Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(98)

By:Michael Berg


Hij kijkt de straat af. De drukte lijkt iets af te nemen. Zodra er even geen voetgangers zijn, zal hij de voordeur forceren en naar boven gaan om het karwei af te maken. In gedachten trekt hij de Glock uit de holster onder zijn jasje. Eén schot tussen de ogen, één in de nek, een foto als bewijs voor de opdrachtgever en klaar is Kees. Hij werpt opnieuw een blik naar boven. In het appartement brandt geen licht meer. Is de vrouw al zo vroeg naar bed gegaan? Milos kan het zich nauwelijks voorstellen. Terwijl hij zich probeert te herinneren waar de slaapkamer zich bevindt, en de badkamer, zwaait de voordeur open en komt de vrouw naar buiten, direct gevolgd door een jongeman met donker haar die met zijn linkerbeen trekt. Een medebewoner? Haar vriend? De twee slaan rechts af en zetten er meteen flink de pas in.

Milos volgt hen, zijn rechterhand onder zijn jasje. De vrouw en de man lopen naast elkaar. Hij links, zij rechts. Milos kan haar zo in de rug schieten. Hij heeft de geluiddemper al op de Glock gemonteerd. Nu is het een kwestie van het juiste moment afwachten. Uit de tegenovergestelde richting komen een paar hiphopjongens aanlopen. De capuchons ondanks de warmte over het hoofd, de jeans vet laag, het juiste merk sneakers. Ze lopen op hun dooie gemak. Eindelijk passeren ze. Milos’ vingers spannen zich om de greep van de Glock.

‘Hey friend…’

Een hand als een kolenschop belandt op zijn rechterschouder en doet hem bijna wankelen.

‘How are you?’

‘Fine,’ antwoordt Milos terwijl hij tegen een brede, gespierde bouwvakker aan kijkt die zo onder invloed is dat hij ieder moment om kan vallen.

Een tweede kolenschop belandt op zijn linkerschouder.

‘We’re from Scotland.’

De tweede man is nog groter en breder dan de eerste, misschien iets minder lam, zijn blote armen en schouders zitten onder de tatoeages.

‘We are looking for nice French girls,’ klinkt het achter Milos’ rug.

Wanneer hij zich omdraait, kijkt hij een derde bouwvakker in het door alcohol rood doorlopen gezicht. ‘Sorry, I cannot help you.’

‘Yes, you help us. We must find nice girls.’

Milos ziet zich opeens omringd door vier mannen die, als ze niet zo dronken waren, moeiteloos als aanvalslinie in het Schotse nationale rugbyteam opgesteld zouden kunnen worden. Terwijl hij zich zo diplomatiek mogelijk van zijn nieuwe vrienden probeert te bevrijden, ziet hij hoe de lange blonde vrouw op een scooter springt, de donkerharige jongeman achterop, en de twee met hoge snelheid wegrijden.



Parijs uit. Richting Saint-Cloud. Meer had Saimir niet gezegd. Hij had zijn handen om haar buik geslagen en liet het rijden aan haar over. Zijn pistool had hij kennelijk tussen zijn broekriem gestoken, want telkens wanneer hun bovenlichamen elkaar raakten voelde Chantal iets hards. Terwijl ze in gedachten de route uitstippelde – de rue de Rivoli uit en dan via de Champs-Élysées en de avenue Foch naar het bois de Boulogne – probeerde ze haar aandacht te richten op de olievlekken op het asfalt, op de touringcar voor haar, en niet te dicht tegen de betonnen rand van de busbaan aan te rijden. Waar was ze eigenlijk mee bezig? Ze was fout bezig, riep een stemmetje in haar achterhoofd. Heel fout. Ze hielp een voortvluchtige moordverdachte te ontsnappen en daarmee overtrad ze genoeg wetten om zelf in de gevangenis te belanden. Ze kon deze waanzinnige actie afbreken, als ze wilde. Eén onverwachte manoeuvre en Saimir lag op straat. Of ze stopte bij de eerste de beste politieman om haar passagier te laten inrekenen. Ze verwierp beide scenario’s onmiddellijk. Ze keek de rue de Rivoli af. Nergens politie te bekennen. Alleen lachende gezichten op het terras op de hoek, jonge mensen genietend van een warme zomeravond en elkaars gezelschap.

Links doemde het Louvre op. Een pijl wees het eenrichtingsverkeer naar het midden van de weg. Behalve de busbaan rechts was er nu ook een busbaan voor het tegemoetkomende verkeer, maar zonder betonnen rand. Rond het eerste deel van het Louvre lag een smalle grasstrook. Daarna maakte het gebouw een knik waardoor de façade direct aan het trottoir grensde en de illusie ontstond dat de straat veel smaller werd, als een tunnel zonder dak. Onwillekeurig hield Chantal iets meer afstand tot de touringcar voor haar.

‘Gas!’

Ze voelde Saimir in haar buik knijpen. ‘Pas op! Rechts!’

Terwijl ze het gas opendraaide, zag ze de auto rechts van haar, op de busbaan. Een kleine blauwe auto. De chauffeur, een man met helblond haar, had het raampje van zijn portier opengedraaid en hield met zijn linkerhand een pistool op haar gericht. Op haar. Chantal wist het zeker. Zonder zich te bedenken flitste ze naar de linkerbaan om zo snel mogelijk de beschutting van de touringcar op te zoeken. Achter haar rug klonk getoeter van een auto die ze kennelijk had gesneden. Ze keek in haar achteruitkijkspiegeltje. De chauffeur van de achteropkomende auto knipperde met zijn lichten.