‘Waarom?’ riep Saimir kwaad. ‘Marcheix is geen doetje. Hij heeft ongetwijfeld niet voor niets in de gevangenis gezeten.’
‘Maar niet iedereen met een strafblad is een moordenaar,’ wierp Jarre tegen. ‘Dat hoef ik jou toch niet te vertellen, Saimir.’
Saimir maakte een wegwerpgebaar alsof hij geen zin meer had in het gesprek.
‘Waarvoor heeft Marcheix gezeten?’ vroeg Chantal snel.
‘Afpersing van een aantal supermarkten,’ antwoordde Jarre. ‘Marcheix had speelschulden en kon zijn drugs niet meer betalen.’
‘Hoe ging die afpersing in z’n werk?’
‘Marcheix dreigde met het vergiftigen van bepaalde levensmiddelen.’
‘Hoort u wat u zegt?’ riep Saimir. ‘Ver-gif-ti-gen! Als u Marcheix’ computer zou laten onderzoeken, zult u zien dat hij een paar weken geleden op internet nog informatie over gif heeft gezocht. Ik begrijp niet waarom u twijfelt.’
‘Omdat Marcheix zijn dreigement nooit heeft uitgevoerd,’ antwoordde Jarre zonder te vragen hoe Saimir wist wat Marcheix allemaal op zijn computer uitspookte. ‘En omdat ik betwijfel of hij over genoeg kennis beschikt om met gif om te gaan. Bovendien… beweren jullie dat Marcheix ook Christian Lavillier chanteerde?’
‘Ja.’ Chantal probeerde niet te denken aan Saimir die Christian Lavillier dood in de balkonkamer had zien liggen.
‘Christian Lavillier is niet vermoord,’ zei Jarre. ‘Ik had hem vanmiddag nog aan de lijn.’
‘O?’ Chantal keek Saimir niet-begrijpend aan.
‘Zo te horen verbaast je dat,’ zei Jarre. ‘Of vergis ik me?’
‘Eh…’ Ze wist niet goed wat ze moest zeggen. Saimir maakte een gebaar dat ze maar beter niets kon zeggen.
‘Christian Lavillier belde me vanmiddag toen ik nog plaatsvervangend hoofdcommissaris was,’ begon Jarre ongevraagd. ‘Hij had van Isabelle Lavillier gehoord dat jullie in Saint-Florent-le-Vieil waren en wilde dat ik stappen ondernam. Het toeval wil…’ – de toon veranderde, alsof hij aan iets grappigs dacht – ‘… dat ik vlak na het telefoontje bezoek kreeg van de prefect, die mij de wacht aanzegde. In alle consternatie ben ik geloof ik vergeten om jullie verblijfplaats door te geven.’ Er klonk een tevreden lachje. ‘Wat ik wil zeggen: ik betwijfel of Marcheix slim genoeg is om iemand te vergiftigen. En het is ook niet belangrijk,’ ging Jarre verder voor Saimir iets kon roepen, ‘want het tijdstip van Guy Lavilliers dood valt samen met jouw optreden in La Huchette. Dat blijkt uit onderzoek. Ook al zijn er mensen die proberen om dat onderzoek weg te moffelen. Ik weet dat jij, Saimir, onschuldig bent en zal er alles aan doen om dat te bewijzen. Vertrouw me.’
Chantal keek Saimir aan met een blik van zie-je-wel.
‘Dan pakken ze me voor de castratie van Lavillier,’ wierp Saimir tegen. ‘Op de dolk en het hoesje staan mijn vingerafadrukken. Op het pamflet staat een bedreigende tekst die ik met mijn stomme kop ooit heb geschreven. Begrijpt u niet hoe ze dit van tevoren hebben gepland om mij erin te luizen? Ze hebben een dader nodig, een schuldige om aan de hoogste boom op te knopen, een Roma met een strafblad, een onbetrouwbaar sujet, iemand die geen kans heeft om zichzelf te verdedigen.’
‘Schei uit!’ riep Chantal naar Saimir. ‘En je kunt jezelf wél verdedigen.’ Zonder zich erom te bekommeren of Saimir het goedvond wat ze ging zeggen, richtte ze zich tot Jarre: ‘Saimir heeft belastend materiaal over de stichting Formosa.’
‘O?!’ reageerde Jarre. ‘Hoe kom je daaraan?’
‘Wat doet dat ertoe?’ beet Saimir hem toe.
‘Formosa dient als dekmantel om de partijkas van La Nouvelle France te spekken,’ ging Chantal verder, Saimirs irritatie negerend. ‘En om kader op te bouwen. Maar het interessantste is dat de grootste geldschieter de vrouw is die de leiding van de partij heeft overgenomen en volgend jaar waarschijnlijk een gooi zal doen naar het presidentschap.’
‘Marie-Christine Grenoult?’ vroeg Jarre.
‘Precies. Ze hebben Guy Lavilliers dood gebruikt om van hem een martelaar te maken en Roma, buitenlanders en andere minderheden van alles wat er in dit land fout gaat de schuld te geven. En met succes. Want iedere dag stijgt La Nouvelle France in de peilingen.’
‘Kan ik dat materiaal zien?’ vroeg Jarre.
Saimir aarzelde.
‘Als u Saimirs veiligheid kunt garanderen,’ antwoordde Chantal. ‘En die van mij.’
‘Hoezo?’ Jarre had duidelijk geen idee waar ze het over had. ‘Wat is er dan gebeurd?’
Ze vertelde over de blonde man in de blauwe auto die hen met een pistool in de rue de Rivoli had achtervolgd en die voor de ingang naar de place du Carrousel tegen een stadsbus was geknald.