‘Ik bedoel niets.’ Hij wuift met zijn handen. Guy Lavilliers reputatie als vrouwenverleider is algemeen bekend.
‘Mijn man heeft altijd vriendinnen gehad, meneer Jarre,’ zegt ze, alsof ze zijn gedachten heeft geraden. ‘Jonge vrouwen van rond de dertig, of nog jonger. Ik begrijp heel goed dat ik daar met mijn tweeenzestig jaar niet tegenop kan. En ik heb er ook geen problemen mee. We zijn al een leven lang samen. Ons huwelijk kan een stootje hebben. Maar…’ – haar ogen vlammen –‘… hij heeft altijd de beleefdheid gehad om me te laten weten wanneer hij de nacht ergens anders doorbracht. Dat hij dat nu niet gedaan heeft, maakt me pas echt ongerust. Het klopt gewoon niet. Begrijpt u wat ik bedoel?’
Jarre knikt. De angst staat mevrouw Lavillier op het gezicht geschreven. Wanneer ze een zakdoekje uit haar tas frommelt, ziet hij hoe haar vingers beven. ‘Wat is er volgens u gebeurd?’ vraagt hij. ‘Is het een andere vrouw?’
‘Ik weet het niet.’ Terwijl ze haar frêle schouders ophaalt, begint ze te huilen. ‘Misschien heeft het iets met zijn werk te maken.’
Het eerste waar Jarre aan moet denken zijn de onlusten van verleden jaar, de ontruiming van het Roma-kampement in Saint-Denis en hoe Guy Lavillier er met één uitspraak in slaagde om zich de woede van een halve natie op de hals te halen. ‘Uw man is verleden jaar bedreigd, nietwaar?’ vraagt Jarre nadat hij zijn bril heeft rechtgezet.
‘Ja.’
‘Ik kan me herinneren dat hij toen beveiliging heeft gekregen.’
‘Niet lang.’ Op mevrouw Lavilliers gezicht verschijnt een meewarige glimlach. ‘Guy is principieel gekant tegen bodyguards. Hij wil dat kiezers hem op ieder moment van de dag kunnen aanspreken zonder door een stelletje gorilla’s te worden tegengehouden. Ik heb hem destijds proberen te overtuigen van het gevaar dat hij liep, maar hij wilde er niets van weten. Na een paar weken heeft hij alle beveiligingsmensen weggestuurd. U weet hoe koppig hij kan zijn, nietwaar?’
‘Inderdaad, mevrouw,’ zegt Jarre terwijl hij haar glimlach beantwoordt. ‘Weet u of uw man onlangs bedreigingen heeft ontvangen?’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Uw man is een politicus die niet alleen maar vrienden heeft. Wellicht heeft zijn vermissing…’
‘Ik begrijp het,’ onderbreekt mevrouw Lavillier hem. Ze knippert met haar ogen alsof de consequentie van Jarres hypothese nog tot haar moet doordringen. ‘Mijn man ontvangt ongetwijfeld dagelijks vervelende mailtjes en brieven. Of daar bedreigingen bij zitten, zou ik niet weten. Het zijn dingen waarover hij nooit praat, omdat hij weet hoe ongerust ik me zou maken.’
‘Hebt u de laatste dagen iets aan uw man gemerkt? Gedroeg hij zich anders dan anders?’
‘Nee.’
‘Weet u of hij aan iets werkte wat de belangstelling van anderen heeft kunnen oproepen? Bijzondere documenten?’
‘Ik zou het niet weten.’
‘Mist u persoonlijke bezittingen van uw man?’
‘Hij is vertrokken met een koffer en een aktetas. Ik neem aan dat hij zijn laptop en BlackBerry bij zich heeft, en wat kleren en toiletspullen. Ik heb zijn klerenkast niet gecontroleerd. Mijn man is wel vaker een paar dagen van huis en hij is heel goed in staat om zelf te pakken.’
‘Gebruikt uw man medicijnen?’
‘Hoe bedoelt u?’ vraagt mevrouw Lavillier geschrokken.
‘Heeft hij medicamenten die hij dagelijks moet slikken?’
‘Guy is als een jonge vent. Supergezond.’
Jarre maakt een paar notities. ‘En normaal bent u altijd op de hoogte van de agenda van uw man?’
‘Altijd. Dat wil zeggen: de grote lijnen. Omdat we allebei een drukbezet leven hebben, proberen we onze agenda’s op elkaar af te stemmen om zoveel mogelijk tijd samen te kunnen doorbrengen. Daarom.’ Mevrouw Lavillier begint opnieuw te huilen. ‘Ik wil dat u hem zoekt, meneer Jarre. Alstublieft!’
Chantal zat op het dakterras, de MacBook Air op haar schoot. Dat Poes af en toe langs haar been streek drong nauwelijks tot haar door. Geconcentreerd tuurde ze naar het beeldscherm. Namen, feiten, gebeurtenissen. Eén grote puzzel. Desondanks was ze begonnen aan haar artikel over Guy Lavillier, maar veel verder dan het schrijven van een korte biografie kwam ze niet. Ortola – biljartbal, zaakwaarnemer van de oude mevrouw Grenoult en medewerker van Formosa – was niet te bereiken. De telefoon met het nummer dat op de website stond ging wel over, maar er was niemand die opnam en ook geen voicemail om een bericht achter te laten. Er bestond nog een tweede medewerker van Formosa, een jong meisje volgens de bejaarde overbuurvrouw, maar het lukte Chantal niet om een naam te achterhalen. Waarschijnlijk was het meisje op vakantie. In plaats daarvan richtte Chantal haar pijlen op de dochter van mevrouw Grenoult, Marie-Christine. Er moest een link bestaan met Guy Lavillier. Isabelle Lavillier veronderstelde dat haar man naar Orange was gegaan. In Orange woonde Marie-Christine. Toeval? Beiden waren advocaat. Beiden zaten in de politiek, of hadden daarin gezeten. Guy Lavillier was uit de UMP gestapt en uit onvrede zijn eigen partij begonnen. Marie-Christine was uit het Front National gezet. Twee gefrustreerde politici. Kenden ze elkaar? Chantal kon geen foto’s vinden waarin de twee elkaar de hand schudden of samen te zien waren. Ze zocht de nieuwsartikelen over Marie-Christines breuk met het Front National. De vrouw had een hekel aan buitenlanders en aan de euro. Wat dat betreft was ze bij de partij volkomen op haar plaats. Het was misgegaan toen ze geen functie in het bestuur kreeg en daarop de partijleiding van nepotisme beschuldigde. Vervolgens werd ze geroyeerd. Anonieme bronnen spraken over Marie-Christine als een bemoeial, een hysterica en een gevaar voor de eenheid binnen de partij. Na de botsing had ze zich weer op de advocatuur gestort en zich onthouden van politieke activiteiten. Voor ophef had het proces gezorgd waarin ze de eigenaar van een bar tabac verdedigde die twee jonge Algerijnen had doodgeschoten die op zijn sigaretten uit waren. Ze had de zaak verloren. De winkeleigenaar was veroordeeld tot negen jaar, maar Marie-Christine had aangekondigd in hoger beroep te gaan, desnoods tot het Europese Hof, en alle proceskosten voor haar rekening te nemen. Geen wonder. Geld zat. Chantal dacht aan wat Axel verteld had over Marie-Christine en haar puissant rijke, dementerende moeder.