstikke nep.’

Ze lacht en doet mijn opmerking af met een handbeweging. In langzame, zorgvuldige cirkelbewegingen loopt ze naar me toe tot ze vlak voor me staat. ‘Zo te horen zit je ergens mee.’ Haar lip krult omhoog en ze schudt haar hoofd. ‘Echt, hoor. Ik bedoel, wat is jouw probleem, Ever? Jaloers dat ik eindelijk de populaire tafel bereikt heb terwijl jij nog steeds een debiel bent die nooit verder komt dan de kneuzentafel?’

Ik rol met mijn ogen en denk aan mijn oude leventje in Eugene, Oregon, waar ik zelf een pratend en wandelend cliché was. In het begin miste ik dat nog, de schijnbare eenvoud ervan – de regels om erbij te horen, die zo makkelijk te volgen leken. Maar nu zou ik niet meer terug willen. Tegenwoordig doet dat me helemaal niets meer.

‘Niet dus.’ Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en kijk haar aan. ‘Al verbaast het me wel dat jij er zo blij mee bent. Ik bedoel, als je kijkt naar hoe je juist altijd kritiek had op die trutten. Maar dat deed je dus alleen om te verbergen dat je stiekem graag een van hen wilde zijn. Je deed net alsof het je niet uitmaakte wanneer ze je vernederden, maar je zat er dus wel mee.’ Ik schud mijn hoofd en kijk haar medelijdend aan, wat haar alleen maar kwader maakt, als ik haar ogen mag geloven. ‘Ik geloof niet dat je me daarom hierheen hebt laten komen,’ ga ik verder, terug naar het hier en nu. ‘Dus ga vooral je gang en zeg me waarom dan wel. Wat wil je zo graag vertellen dat het niet kan wachten of ergens anders kan plaatsvinden dan in deze afgrijselijke toiletruimte?’

Geduldig kijk ik haar aan, afwachtend tot ze begint. Stilletjes herhaal ik de beloften die ik mezelf heb gedaan:

Ik zal het gevecht niet beginnen.

Ik deel niet de eerste klap uit, haal niet als eerste uit, of wat dan ook.

Eerst zal ik alle opties afgaan voor het zover kan komen.

Ik maak slechts een eind aan haar leven als dat van mij of een ander gevaar loopt.

Ik laat het aan haar over de eerste zet te doen.

Zodra ze dat doet, ben ik niet meer verantwoordelijk voor wat er met haar gebeurt...

Haven rolt met haar ogen en slaakt een geërgerde zucht. Ze kijkt naar me alsof de aanblik haar zeer doet. ‘Alsof je je nu opeens druk maakt op je eerste schooldag gepakt te worden, rondhangend bij de toiletten.’ Ze klakt met haar tong tegen de binnenkant van haar wang en tilt haar hand op om de verzameling zilveren en blauwe ringen te bewonderen die ze aan elke vinger draagt. ‘Waarom je toch zo je best doet je normaal te gedragen – zo belachelijk gewoontjes – daar snap ik niks van. Ik bedoel, echt hoor, je bent wel een van de meest trieste onsterfelijken die ik ooit heb gezien. Roman had gelijk – jij en Damen, jullie nemen alleen maar ruimte in.’ Ze ademt een stoot lucht uit die als een koude windvlaag door de ruimte blaast. ‘Ik bedoel, wat heb je daar nou aan? Verdien je dan een gouden ster – een mooi ingelijst certificaat waarop staat dat je inderdaad het lievelingetje van de meester bent?’

Ze steekt haar tong uit en kijkt scheel. Het doet me denken aan de oude Haven, die ooit mijn vriendin was. Even vlug is het ook weer verdwenen en ze gaat door. ‘En nog belangrijker: wat kan jou het schelen? Want, mocht het je nog niet zijn opgevallen, de schoolregels zijn totaal nutteloos voor mensen als jij en ik. We kunnen echt alles doen wat we willen, wanneer we willen, niemand die ons tegenhoudt. Je moet echt eens minder krampachtig en gewoon relaxter doen. En je moet beter slijmen bij de juiste persoon. Want als je bij iemand een wit voetje zou moet halen, dan is het wel bij mij.’ Ze trekt een wenkbrauw op en staart me recht in mijn ogen. ‘Ik bedoel, je hebt Damen al verpest. Sinds hij met jou uitgaat is hij doodsaai geworden.’ Ze neemt de tijd om te grijnzen om haar opmerking. ‘Maar toch denk ik erover om me te laten overplaatsen naar zijn les Engels voor gevorderden het vijfde uur. Waarschijnlijk ga ik zelfs naast hem zitten als dat zo is. Heb je daar problemen mee?’

Ik haal mijn schouders op en inspecteer mijn nagels, ook al zijn die schoon, glad, ongepolijst en zo kort dat er niets te zien valt. Ik weiger echter in te gaan op haar pesterij en ik gun haar al helemaal het plezier niet.

Niet dat het haar interesseert. Zij hoort het liefst zichzelf praten, dus gaat ze gewoon verder. ‘Ik bedoel, enerzijds is hij die spannende badboykant die ik zo leuk vond wel kwijt. Maar aan de andere kant durf ik te wedden dat er ergens iets van over is, diep weggestopt. En dan bedoel ik heel diep.’ Ze kijkt me nu opeens sprankelend en vrolijk aan. ‘Want iets wat zo ingebakken is in iemands aard, wat al eeuwenlang in hem aanwezig is, daar komt hij nooit meer helemaal van af, als je begrijpt wat ik bedoel.’