Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(148)

By:Michael Berg


‘Saimir,’ vulde Romy aan zonder op te kijken.

‘Natuurlijk.’ Op Isabelle Lavilliers gezicht verscheen een flauwe glimlach. ‘Saimir. Het spijt me verschrikkelijk. Dit was nooit de bedoeling,’ ging ze verder terwijl ze Jarre en Chantal ernstig aankeek. ‘Ik had nooit kunnen voorzien dat het zo uit de hand zou lopen en zo…’ – fronsend zocht ze naar het goede woord – ‘… contraproductief zou zijn, eigenlijk is het alleen maar erger geworden.’

Er viel een stilte. Het was alsof de regen nog harder tegen de tuindeuren kletterde.

‘Wat bedoelt u met erger?’ vroeg Chantal.

‘De peilingen,’ antwoordde Isabelle Lavillier zacht.

‘Grenoult,’ riep Romy, haar blik op Chantal richtend. ‘Dat wijf is nog erger dan papa. Als je ziet hoe ze de situatie uitbuit. Schaamteloos! En jullie journalisten staan erbij en kijken ernaar.’

‘Ik wilde alleen mijn man stoppen,’ nam Isabelle Lavillier het weer over. ‘Ter bescherming van het land en van mijn gezin.’ Ze draaide haar hoofd naar Romy. ‘Misschien moet je het zelf vertellen.’

‘Wat?’

‘Over je eh… situatie.’

‘O… dat.’ Romy deed haar best te glimlachen. ‘Ik ben zwanger. Je ziet het misschien niet, ik ben pas in mijn vierde maand. Bovendien heb ik een anorexiafiguur waaraan je nu sowieso niets ziet.’ Er klonk een spottend lachje. ‘Vanwege datzelfde figuur heeft mijn man, met wie ik me de laatste jaren de pestpokken heb gewerkt om een theatergroep in leven te houden, me laten zitten voor een of ander jong ding met grote borsten. Marokkanen houden van vol en veel. Het feit dat ik zwanger was, weerhield hem er niet van mij te blijven bedriegen. Sterker nog: hij zei dat als ik het kind zou laten weghalen, we misschien weer verder konden praten. Ik eh…’ Ze begon opeens te huilen.

‘Romy was ten einde raad,’ zei Isabelle Lavillier terwijl ze haar dochter in de armen nam. ‘Ze wilde het kind en ze wilde blijven werken als actrice. Toen ze me belde of ze naar huis mocht komen, naar Frankrijk, om te bevallen en om na te denken over haar toekomst, zei ik natuurlijk dat ze welkom was. Iedere moeder heeft haar kinderen liever in de buurt dan ver weg. Maar mijn man…’ Ze schudde haar hoofd alsof ze het nog steeds niet begreep. ‘Mijn man was heel gedecideerd. Romy kwam er niet in. Hij had niet voor niets tien jaar geleden met zijn dochter gebroken, zei hij. Ze kon de boom in. Zwanger of niet. Dat was de druppel.’ Terwijl ze haar dochter zacht wiegde, staarde Isabelle Lavillier wezenloos de tuin in.

Chantal en Jarre wisselden opnieuw een blik.

‘Mijn man was te ver gegaan,’ zei Isabelle Lavillier zich verrassend beheerst wendend tot Jarre en Chantal. ‘Tientallen jaren heb ik zijn affaires geaccepteerd. Ik dacht dat het erbij hoorde. Mijn man heeft altijd een verantwoordelijke positie bekleed. De druk om te presteren is enorm. De pers wacht alleen maar op die ene uitglijder, om zich daarna als gieren op het aas te storten. Vrienden zijn slechts vrienden zolang je aan de macht bent en ze van je kunnen profiteren. Ik dacht dat mijn man jonge vrouwen nodig had om zich af te reageren, om nieuwe energie te tanken. Ik had er vrede mee. Bovendien kwam hij steeds weer terug. Het was geen bedreiging. Maar alles veranderde toen hij Romy weigerde. Toen…’ – haar ogen lichtten op –‘… dreigde ik mijn dochter te verliezen. Ik wist dat ik iets moest doen. Achteraf gezien had ik al veel eerder moeten ingrijpen.’ Ze kneep haar ogen dicht.

‘Ik ben zo trots op je, mama,’ zei Romy terwijl ze de hand van haar moeder vastpakte. ‘Zo trots dat je het hebt gedurfd.’

‘Maar te laat, lieverd.’ Na een zwakke glimlach richtte Isabelle Lavillier zich weer tot Jarre en Chantal: ‘Er waren zoveel momenten waarop ik heb getwijfeld. Toen we elkaar leerden kennen in 1968 waren Guy en ik twee handen op één buik. We dachten hetzelfde over de wereld en welke kant het op moest. Gaandeweg veranderde mijn man en schoof hij op in een richting die ik niet wilde, een richting die wij, toen we nog jong waren, verafschuwden. De weg van ieder voor zich, van “wij” tegen “zij”. “Wij” dat waren de goeden, de christenen en de joden. “Zij” dat waren de anderen, de profiteurs, de buitenlanders. Ik wilde zo graag geloven dat hij het niet meende, dat het een politiek spel was om zich te profileren ten opzichte van andere politici, maar dat – als het er echt op aan kwam – de oude idealen weer zouden komen bovendrijven. Ik heb me vergist.’

Opnieuw stilte. Het leek alsof de regen afnam.

‘Wanneer wist u dat u zich vergist had?’ vroeg Chantal.