De bel ging, waarna Poes het dakterras op schoot. Chantal haastte zich naar het halletje en drukte op het knopje voor de straatdeur.
‘Hoe-oe!’ klonk het beneden in het trappenhuis.
‘Hoi!’ riep ze terug.
Piepend en krakend werkte de lift zich naar boven om met een schokje op de vijfde verdieping tot stilstand te komen. De deur schoof open.
Evelyne droeg witte gymschoentjes en een witte katoenen zomerjurk. Op haar schouders parelden zweetdruppeltjes. Er volgde een hartelijke omhelzing.
‘Hoe was je reis?’ vroeg Chantal terwijl ze de koffer en weekendtas overnam.
‘Prima.’ Evelyne knoopte het sjaaltje los waarmee ze haar haren had opgebonden. ‘Behalve dat de airco in de trein het niet deed. Bespottelijk. En in Parijs is het nog warmer dan bij ons,’ voegde ze er puffend aan toe.
‘Weet je het wel zeker?’
‘Wat?’
‘Dat je hier je zomervakantie wilt doorbrengen?’ ‘Heel zeker.’
Chantal moest glimlachen. Evelyne was een echt stadsmens. Drukte, verkeer, lawaai, mensen. Hoe meer hoe beter. Ze had nooit begrepen dat Chantal vier jaar lang tussen de koeien had gewoond in een gat met vijf huizen. Evelyne was de eerste die had gezegd dat Chantal haar baan bij RLP moest opzeggen. Natuurlijk vond ze het jammer om haar beste collega te verliezen, maar ze zouden vriendinnen blijven. Bovendien had ze niets tegen een logeeradresje in Parijs.
Ze liepen de woonkamer binnen. Poes had Evelynes stem herkend en wierp zich met een serie kopjes tegen haar blote benen aan.
‘Nieuwe laptop?’ Terwijl Evelyne bukte om de kater aan te halen, was de MacBook Air op de rookglazen tafel haar niet ontgaan.
‘Ja.’
‘Mooi.’ Evelyne, die Chantals financiële mogelijkheden kende, toonde geen spoor van jaloezie.
‘Glaasje?’
‘Altijd, maar eh…’ Ze wierp een bezorgde blik op haar horloge. ‘Ik heb om zeven uur een tafel gereserveerd bij Le Bistro de la
Place.’
Dat Chantal die avond in haar favoriete buurtrestaurant was uitgenodigd, wist ze, maar het vroege tijdstip verbaasde haar.
‘En ik wil me eerst nog even opfrissen,’ klonk het gehaast.
‘Ga je gang,’ zei Chantal wijzend naar de badkamer.
‘En daarna moet ik je iets vertellen,’ voegde Evelyne er met een raadselachtige glimlach aan toe.
‘Wat dan?’
‘Een verrassing.’
‘Ik heb ook een verrassing voor jou.’
‘Een nieuwe vriend?’
‘Zoiets.’ Lachend duwde Chantal haar vriendin de badkamer in.
Naomi staat voor de spiegel. Haar huid glanst. Haar kapsel zit nog net zo quasi-nonchalant als vanochtend. Ze recht haar rug. Graag zou ze een paar centimeter langer willen zijn, maar dat wordt weer gecompenseerd door een figuur waar een hoop vrouwen een moord voor zouden doen. Ze brengt haar gezicht tot vlak bij de spiegel. Haar make-up is nog steeds perfect, ondanks de hitte en twaalf uur in touw zijn. Ze kijkt zichzelf in de ogen. Sommige collega’s vinden dat ze arrogant kijkt. Zelf houdt ze het op gereserveerd. Een koele schoonheid, zoals iemand haar ooit omschreef.
Ze loopt naar het hotelkamerraam en kijkt naar buiten. Huizen, daken, zover het oog reikt. Tussen de gebouwen ziet ze een streepje van de Seine. Blauwgrijs. Net zoals de lucht. Boven Parijs hangt een grauwsluier die de warmte als een deken vasthoudt. Geen zuchtje wind. Ze wist niet dat het er in juli zo warm kon zijn. Ze denkt aan de Amerikaanse toeristen aan de voet van de Eiffeltoren, hun verhitte koppen, de opluchting als de airconditioned touringcar voorrijdt en iedereen weer mag instappen. Paris in three days. Gekkenwerk. Zelf heeft ze maar een paar dagen meer. Zeven, om precies te zijn. Toen haar chef haar voor de Parijs-special vroeg, was ze zo verrast dat ze onmiddellijk toehapte, zonder over de consequenties na te denken. Zeven dagen voor zesendertig pagina’s. Leuke weetjes verluchtigd met interviews met in Parijs wonende bekende en minder bekende Nederlanders. Natuurlijk zei ze ja. Haar eerste buitenlandklus. En dat nog tijdens haar proefperiode. De mededeling dat Sil Martens meeging, was even slikken. Sil is de laatste fotograaf in vaste dienst. Een fossiel dat alle reorganisaties bij de uitgeverij heeft weten te overleven en de tijd tot haar pensioen uitzit. Natuurlijk moet Sil zo nu en dan worden ingezet. Blijkbaar bespeurde Naomi’s chef toch iets van een aarzeling, want omstandig begon hij uit te leggen dat Naomi de eindverantwoordelijkheid droeg, zoals altijd wanneer redacteur en fotograaf samen op pad gaan. Dus? Ze herhaalde haar antwoord. Ja. Graag. Dat de reportage eind juli gemaakt moest worden, was evenmin een probleem. Jammer voor Tom, die schoolvakantie had, maar nu moest ze aan zichzelf denken.
Tom.
Ze herinnert zich zijn reactie, toen ze hem het nieuws vertelde. Eerst de verbazing, daarna de korzeligheid dat ze de beslissing in haar eentje had genomen. Hij voelde zich duidelijk gepasseerd, maar wilde niets laten merken. Na een paar tellen was er weer die zelfingenomen glimlach. Even vreesde ze dat hij zou voorstellen om mee te gaan. Hij had een blauwe maandag aan de Sorbonne gestudeerd. Politicologie. Meer dan dertig jaar geleden. Hij kende Parijs zoveel beter dan zij. Door haar hoofd schoten allerlei argumenten om hem – voor het geval dat – van het rampzalige plan af te brengen. Dat het zinloos zou zijn om haar te vergezellen, dat ze toch geen tijd voor hem zou hebben, ook ’s avonds niet, wanneer ze de interviews van die dag meteen wilde uitwerken. Allemaal smoesjes. Ze stond te trappelen om een keer alleen op reis te gaan. Zonder Tom. Had ze de guts om dat te zeggen?