‘Biertje.’
‘Toe maar.’ Hij roept de bestelling naar de bar. ‘Hoe was Amsterdam?’ vraagt de opdrachtgever wanneer de drankjes op tafel staan en de kelner weer weg is.
Milos doet verslag van de operatie. De vrouw die mee was gegaan naar de rue de Prony, is dood. Als bewijs laat hij de foto van het slachtoffer zien.
‘Wat een lekker wijf,’ zegt de opdrachtgever. ‘Heb je haar nog eh…?’ Met duim, wijs- en middelvinger maakt hij het bekende gebaar.
Terwijl Milos zijn hoofd schudt, probeert hij zijn weerzin niet te tonen.
‘Jammer.’ De man lacht zo dat de knoflookwalm aan de andere kant van de tafel te ruiken is. ‘En eh…?’ De blik is op slag bloedserieus.
‘Niemand heeft me gezien.’
‘Ik bedoel: je hebt je haar vast niet voor niets geverfd.’
‘Zekerheid gaat voor alles.’ Milos houdt zijn gezicht strak.
‘Oké.’
De opdrachtgever schuift de kopjes aan de kant en legt zijn koffertje op tafel. Nu gaat het gebeuren, denkt Milos. Het moment suprême van de overdracht. Eerst moet hij het geld controleren. Honderdduizend euro in bundeltjes van twintig- en vijftigeuro-biljetten. Daarna worden de koffertjes geruild. Milos krijgt het geld, de opdrachtgever krijgt zijn Glock en andere spullen terug.
‘Er is nog één vervelend dingetje.’ De opdrachtgever houdt zijn koffertje zo dat Milos de inhoud niet kan zien.
‘Ja?’
‘Er is nog een getuige.’
‘Maar…’
‘Ik verhoog je gage met vijftigduizend. Is dat akkoord?’
‘Maar…’
‘Goed, we maken er vijfenzeventigduizend van. In dezelfde kleine coupures als het eerste contract. Ik beloof je dat het de laatste persoon is die uit de weg moet worden geruimd. Echt waar.’ De opdrachtgever kijkt hem indringend aan. ‘Geloof je me niet? Ik zweer het op het graf van mijn eigen lieve moeder.’
Het is de blik die Milos zo goed kent en waar hij zijn hele leven voor heeft gevreesd. Hard en koud, en tegelijkertijd warm en zacht als een lammetje. De blik van de godfather. Wie niet voor mij is, is tegen mij. Maar zolang je doet wat ik wil, geniet je mijn volledige bescherming. Milos denkt aan alle eerdere beloften die hem zijn gedaan en waar de Albanees zich altijd aan heeft gehouden. Beloofd is beloofd. Hij heeft geen keus.
‘Goed,’ zegt Milos zuchtend. ‘Wie is het?’
‘Hoe gaat het met Hotze?’
‘Goed.’ Chantal merkte dat ze niet te lang over de vraag wilde nadenken.
Ze keek de vrouw aan. Ilse van Beurden moest ongeveer net zo oud als Hotze zijn. Begin zestig. Beiden waren in hetzelfde jaar uit Nederland vertrokken om aan het conservatorium van Parijs te studeren. Ilse hobo, Hotze gitaar. Ze waren bevriend geweest, had Hotze verteld, goed bevriend zelfs. Wat zou hij daarmee bedoeld hebben? Chantal kon zich nauwelijks voorstellen dat die twee iets met elkaar hadden gehad. Met haar katoenen jurk, haar zonverweerde rimpelige gezicht en wilde bos grijs haar zag Ilse eruit als een overjarige rockzangeres die van geen ophouden wilde weten.
‘Wanneer heb je Hotze voor het laatst gezien?’ vroeg Chantal voor de zekerheid.
‘1969, 1970? In ieder geval een eeuwigheid geleden.’ Lachend zette Ilse een pot thee en twee kopjes op tafel.
Chantal lachte terug. Na anderhalf jaar conservatorium had Ilse haar hobo aan de wilgen gehangen en was ze een succesvolle fotografe geworden. Haar werkterrein besloeg de hele wereld. Ze was voortdurend onderweg. Reden waarom Chantal de afspraak niet had kunnen verzetten, ook al had ze dat graag gewild. Na het vanmiddag verschenen politiepersbericht leek het erop dat haar theorieën over de moord op Guy Lavillier bij het grof vuil konden. Niks Ortola, alias Rama. De vijfentwintigjarige Saimir Bezun had zelfstandig gehandeld, luidde de aanklacht van het parket. Hij had zijn dode broertje willen wreken en de moord op Guy Lavillier op internet zelfs aangekondigd. Wie een zwijn is, zal sterven als een zwijn. De politie had de tekst van het pamflet eindelijk vrijgegeven. Er bestond geen andere verdachte dan Saimir Bezun. Zijn vingerafdrukken waren op het steekwapen aangetroffen. Terwijl ze alles te weten probeerde te komen wat er over Saimir Bezun te vinden was, volgden de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Marie-Christine Grenoult kondigde voor vanavond een persconferentie aan in Le Méridien. France Inter meende te weten dat ze zich kandidaat zou stellen voor de presidentsverkiezingen. In Villejuif knuppelde een aantal winkeleigenaren een paar ‘bedelende zigeuners’ een winkelcentrum uit. In Marseille ging een caravan die op een woonwagenkamp stond, in vlammen op. Hoewel de meeste politici zich haastten om de acties te veroordelen, waren er ook een paar die het geweld niet afkeurden en vonden dat de discussie over ‘nationale identiteit’ opnieuw op de agenda moest worden gezet. Chantal had vanavond naar de persconferentie willen gaan, niet zozeer om te horen hoe Marie-Christine Grenoult gehakt zou maken van de hoofdverdachte, maar vooral om de mening van haar collega’s te peilen over het opvallend snelle politieonderzoek. Binnen een dag was er een aanhouding en lag er een berg aan bewijsmateriaal. Ze dacht aan Jarre, die ze een paar keer had proberen te bereiken, maar die niet opnam.