Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(140)

By:Michael Berg


‘Dit is hem.’ Liefkozend strijkt de man over de lichtgrijs-appelgroene off-road-motor. ‘Een Kawasaki KLX450R. Een vloeistofgekoelde viertakt eencilinder, met een cilinderinhoud van 449 kubieke centimeter. Vijf versnellingen. Een elektrische starter én een kickstarter. Remmen voor, remmen achter. Proefritje?’



‘Waar denk je aan?’

Saimir had de radio zachter gezet.

Chantal voelde zich betrapt. Ze vroeg zich af waarom ze Saimir niet alles had verteld wat ze van Jarre te horen had gekregen. Wel dat de onbekende blonde man de botsing had overleefd, wel dat Christian Lavillier het dankzij hun bezoek aan Samois-sur-Seine had overleefd, wel dat Jarre wist waar Marcheix zich bevond en dat de bastaardzoon een bekentenis wilde afleggen. Niet dat Jarre ervan overtuigd was dat Marcheix niets te maken had met de vergiftiging. Misschien was ze bang dat Saimir zich alsnog zou bedenken en zich niet wilde overgeven. Ondertussen had ze ook aan Hotze gedacht, aan zijn kamer in het ziekenhuis van Cherbourg, en dat ze Evelyne niet eens gevraagd had om een telefoonnummer en of zijn mobiel daar wel mocht aanstaan. Niet dat ze hem wilde bellen. Het was na drieën. Hotze moest slapen, uitrusten, zodat hij zo gauw mogelijk weer beter was. Ze had aan Evelyne gedacht en hoe blij ze was dat ze weer normaal met elkaar omgingen. Als Evelyne op de achterbank had gezeten, hadden ze ongetwijfeld gesproken over de vraag wie Guy Lavillier had vergiftigd. Want iemand moest hem vergiftigd hebben. Ook al dreigde dat door alle politieke consequenties steeds meer op de achtergrond te raken. Aconitine. Een werkingstijd van een kwartier tot een halfuur. Het middel moest vlak na het vertrek uit galerie Prisma zijn toegediend. Was er tijdens de rit naar de rue de Prony iets voorgevallen? Had Naomi misschien meer met de dood van Lavillier te maken gehad dan ze haar had doen geloven? Er drong zich een gedachte op, die zo bizar was dat Chantal ervan schrok.

‘Waar denk je aan?’ vroeg Saimir opnieuw, terwijl hij zijn hand op haar been legde.

‘Aan ons,’ antwoordde ze, ‘en hoe het verder gaat als we terug in Parijs zijn.’

‘Jij gaat je verhaal schrijven voor de krant. Of niet?’

‘Natuurlijk.’ Ze lachte. ‘Ik ben journalist.’ Ze legde haar hand op de zijne. ‘En wat ga jij doen als alles voorbij is?’

‘Afstuderen. En gitaar spelen.’

‘En je blog?’

‘Op mijn blog zal ik alles publiceren wat ik kan vinden over Lavillier, Ortola, Grenoult en andere smeerlappen. Maar of het zal helpen?’

‘Waarom schrijven we niet samen een boek?’ vroeg ze denkend aan het voorstel van de uitgever.

‘Waarom zouden we dat doen?’

Omdat er dan een reden is elkaar te blijven zien. En met elkaar te slapen. Ze kreeg het niet over haar lippen. ‘Omdat we onze kennis dan kunnen bundelen,’ antwoordde ze prozaïsch.

Saimir schudde zijn hoofd. ‘Dat wordt niks. Ik ben een Roma, en dus partijdig. Jij behoort onpartijdig te zijn, onafhankelijk. Als mijn naam en foto op een boek staan, laten de mensen het boek liggen. Zigeuners spelen gitaar of viool. Zigeuners schrijven geen boeken.’

‘Maar we willen hetzelfde,’ wierp Chantal tegen. ‘De waarheid vertellen, niet meer en niet minder.’

‘Dat denk je nu. Zodra je thuis bent, ga je alles checken om te kijken of wat ik je verteld heb wel klopt.’

‘Maar ik geloof je, Saimir.’

‘Ik ben partijdig, Chantal.’

‘Ik ook.’ Ze vertelde over haar ontmoeting met Guy Lavillier, meer dan tien jaar geleden, en hoe hij haar in een van de UMP-burelen had proberen aan te randen. Als dat niet gebeurd was, had ze nooit zo fanatiek haar best gedaan om de waarheid te achterhalen en had de tegenpartij misschien wel geen noodzaak gezien om twee ooggetuigen uit de weg te ruimen. ‘Misschien is het wel allemaal mijn schuld,’ besloot ze.

‘Dus Bako had gelijk?’ vroeg Saimir lachend, kennelijk niet van plan om op haar negatieve gedachten in te gaan.

‘Ja.’

‘Als ik jou was, zou ik dat deel van het verhaal weglaten.’

‘Zou je denken?’

‘Ja.’

Ze lachten allebei.

‘Wat ik zeggen wil…’ Hij draaide zijn hoofd naar haar toe. ‘Schrijf wat je wilt, maar maak er het beste artikel van dat je ooit hebt geschreven.’

‘Beloofd.’ Zachtjes kneep ze in zijn hand.

Hij zette de radio weer iets harder en legde zijn hand terug op haar been. Michel Fugain zong ‘C’est un beau roman, c’est une belle histoire’. Zwijgend reden ze verder. Het weerlichten was overgegaan in bliksemschichten die de nachthemel deden oplichten. Inwendig telde Chantal de tijd die verstreek tussen het zien van de flits en het horen van de donder. Zes, zeven tellen. Er bestond een formule om de afstand uit te rekenen. Zoveel meter per seconde. Het wilde haar niet te binnen schieten. In ieder geval naderde het onweer met rasse schreden.