Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(30)

By:Michael Berg


‘Er gaat een gerucht dat Lavillier volgend jaar wil meedoen aan de presidentsverkiezingen,’ onderbrak Axel haar gedachten.

‘O?’

‘Een gerucht,’ beklemtoonde hij terwijl zijn ogen oplichten. ‘Ik vraag me af hoe hij dat voor elkaar wil krijgen. Voor een presidentscampagne heb je de steun nodig van een sterke partij, van een leger vrijwilligers. Lavillier is weliswaar populair bij het volk, maar zolang hij een beweging leidt die geen leden toelaat, lijkt me het presidentschap wat erg hoog gegrepen.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Hoe kom je eigenlijk op Lavillier?’

‘Iemand hoorde hem een toespraak houden tijdens een vernissage.’

‘Hè?’

‘Hij zit in het bestuur van Formosa, een stichting die cultureel ondernemerschap ondersteunt.’

‘Formosa…?’ Axel schudde zijn hoofd. ‘Ik wist niet dat Lavillier tijd voor cultuur had. Heb je hem al gevraagd voor een interview?’

‘Nog niet.’

Hij trok het toetsenbord van een computer naar zich toe en begon te tikken. ‘Als je opschiet,’ klonk het even later, ‘kun je hem over een uur misschien te pakken krijgen.’ Hij draaide het scherm haar kant op.

Voor haar neus prijkte de website van de Assemblée Nationale met de agenda voor het vragenuurtje van vandaag. Van de gedeputeerden die tussen tien en twaalf uur de regering aan de tand mochten voelen, stond Guy Lavilliers naam als een van de laatsten op de lijst.

Chantal probeerde haar ergernis dat ze niet zelf de website had gecheckt te verbergen. ‘Ik dacht dat het parlement met vakantie was.’

‘Omdat onze ADHD-president een reces van anderhalve maand meer dan voldoende vindt, is er een extra week toegevoegd.’ Hij boog zich naar het scherm waarbij zijn schouder die van haar licht raakte. ‘Geen wereldschokkende onderwerpen, als je het mij vraagt. Maar als je Guy Lavillier weet te strikken voor een interview over zijn radicale jeugd, neem ik het artikel meteen van je af.’ Met een tevreden grijns liet hij zich terugvallen in zijn bureaustoel.

‘Ik ga mijn best doen, Axel.’ Ze keek op haar horloge. Halfelf. Van Ile Séguin naar het Palais Bourbon was een halfuurtje. Ze vroeg zich af of ze iets moest zeggen over de brand van vanochtend, over Ortola, de biljartbal, die niet wilde dat de brandweer contact opnam met de eigenaar van het pand. ‘Zegt de naam Geneviève Grenoult je iets?’ vroeg ze.

‘De weduwe van het plastic bestek?’

‘Ja.’

Hij sloot zijn ogen, alsof hij zo beter kon denken. ‘Geneviève Grenoult staat in de top honderd van rijkste Fransen,’ begon hij. ‘Geschat vermogen rond de miljard, maar pin me niet vast op honderd miljoen meer of minder. Volgens mij zit ze in een verzorgingshuis in Zuid-Frankrijk – volledig gaga – en wordt haar vermogen beheerd door haar dochter.’

‘Marie-Christine?’

Axel had zijn ogen weer geopend en keek Chantal verrast aan. ‘Inderdaad.’

‘Wat doet Marie-Christine met het geld?’

‘Een goede vraag. Ze heeft een tijdje politieke aspiraties gekoesterd en voor het Front National ergens in de gemeenteraad gezeten, maar na een botsing met de partijleiding is ze aan de kant gezet. Sindsdien heb ik op het politieke vlak niets meer van haar vernomen.’ Hij boog zijn hoofd naar haar toe. ‘Heeft Marie-Christine Grenoult iets met Guy Lavillier te maken?’

‘Nee, nee.’ Terwijl Chantal haar best deed te glimlachen, stond ze op. ‘Ik hoorde de naam in verband met een ander interview dat ik aan het voorbereiden ben,’ haastte ze zich te zeggen terwijl Axel haar nog steeds niet-begrijpend aankeek.

‘Bedoel je te zeggen dat Marie-Christine ook al betrokken was bij de studentenonlusten van 1968?’

Chantal begon te rekenen. Als Geneviève Grenoult drieënnegentig was, dan was Marie-Christine een jaar of zeventig, maar waarschijnlijk jonger, want ze had nog een advocatenkantoor. De Grenoults hadden in de rue de Prony gewoond. Dat Marie-Christine gedurende de jaren zestig aan de Sorbonne had gestudeerd, was niet denkbeeldig. Maar had ze ook op de barricaden gestaan? ‘Zoiets hoorde ik,’ zei Chantal zwak.

‘Dat kan ik me nauwelijks voorstellen.’

‘Daarom wilde ik het checken.’

Axel mompelde iets onverstaanbaars en stond op. ‘Heb je deze week nog tijd, Chantal?’

‘Deze week?’

‘Vele handjes maken licht werk.’

Handjes? Ze was bang dat hij een seksuele toespeling maakte die ze niet begreep en ook niet wilde begrijpen.

‘Ik kan best wat hulp gebruiken,’ sprak Axel lachend, ‘op de redactie, bedoel ik.’

Ze keek hem aan, uiterlijk onbewogen, hoopte ze. Haar hersenen kraakten. Ze hoefde niet eens in haar agenda te kijken. Leeg. Een weekje redactie betekende zien en gezien worden, een kans op nieuwe opdrachten, als Axel haar na al haar gestuntel tenminste nog iets gunde. Tegelijkertijd dacht ze aan het verhaal Guy Lavillier. Joeg ze een fantoom na of zat er een echt verhaal in? ‘Sorry,’ zei ze, ‘maar ik heb deze week een hoop afspraken.’