Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(19)

By:Michael Berg


‘Waarom ga je niet mee?’ vroeg Evelyne.

Het eerste waar Chantal aan moest denken was haar auto, die bij Hotze in de garage stond. Waarom ga je niet mee? Ze hadden verdorie een chauffeur nodig. ‘Ik zal erover nadenken,’ zei ze.

De spanning tussen beiden was weer terug.

‘Goed.’ Evelyne had de hint begrepen en stond op. ‘Ik ga even mijn spullen pakken.’

‘Dan loop ik met je mee.’

Toen Chantal de deur van de gastenkamer opende, constateerde ze tevreden dat de koffer en de weekendtas precies zo op bed lagen als ze gisteren waren neergegooid. Het bed was opgemaakt, de kussens gladgestreken, de kamer gelucht, geen sporen van een onverwachte logeerpartij. Zelfs het cadeautje dat Naomi onder de lakens was tegengekomen en de volgende ochtend zonder enig commentaar op bed had neergelegd, lag nu ergens in een kast, uit het zicht.

‘Er staan nog spullen van me in de badkamer,’ zei Evelyne alsof het haar net te binnen schoot. Chantal, die in de deuropening stond, kon niet anders dan een stap opzijzetten en haar laten passeren. Na het telefoontje had ze het hele appartement nagelopen of Naomi misschien iets was vergeten. Maar niet in de badkamer. Te laat.

Evelyne had de klink van de badkamerdeur al in haar hand en stapte naar binnen. Ze snoof demonstratief en draaide zich om. ‘Wat ruik ik?’ Naomi’s parfum viel nauwelijks te negeren. ‘Van jou?’

‘Ja,’ antwoordde Chantal, zich realiserend dat ze honderd jaar geleden voor het laatst een luchtje had opgespoten.

‘Wat is het?’

‘O, een testflesje van het een of ander. Omdat het me niet beviel, heb ik alles vanochtend door de plee gespoeld.’

‘Zonde. Als je…’

‘Als ik deze week nog ergens zo’n flesje zie,’ onderbrak Chantal haar glimlachend, ‘neem ik er eentje voor je mee.’





Zondagmiddag


De kamer die de perschef voor het interview ter beschikking heeft gesteld, kijkt uit op een blinde muur. Een formica tafel met plastic stoeltjes, aan de wand posters met schaars geklede danseressen. Naomi en Sil zitten aan één kant van de tafel, het meisje tegenover hen. Itske? Ritske? Naomi is de naam alweer vergeten. Het meisje komt uit Friesland Ze heeft een onopvallend gezicht, een slechte huid, sluik haar, draagt een goedkoop truitje en zegt nooit meer dan twee zinnen achter elkaar. Nauwelijks voorstelbaar dat ditzelfde meisje iedere avond met blote borsten en veren in haar kont op het podium van het Lido staat.

‘Hoe lang moet je zijn om een Bluebell te worden?’ Naomi realiseert zich dat ze de vraag al eerder heeft gesteld.

Sil gniffelt.

‘Minimaal één meter vijfenzeventig,’ herhaalt het meisje beleefd het antwoord van zonet.

Sinds vanochtend gaat ongeveer alles mis wat mis kan gaan. Terug in het hotel, op weg naar haar kamer, liep Naomi uitgerekend Sil tegen het lijf, die zich zichtbaar verbaasde over haar topje en rokje, waarop Naomi probeerde alles uit te leggen. Ze kwam van een oude vriendin, een jaargenootje die ze bij de vernissage toevallig was tegengekomen. Ze hadden herinneringen opgehaald, te veel cognacjes gedronken en daarom was ze blijven logeren. Ja, ja. Sil geloofde er duidelijk geen woord van. In de hotelkamer zette Naomi haar mobiel aan die ze gisteravond had uitgezet. Twee keer Tom op de voicemail. Of ze de verjaardag van haar moeder niet vergat. Wanneer was haar moeder ook alweer jarig? Was dat gisteren? Natuurlijk was ze de verjaardag vergeten. De andere berichtjes waren afkomstig van de interviewgast die vanochtend om tien uur was gepland, maar die vroeg of het gesprek verplaatst kon worden naar de middag. Tijdens het ontbijt was Naomi druk om de schade zoveel mogelijk te beperken. Bellen, excuses, regelen. Met tegenover haar een grijnzende Sil, die er een duivels genoegen in leek te scheppen haar zo te zien zwemmen.

‘Eh…’ Naomi doet haar best zich opnieuw op het interview te concentreren. ‘Zitten er nog meer meisjes uit Nederland in het Bluebell-ballet?’

Itske-Ritske begint te praten. Er zijn inderdaad meer meisjes uit Nederland. Gelukkig maar, want het bestaan van een Bluebell-girl is ondanks alle glitter toch maar een eenzaam bestaan. Met knikjes probeert Naomi het meisje te verleiden tot een langer antwoord dan twee zinnen. Ondertussen dringen de beelden van gisteren zich in alle hevigheid weer op. Guy-met-de-blauwe-ogen, zijn lachrimpeltjes, zijn grijze krulletjes die zo mooi pasten bij de kleur van zijn pak, beleefd, charmant, every inch a gentleman, dan, als harde overgang, het beeld van Guy als stervend paard, naakt, zijn schokschouderende lichaam, het schuim op de mond, zijn lul als een paal omhoog. Ze hoort hem happen naar adem, rochelen, stikken. In paniek raapt ze haar spullen bij elkaar, propt die in haar tas, kleedt zich aan, met trillende vingers. Van haar rokje breekt een knoopje af. Heeft ze nog meer laten liggen? Ze rent de straat op, de nacht in. Een naaldhak blijft in een rooster steken, waardoor ze bijna struikelt. Waarom is ze niet meteen teruggegaan naar het hotel? Waarom moet ze voor hulp uitgerekend aankloppen bij een oud-klasgenoot die ze nooit heeft kunnen lijden? Heeft ze nog meer fouten gemaakt?